|
De geometrie die deel uitmaakt van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant wordt gewijzigd zoals digitaal vastgelegd in deze wijzigingsverordening:
Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Goirle | Sint-Michielsgestel | |||
Altena | Heeze-Leende | Someren | |||
Asten | Helmond | Son en Breugel | |||
Baarle-Nassau | Heusden | Steenbergen | |||
Bergeijk | Hilvarenbeek | Tilburg | |||
Bergen op Zoom | Land van Cuijk | Valkenswaard | |||
Bernheze | Loon op Zand | Veldhoven | |||
Bladel | Maashorst | Vught | |||
Boekel | Meierijstad | Waalre | |||
Boxtel | Nuenen Gerwen en Nederwetten | Woensdrecht | |||
Breda | Oirschot | Zundert | |||
Cranendonck | Oisterwijk | Best | |||
Deurne | Oss | Eindhoven | |||
Drimmelen | Reusel-De Mierden | Etten-Leur | |||
Eersel | Roosendaal | Geertruidenberg | |||
Geldrop-Mierlo | Rucphen | Oosterhout | |||
Gemert-Bakel | 's-Hertogenbosch | Gilze en Rijen |
Een deel van de begrenzing van 'Stedelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Boekel | Hilvarenbeek | Son en Breugel | Gemert-Bakel | ||
Breda | Land van Cuijk | Tilburg | Heusden | ||
Eersel | Maashorst | Zundert | Loon op Zand | ||
Eindhoven | Meierijstad | Altena | Moerdijk | ||
Gilze en Rijen | Oisterwijk | Best | Oirschot | ||
Halderberge | Reusel-De Mierden | Bladel | Oosterhout | ||
Roosendaal |
In verband met uitbreiding van 'Stedelijk gebied' wordt een deel van de begrenzing van 'Verstedelijking afweegbaar' in de volgende gemeenten verwijderd:
Breda | Maashorst | Bladel | Gemert-Bakel |
Gilze en Rijen | Zundert | Boekel | Moerdijk |
Halderberge | Altena | Eindhoven | Oosterhout |
Een deel van de begrenzing van 'Natuur Netwerk Brabant-ecologische verbindingszone' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Bergeijk | Etten-Leur | Heusden | Rucphen |
Bergen op Zoom | Geldrop-Mierlo | Land van Cuijk | 's-Hertogenbosch |
Bernheze | Gemert-Bakel | Maashorst | Sint-Michielsgestel |
Cranendonck | Gilze en Rijen | Oisterwijk | Nuenen, Gerwen en Nederwetten |
Tilburg |
Delen van het werkingsgebied 'Regionale waterkering' met de bijbehorende veiligheidsnorm worden verwijderd en toegevoegd in de volgende gemeenten:
Waalwijk | Boxtel |
Een deel van de begrenzing van 'Landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Helmond | Someren | Eindhoven | ||
Asten | Heusden | Son en Breugel | Etten-Leur | ||
Baarle-Nassau | Hilvarenbeek | Steenbergen | Geertruidenberg | ||
Bergeijk | Land van Cuijk | Tilburg | Moerdijk | ||
Bergen op Zoom | Loon op Zand | Valkenswaard | Oosterhout | ||
Bernheze | Maashorst | Veldhoven | |||
Bladel | Meierijstad | Vught | |||
Boxtel | Nuenen Gerwen en Nederwetten | Waalre | |||
Breda | Oirschot | Woensdrecht | |||
Cranendonck | Oisterwijk | Zundert | |||
Deurne | Oss | Altena | |||
Drimmelen | Reusel-De Mierden | Boekel | |||
Eersel | Roosendaal | Eindhoven | |||
Geldrop-Mierlo | Rucphen | Gilze en Rijen | |||
Gemert-Bakel | 's-Hertogenbosch | Halderberge | |||
Heeze-Leende | Sint-Michielsgestel | Best |
Een deel van de begrenzing van de 'Groenblauwe mantel' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Helmond | Someren | |||
Asten | Heusden | Son en Breugel | |||
Baarle-Nassau | Hilvarenbeek | Steenbergen | |||
Bergeijk | Land van Cuijk | Tilburg | |||
Bergen op Zoom | Loon op Zand | Valkenswaard | |||
Bernheze | Maashorst | Veldhoven | |||
Bladel | Meierijstad | Vught | |||
Boxtel | Nuenen Gerwen en Nederwetten | Waalre | |||
Breda | Oirschot | Woensdrecht | |||
Cranendonck | Oisterwijk | Zundert | |||
Deurne | Oss | Eindhoven | |||
Drimmelen | Reusel-De Mierden | Etten-Leur | |||
Eersel | Roosendaal | Geertruidenberg | |||
Geldrop-Mierlo | Rucphen | ||||
Gemert-Bakel | 's-Hertogenbosch | ||||
Heeze-Leende | Sint-Michielsgestel |
Een deel van de begrenzing van de 'Gemengd landelijk gebied' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Breda | Hilvarenbeek | Son en Breugel | ||
Altena | Cranendonck | Land van Cuijk | Zundert | ||
Asten | Drimmelen | Maashorst | Best | ||
Baarle-Nassau | Eindhoven | Meierijstad | Bladel | ||
Bergeijk | Gemert-Bakel | Oirschot | Eersel | ||
Bergen op Zoom | Gilze en Rijen | Rucphen | Heeze-Leende | ||
Bernheze | Halderberge | 's-Hertogenbosch | Moerdijk | ||
Boekel | Helmond | Sint-Michielsgestel | Oosterhout | ||
Boxtel | Heusden | Someren | Reusel-De Mierden | ||
Roosendaal | Tilburg |
Een deel van de begrenzing van 'Beperkingen veehouderij' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Eindhoven | Reusel-De Mierden | Best | ||
Altena | Gemert-Bakel | Roosendaal | Etten-Leur | ||
Asten | Gilze en Rijen | Rucphen | Geertruidenberg | ||
Bergeijk | Heeze-Leende | 's-Hertogenbosch | Goirle | ||
Bergen op Zoom | Heusden | Son en Breugel | Loon op Zand | ||
Bladel | Hilvarenbeek | Steenbergen | Oirschot | ||
Boekel | Land van Cuijk | Tilburg | Oosterhout | ||
Breda | Maashorst | Waalre | |||
Drimmelen | Meierijstad | Zundert | |||
Eersel | Oisterwijk | Baarle-Nassau |
ln verband met wijzigingen in Natuur Netwerk Brabant en Stedelijk gebied wordt een deel van de begrenzing van de 'Attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Etten-Leur | Maashorst | Veldhoven | ||
Asten | Zundert | Meierijstad | Vught | ||
Baarle-Nassau | Eersel | Oirschot | Breda | ||
Bergeijk | Gemert-Bakel | Oisterwijk | Cranendonck | ||
Bergen op Zoom | Heeze-Leende | Roosendaal | Deurne | ||
Bernheze | Tilburg | Rucphen | Drimmelen | ||
Boekel | Heusden | 's-Hertogenbosch | Helmond | ||
Boxtel | Hilvarenbeek | Sint-Michielsgestel | Someren | ||
Altena | Land van Cuijk | Vught | |||
Bladel | Loon op Zand | Son en Breugel |
Door wijzigingen in de grenzen van 'Attentiezone waterhuishouding' worden de grenzen van het gebied 'Geen attentiezone waterhuishouding' in de volgende gemeenten gewijzigd:
Alphen-Chaam | Deurne | Maashorst | Boekel | ||
Vught | Drimmelen | Meierijstad | Boxtel | ||
Baarle-Nassau | Geertruidenberg | Oirschot | Eersel | ||
Someren | Gemert-Bakel | Oosterhout | Heusden | ||
Son en Breugel | Heeze-Leende | Roosendaal | Oisterwijk | ||
Bernheze | Helmond | Veldhoven | Rucphen | ||
Best | Tilburg | 's-Hertogenbosch | Sint-Michielsgestel | ||
Bladel | Hilvarenbeek | Asten | |||
Breda | Land van Cuijk | Bergeijk | |||
Cranendonck | Loon op Zand | Bergen op Zoom |
Een deel van de begrenzing van 'Behoud en herstel watersystemen' wordt in de volgende gemeenten gewijzigd:
Cranendonck | Geldrop-Mierlo | Land van Cuijk | 's-Hertogenbosch | ||
Etten-Leur | Gemert-Bakel | Rucphen | Sint-Michielsgestel |
Ter plaatse van wijzigingen in 'Natuur Netwerk Brabant' en 'Stedelijk gebied' zijn de gebieden met de normen voor wateroverlast indien nodig aangepast aan het nieuwe werkingsgebied:
Voor aanpassingen van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) in het Natuurbeheerplan (NBP) wordt eenmaal per jaar een procedure doorlopen met inspraak. Omdat het NNB ook in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV) is opgenomen en grenswijzigingen dus ook voor deze verordening relevant zijn, is er synchroon aan dit NBP-proces ook een procedure voor kaartaanpassing van het NNB in de IOV. Beide plannen worden zoveel mogelijk gelijktijdig ter inzage gelegd en daarna ter vaststelling aangeboden.
Aangezien hierdoor een kaartaanpassingsproces loopt, is er ook gelegenheid om correcties en actualisaties mee te nemen voor andere onderdelen op de kaart van de IOV. Deze komen naar voren bij de behandeling van bestemmingsplannen of vloeien voort uit vaststelling van andere besluiten, zoals een waterplan, of nieuwe gegevens. Bijvoorbeeld actuele gegevens van een waterschap over gerealiseerde ecologische verbindingszones. Ook deze kunnen in de kaartaanpassingscyclus met de NBP-procedure worden verwerkt.
In het ontwerp zijn alle onderdelen opgenomen waarop inspraak nodig is. Bij de vaststelling zijn ambtshalve wijzigingen toegevoegd voor onderdelen waarop de inspraak op andere wijze verzekerd is geweest, of waarop inspraak niet aan de orde is. Te denken valt aan wettelijke verplichtingen om rijksbesluiten te verwerken in deze verordening of het verwerken van geldende bestemmingsplannen. Ook kunnen bij de vaststelling diverse wijzigingen doorgevoerd worden die voortkomen uit gemeentelijke verzoeken en waarbij de inspraak samen heeft gelopen met een ruimtelijke (bestemmingsplan-)procedure.
Op 11 maart 2022 is de Omgevingsverordening Noord-Brabant vastgesteld. Deze geldt
nog niet, omdat deze verordening pas in werking kan treden op het moment dat de Omgevingswet
van kracht wordt.
Zodra de Omgevingsverordening van kracht wordt zullen alle kaartwijzigingen van de
IOV die tussen 11 maart 2022 en de inwerkingtreding zijn vastgesteld op hun beurt
weer via een wijziging in de kaarten van de Omgevingsverordening worden verwerkt.
Wijzigingen van het Natuur Netwerk Brabant (NNB) hebben doorwerking naar het Natuurbeheerplan (NBP), omdat daar ook het NNB verwijderd of toegevoegd dient te worden. De gronden die aan het NNB worden toegevoegd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant zijn opgenomen in het besluit voor het Natuurbeheerplan 2024. In het NBP is daarbij opgenomen welk natuurbeheertype deze gronden krijgen.
Dit besluit bevat voornamelijk wijzigingen van het NNB om ecologische redenen. Deze zijn bijvoorbeeld het gevolg van een herijking of opschoning van kaarten, of naar aanleiding van verzoeken van terreinbeherende organisaties. Voor de afwegingen voor de wijzigingen in het NNB verwijzen wij kortheidshalve naar de overwegingen in bijlage 2 Besluit Natuurbeheerplan 2024.
Er wordt beoordeeld of een aanpassing gewenst dan wel noodzakelijk is. Daarbij staat centraal dat er na aanpassing sprake blijft van een robuust, goed functionerend NNB.
De grenswijzigingen van het NNB worden op hoofdlijnen beschreven in deze toelichting. Een gedetailleerdere beschrijving van de wijzigingen is opgenomen in bijlage 2 Besluit Natuurbeheerplan 2024.
Een bijzondere categorie zijn de wijzigingen naar aanleiding van beschikkingen van het Groenontwikkelbedrijf. Het GOB verleent subsidies voor realisering van het NNB. Bij de subsidieverlening wordt een ecologische toets uitgevoerd. Het is niet altijd mogelijk natuurontwikkeling precies op de oorspronkelijk geplande locatie tot stand te brengen. In de praktijk kan dit op problemen stuiten, terwijl op een andere wijze in de nabijheid wel natuur is te realiseren. In zo'n geval kan het GOB soms ook subsidie verlenen voor gronden buiten de begrenzing van het NNB.
Deze nieuwe gronden zien wij mede als compensatiegrond vanwege kleinschalige aantastingen
van het Natuurnetwerk, waarbij de begrensde oppervlakte NNB in de IOV kleiner is geworden.
Dit kan het geval zijn bij plannen waarbij financiële compensatie (storting in de
provinciale compensatievoorziening) is toegepast of plannen waarbij de compensatie
wordt gerealiseerd binnen nog niet gerealiseerde delen van het NNB.
Daar waar het doel is om de oorspronkelijke kwalitatieve en kwantitatieve ambities
van het NNB in het desbetreffende gebied te behouden of te versterken is het nodig om
te borgen dat de percelen een natuurbestemming krijgen. Hierdoor kunnen ze niet op
termijn weer ingezet worden voor andere doeleinden. Daarom worden die gronden in de
Interim omgevingsverordening Noord-Brabant als NNB opgenomen. Hiermee ontstaat voor
de gemeente de verplichting er een passende natuurbestemming aan toe te kennen of,
als deze er al ligt, in stand te houden.
Ruim twintig jaar geleden heeft de provincie Noord-Brabant ecologische verbindingszones (EVZ's) aangewezen met indicatieve lijnen op de kaart. De provincie wil met EVZ's de uitwisseling van soorten tussen de belangrijke natuur- en leefgebieden van het Natuurnetwerk Brabant (NNB) versterken. In de Interim Omgevingsverordening (IOV) zijn instructieregels opgenomen voor gemeenten.
De provincie is in 2018 gestart met het actualiseren van het netwerk van EVZ's. In de loop der jaren zijn veel EVZ's gerealiseerd. Er is behoefte om de nog uit te voeren opgave duidelijk in beeld te houden en de ligging van de gerealiseerde EVZ's goed op kaart te zetten. Bij het actualiseren van de kaart verdwijnen EVZ's, zijn nieuwe EVZ's toegevoegd en is de ligging op een aantal plekken gewijzigd. Uitgangspunt bij de mutaties is dat er een sterk NNB ontstaat waarbij de EVZ's primair bedoeld zijn als verbindingen waarin soorten in staat zijn te migreren naar andere populaties in het NNB. EVZ's zijn ook goed voor het landschap, biodiversiteit, recreatie, waterhuishouding, enz. Echter voor het toekennen van de EVZ-functie aan een vlak moet sprake zijn van migratie van soorten tussen belangrijke natuur- en leefgebieden van het NNB.
Bij wijzigingsvoorstellen vraagt de provincie advies aan betrokken waterschappen en gemeenten, de Brabantse Milieufederatie en Natuurmonumenten.
In onderstaande tekst zijn de EVZ-wijzigingsvoorstellen 2023 per gemeente toegelicht. De EVZ-mutaties zijn zichtbaar op een WebViewer. Een EVZ-traject heeft een uniek nummer. In de tekst en in de WebViewer komen de EVZ-nummers met elkaar overeen. Het nummer van de EVZ wordt zichtbaar in de WebViewer door de EVZ aan te raken. De rode-trajecten zijn de EVZ-trajecten die komen te vervallen. De blauwe-trajecten zijn de EVZ-trajecten die worden toegevoegd.
Het EVZ-traject Keersop (382c) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.
Het EVZ-traject Strijper Aa en Knoflookpad (388a, b, c) verdwijnt van de kaart. Ten noorden van deze EVZ is in 2010 een natuurontwikkelingsproject uitgevoerd voor de knoflookpad. Het leefgebied voor de knoflookpad is hierdoor verbonden met het NNB waarmee migratiemogelijkheden zijn gewaarborgd.
Het EVZ-traject Groote Wetering - West (466a) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.
Het EVZ-traject Vossenbergse Vaart (099e) verdwijnt van de kaart. Dit traject verbindt geen NNB-gebieden met elkaar. Het zuidelijke deel van de EVZ is NNB en blijft op de kaart.
Het EVZ-traject Luchense Wetering - Zuid (366, 363c) verdwijnt van de kaart. Dit traject verbindt geen NNB-gebieden met elkaar. De situatie is ontstaan door de verstedelijking ter plekke. Ten oosten van het gebied zijn NNB-gebieden onderling met elkaar verbonden zodat migratie van soorten tussen natuurgebieden mogelijk is.
EVZ Groote Leij (214d t/m 214g) krijgt een nieuwe invulling. Het volledig realiseren van EVZ Groote Leij op de indicatieve lijn in het natuurbeheerplan lukt niet op vrijwillige basis. De gemeente en het waterschap krijgen de benodigde grond voor een EVZ niet verworven. Daarom is in samenwerking tussen gemeente Gilze en Rijen, gemeente Tilburg, waterschap Brabantse Delta en Staatsbosbeheer gezocht naar een alternatief traject voor dit EVZ-traject. Het huidige traject vervalt en een nieuw traject voegt de provincie toe op de kaart.
EVZ-traject Oeffeltse Raam - Zuid (567a, 567b) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.
EVZ Hapseweg / Hapsedijk (547a, 567b). De indicatieve lijn voor de EVZ ligt op de
Hapseweg. In het gebiedsproces verborgen raamvallei is voorgesteld de EVZ te verplaatsen
naar de Hapsedijk. De provincie neemt het voorstel over.
EVZ Sambeekse Uitwatering (575). De indicatieve lijn verbindt EVZ Oeffeltse Raam met
de Sint Jansbeek. Omdat in de nabijheid EVZ Oeffeltse Raam met de Sont Jansbeek verbonden
is, is de EVZ langs de Sambeekse Uitwatering voor de migratie van soorten niet noodzakelijk.
EVZ Oeffeltse Raam - Zuid (574a) verdwijnt van de kaart omdat de indicatieve lijn
samenvalt met het NNB.
EVZ Molenheide - Ullingse Bergen (551a) gaat van de kaart. Na onderzoek door de gemeente
Land van Cuijk heeft de gemeente het voorstel de EVZ Molenheide- Ullingse Bergen te
laten vervallen. De indicatieve lijn in het Natuurbeheerplan van de provincie ligt
langs openbare wegen (Peelkant, Noord) geprojecteerd op huiskavels waaronder particuliere
tuinen. Na gesprekken met de grondeigenaren is duidelijk geworden dat op de geprojecteerde
lijn een EVZ niet te realiseren is.
Het zuidelijke deel van EVZ Molenheide - Ullingse Bergen ligt in het NNB en kan komen
te vervallen.
Even richting het westen, parallel aan EVZ Molenheide - Ullingse Bergen, heeft de
provincie de EVZ Zoetendaal opgenomen in het Natuurbeheerplan. Het voorstel van de
gemeente is de deels gerealiseerde EVZ Zoetendaal te versterken zodat de migratie
van de doelsoort: 'das', zo goed mogelijk wordt gefaciliteerd.
EVZ Soeterbeekseweg (360) wordt richting het oosten en het westen verlengd om te waarborgen
dat de EVZ twee NNB-gebieden met elkaar verbindt.
EVZ Ruiting verdwijnt van de kaart. EVZ Ruiting loopt parallel aan de Essche Stroom. Bij de Essche Stroom vindt beekherstel plaats en ligt geheel in het NNB. Het aanleggen van EVZ Ruiting geeft geen meerwaarde voor het functioneren van het NNB en kan daarom vervallen.
EVZ Maasoeverdijk Dieden; Maasdijk gaat van de kaart omdat de indicatieve lijn samenvalt met het NNB.
EVZ Postbaan (79) gaat van de kaart. EVZ Molenbaan (080) is gerealiseerd door het aanleggen van natuur op de percelen RPN00 U 1395 en 1396 en het opnemen van de bestemming natuur in het bestemmingsplan. Hiermee zijn de omliggende NNB-gebieden met elkaar verbonden. EVZ Postbaan (079) voegt geen waarde toe voor migratie van soorten tussen NNB-gebieden en kan daarom vervallen.
Artikel 5.3 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant biedt de mogelijkheid om correcties en actualisaties door te voeren. Het kan dan gaan om feitelijke onjuistheden die doorgaans ook blijken uit ter plaatse geldende bestemmingsplannen. Maar ook om nieuwere ontwikkelingen of besluiten van Provinciale Staten, het Rijk of gemeenten die nog verwerkt moeten worden in de kaart.
Deze paragraaf bevat geconstateerde fouten in de begrenzing of andere actualisaties. De behoefte hieraan komt meestal naar voren bij een inventarisatie ten behoeve van nieuwe ontwikkelingen. Op dat moment blijkt soms dat de bestaande situatie en het geldende bestemmingsplan niet juist zijn verwerkt. Voorbeelden hiervan zijn:
Waar een ecologische verbindingszone (EVZ) is gerealiseerd, worden de percelen die met natuur zijn ingericht toegevoegd aan het gebied Natuur Netwerk Brabant. Is daarmee het hele traject klaar, dan komt tegelijkertijd het indicatief opgenomen (zoek-)gebied Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone te vervallen.
Daar waar de inrichting nog niet voldoende is om van een volwaardig functionerende evz te kunnen spreken blijft de aanduiding Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone op de kaart staan.
Soms wordt een gedeelte van een EVZ ingericht, waardoor bij dat gedeelte de aanduiding Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone vervalt en er op de plek van de inrichting Natuur Netwerk Brabant wordt toegevoegd.
Er is gebleken dat er een aantal onjuistheden in het bestand met gerealiseerde EVZ's zitten. Dit leidt tot verwijdering van het werkingsgebied NNB op een aantal percelen die onterecht als gerealiseerde EVZ aan het NNB zijn toegevoegd en tot toevoeging van de indicatieve lijnen van de NNB-evz op de nog niet geheel gerealiseerde tracés.
Op basis van vastgestelde en in werking getreden bestemmingsplannen voor nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen en dergelijke worden deze nieuwe stedelijke uitbreidingen toegevoegd aan het 'Stedelijk gebied'. Bij het aanpassen van deze grenzen in samenhang met geldende plannen kan ook het verwijderen van meestal kleinere delen stedelijk gebied aan de orde zijn.
Soms kunnen er daarbij enige afwijkingen zijn ten opzichte van de grenzen van een bestemmingsplan. Vanuit provinciale optiek zijn namelijk niet de komgrenzen doorslaggevend voor de vraag of een locatie tot stedelijk gebied behoort, maar de aanwezige ruimtelijke kenmerken zoals bebouwingsstructuur, -dichtheid en type functies. In komplannen kunnen bijvoorbeeld om praktische redenen ook percelen met een agrarische bestemming zijn opgenomen. Als deze aan de rand liggen, dan worden deze niet meegenomen in het stedelijk gebied in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. In het geval er in of aan de rand van het buitengebied grote of diepe vlakken met een bestemming Wonen zijn opgenomen op basis van de kadastrale eigendommen, is het vanuit de verordening wenselijk om alleen de strook langs de weg met daarin erf, woning en nabijgelegen bijgebouwen op te nemen.
Nabij de kom van Esch is een regionale kering met een veiligheidsnorm van 1/150 gerealiseerd. Deels lag er al een kering op dit traject. Deze is verbreed, verhoogd en verlengd en er is een stuk nieuw tracé aangelegd. De kaarten van de IOV worden hierop aangepast.
Bij Waalwijk Haven is er sprake van afwaardering van regionale keringen ten oosten van de vervangende waterkering, een nieuwe dam in het Zuiderkanaal.
Wijzigingen in kaartmateriaal van het Rijk die verplicht overgenomen moeten worden in de Interim omgevingsverordening, of andere besluitvorming van het Rijk die door moet werken. Bijvoorbeeld de grens van een defensieterrein dat geen deel uit mag maken van het Natuur Netwerk Brabant, of een vastgesteld tracébesluit voor een rijksweg. Omdat hier al inspraak op is geweest, is nogmaals inspreken op de uit de rijksbesluiten voortvloeiende wijzigingen in de IOV niet aan de orde en worden de aanpassingen direct doorgevoerd bij de vaststelling van de wijzigingsverordening.
Deze categorie is niet aan de orde in deze wijzigingsverordening.
Werkingsgebieden die geactualiseerd moeten worden op basis van een besluit van Provinciale Staten, bijvoorbeeld de vaststelling van een inpassingsplan dat leidt tot andere grenzen van het NNB of de wijziging van een andere provinciale verordening. Ook een wijziging van een andere provinciale verordening met kaartmateriaal kan gevolgen hebben voor de vergelijkbare aanduiding in de Interim omgevingsverordening. Daarbij is het uitgangspunt dat er geen inspraak op inspraak plaats vindt, net als bij geldende bestemmingsplannen die duidelijk één-op-één in het kaartmateriaal van de verordening opgenomen kunnen worden. Inspraak en rechtsbescherming is dan al in de eerdere procedure aan de orde geweest. Alleen indien de kaartaanpassing van de verordening niet eenduidig voortvloeit uit de kaarten bij het inpassingsplan, wordt de voorgenomen wijziging opgenomen in het ontwerpplan.
Deze categorie is niet aan de orde in deze wijzigingsverordening.
Gemeenten kunnen soms een bestemmingsplan niet vaststellen of geen medewerking verlenen aan een omgevingsvergunningaanvraag vanwege strijd met de werkingsgebieden in de Interim omgevingsverordening (IOV). Er kan dan door de gemeente verzocht worden om één of meerdere van de werkingsgebieden te wijzigen. In de IOV zijn regels opgenomen over de procedure die daarvoor gevolgd moet worden. Een belangrijk onderdeel van de procedure is dat de gemeente ervoor zorgt dat in de ruimtelijke procedure samen met het ontwerp van het bestemmingsplan of de vergunning het voornemen tot verzoek om herbegrenzing ter inzage ligt. Op dit voornemen kunnen reacties ingediend worden, net als op het bestemmingsplan/de omgevingsvergunning.
Als geen zienswijzen worden ingediend en de wijziging akkoord is kon de gemeente ervoor kiezen om het definitieve besluit over de wijziging van het werkingsgebied mee te laten nemen bij de vaststelling van deze wijziging van de IOV. De gemeente hoeft voor de besluitvorming over de ruimtelijke procedure dan niet te wachten op een afzonderlijk besluit tot wijziging van de IOV.
In onderstaande paragrafen worden de verzoeken om herbegrenzing kort beschreven, waarbij aandacht wordt besteed aan de reden voor het verzoek en de overwegingen met betrekking tot het akkoord over de aanpassing van de grenzen.
Het bestemmingsplan Van Lier Park voorziet in de herontwikkeling van de voormalige bedrijfslocatie van een schoenfabriek naar woningbouw. Tevens vindt er een sanering plaats van een paardenhouderij (44 paarden) aan de Klokkenlaan 30-32 aan de zuidelijke rand van de kern Loon op Zand. Rondom dit gebied wordt een gevarieerd en dorps woonmilieu ontwikkeld met een mix van woningtypen. Een deel van deze ontwikkeling ligt binnen het Landelijk gebied, zoals opgenomen in de IOV. Binnen het Landelijk gebied is woningbouw in deze mate niet toegestaan en het bestemmingsplan zou daarom geen doorgang kunnen vinden.
In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling zonder realistische alternatieven die past binnen de diep/ rond/ breed principes. De nieuwe woonwijk ligt tegen het bestaand stedelijk gebied aan en er is sprake van een goede landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.
Het bestemmingsplan BT Vossenberg 2008, 9e herziening voorziet in een bestemming ‘wonen’ voor een bestaande en vergunde woning aan de Dongenseweg, waarvoor tot dusver alleen een functie-aanduiding was opgenomen.
De gronden aan de Dongenseweg vallen samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.
In de toelichting van het bestemmingsplan BT Vossenberg 2009, 9e herziening en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke inpassing, wordt geborgd dat bestaande losse bebouwing in de directe omgeving wordt gesloopt en vindt financiële compensatie plaats. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.
Het bestemmingsplan maakt de realisatie van één woning buiten bestaand Stedelijk gebied mogelijk. Er wordt niet aan de voorwaarden voor nieuwbouw van een woning buiten Stedelijk gebied voldaan, zoals deze zijn opgenomen in de IOV. Vandaar dat het plan in strijd is met de IOV tenzij een grenswijziging van het Stedelijk gebied plaatsvindt.
Wij hebben het verzoek om toevoeging van Stedelijk gebied beoordeeld en daarbij het volgende overwogen:
Het perceel ligt direct ten noorden van relatief intensieve stedelijke bebouwing en aan de overzijde van de Kerkweg loopt de stedelijke bebouwing verder door naar het noorden. Zoals in de toelichting van het bestemmingsplan wordt aangegeven doet de ontwikkeling niet af aan de waarden van de bestaande laanstructuur en de verder weg gelegen oude akkercomplexen. Ook gezien vanuit de lagenbenadering is het een ontwikkeling die zich leent voor een kleine aanpassing van het ‘Stedelijk gebied’. De eerste laag kent hier geen bijzondere elementen, het gaat hier om gemengd landelijk gebied zonder belangrijke cultuurhistorische waarden of iets dergelijks. Met name de tweede laag met de infrastructuur en de derde laag met de bestaande bebouwing zijn hier bepalend. Het plangebied is gelegen aan de rand van de kern, aan een bestaande weg die de verbinding tussen de kern en het landelijke gebied vormt. Het is gewenst om een stedelijke uitbreiding te oriënteren op bestaande infrastructurele dragers zoals in dit geval de Kerkweg. Ook de kenmerken van de derde laag dragen bij aan de conclusie dat hier sprake is van een aanvaardbare ontwikkeling. Ten zuiden en ten westen staat al bebouwing die onderdeel uitmaakt van de stedelijke structuur en daarmee ook
‘Stedelijk gebied’ en de gewenste uitbreiding sluit aan bij de bebouwing langs het lint. De ontwikkeling gaat gepaard met een kwaliteitsverbetering van het landschap, welke geborgd is in het vastgestelde bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan Transvaal 65 voorziet in de bouw van 2 woningen. Deze ontwikkeling ligt binnen het Landelijk gebied, zoals opgenomen in de IOV. Binnen het Landelijk gebied is woningbouw in alleen via een aantal voorwaarden mogelijk. Echter omdat deze ontwikkeling gevoelsmatig binnen het stedelijk gebied ligt zoals beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling die past binnen de diep/ rond/ breed principes.
Het bestemmingsplan ‘Snelfietsroute F58- deel Oost voorziet in de snelfietsverbinding tussen Bergen op Zoom en Roosendaal. Het plan maakt onderdeel uit van de ambitie van de provincie om het gebruik van de fiets verder te stimuleren. In het ambitiedocument “Fiets in de Versnelling” wordt het belang van 9 prioritaire snelfietsroutes in de regio benadrukt. De verbinding tussen Roosendaal en Bergen op Zoom is er hier een van.
Een deel van de gronden waar de snelfietsroute wordt geprojecteerd valt samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.
In de toelichting van het bestemmingsplan ‘Snelfietsroute F58, deel Oost’ en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt fysieke compensatie plaats. De compensatiepercelen liggen binnen het bestaande NNB aan weerszijden van het fietspad, zoals aangeduid op Kaart 1. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.
Het bestemmingsplan Herinrichting N321 Grave-Beers maakt de herinrichting van de N321 tussen de kernen Grave en Beers mogelijk. Deze herinrichting bestaat voornamelijk uit het veiliger maken van de route tussen Grave en Beers. Een gedeelte van de gronden aan de noord- en zuidzijde van de weg valt samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.
In de toelichting van het bestemmingsplan Herinrichting N321 Grave-Beers en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt fysieke compensatie plaats. De compensatiepercelen worden met dit besluit binnen het NNB gebracht. Deze gronden zijn gelegen aan de zuidzijde van de N321 ter hoogte van de Cuykschesteeg. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.
Het bestemmingsplan Kapelbergstraat ong. voorziet in de realisatie van een ruimte-voor-ruimte woning aan de Kapelbergstraat te Sint Michielsgestel. Een gedeelte van de planlocatie is gelegen binnen gebied met de aanduiding reservering waterberging.
In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt onderbouwd dat verwijdering van de aanduiding reservering waterberging van een gedeelte van de planlocatie past binnen de voorwaarden van de IOV.
Het bestemmingsplan ‘Troprijt 10 Bladel’ voorziet onder andere in het planologisch in overeenstemming brengen van de feitelijke situering van de golfbaan. Bij de aanleg van de golfbaan is een deel van de golfbaan in de natuurstrook aangelegd. Deze gronden vallen samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.
In de toelichting van het bestemmingsplan ‘Troprijt 10 Bladel’ en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt fysieke compensatie plaats. De compensatiepercelen liggen binnen het bestaande NNB op de golfbaan. Daarnaast vindt aanvullende aanleg van natuur plaats en wordt er NNB toegevoegd. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.
Het bestemmingsplan voorziet in woningbouwontwikkeling aan de noordzijde van de kern Goirle.
In verband met de ligging van de aanduiding (reservering) waterbergingsgebied aan de noordzijde van Goirle op de kaart van de IOV, kan de woningbouwontwikkeling alleen plaatsvinden, nadat wijziging van de begrenzing van deze aanduidingen heeft plaatsgevonden. Daarbij wordt tevens zorg gedragen, dat het waterbergend vermogen van het gebied niet wordt belemmerd.
In het bestemmingsplan is voldoende onderbouwd dat het waterbergend vermogen in dit gebied niet wordt aangetast en heeft het waterschap uitvoerig hierover geadviseerd.
Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald en geborgd in het gemeentelijk plan, dat daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.
Het plan voorziet in het toevoegen van een woning in het bestaand stedelijk gebied te Riethoven. De locatie is echter gelegen binnen de provinciale aanduiding ‘Regionale waterberging’. Het toevoegen van bebouwing is dan op basis van de regels in de IOV in principe uitgesloten. Uit het plan blijkt de wijze waarop het perceel ingericht gaat worden. De woning wordt gesitueerd direct langs de weg waarbij ook sprake is van verhoging. Deze verhoging (en daarmee de afname van het waterbergend vermogen) wordt op het perceel gecompenseerd door afgraving. Op basis hiervan verlenen wij medewerking aan de wijziging van het werkingsgebied ‘Regionale waterberging’.
Het plan voorziet in het toevoegen van maximaal 32 woningen aan de noordzijde van Milheeze, grenzend aan het stedelijk gebied zoals opgenomen in de IOV. De locatie zelf is gelegen binnen de provinciale aanduiding ‘Landelijk gebied’. Het toevoegen van stedelijke bebouwing is dan op basis van de regels in de IOV in principe uitgesloten. Uit het plan blijkt dat de locatie aan de hand van de lagenbenadering is beoordeeld op geschiktheid voor stedelijke uitbreiding. Het plan houdt rekening met de daarbij aangetroffen kenmerken van het gebied (De Berken als ontsluiting, behoudt ‘heuvel’, laaggelegen gedeelte als waterberging). Het plan voorziet ook in de vereiste kwaliteitsverbetering van het landschap door een passende bijdrage in het gemeentelijk Groenfonds.
Wij kunnen daarom instemmen met deze stedelijke ontwikkeling en verlenen medewerking aan de wijziging van de kaarten van de IOV in de eerstvolgende kaartaanpassingsronde waardoor het plan De Berken, Milheeze en de IOV met elkaar in overeenstemming zullen zijn.
Het verkeers- en vervoerbeleid in Eindhoven en in de regio is erop gericht de vraag naar mobiliteit te faciliteren op een zodanige wijze dat betrouwbare reistijden worden gerealiseerd met behoud van een prettig en gezond leefmilieu. De fiets wordt als een steeds aantrekkelijker alternatief gezien voor de auto. De concurrentiepositie van de fiets wordt onder andere verbeterd door het aanleggen van snelle en comfortabele (regionale) snelfietsroutes. Omdat naast snelheid en comfort ook directheid en veiligheid belangrijke aspecten zijn spreken we bij voorkeur over doorfietsroute. Een van die fietsroutes is de route Eindhoven – Nuenen C.A. – Geldrop-Mierlo - Helmond, te realiseren aan de noordzijde van het spoor.
Een deel van de gronden waar de fietsroute wordt geprojecteerd valt samen met de gronden waarvoor in de IOV het NNB is opgenomen. De regels van de IOV hebben hier als uitgangspunt de ontwikkeling en bescherming van natuur. Het bestemmingsplan kan geen doorgang vinden zolang het werkingsgebied NNB hier van toepassing is.
In de toelichting van beide bestemmingsplannen ‘Fietspad Eindhoven - Helmond’ en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt echter onderbouwd dat aan de regels behorend bij een verzoek voor kleinschalige ingrepen NNB (artikel 3.21 IOV) wordt voldaan. Zo is sprake van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing en vindt financiële compensatie plaats. Planologisch is dit op een juiste wijze doorvertaald in de gemeentelijke plannen, die daarmee voldoet aan de daaraan gestelde regels in de IOV.
Op de locatie Meerheide ong. in Eersel, op bedrijventerrein 'Meerheide', is een transport- en logistiek bedrijf gevestigd. Het plan voorziet in de uitbreiding van de bedrijfsbestemming omdat binnen het huidige plangebied niet voldoende ruimte is voor een parkeervoorziening. De huidige bedrijfsbestemming is gelegen binnen het provinciale werkingsgebied 'bestaand stedelijk gebied'. De uitbreiding vindt plaats binnen het provinciale werkingsgebied 'gemengd landelijk gebied'. Om de uitbreiding doorgang te kunnen laten vinden is een grenswijziging van het werkingsgebied 'bestaand stedelijk gebied' noodzakelijk. In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de IOV. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling zonder realistische alternatieven die past binnen de diep/ rond/ breed principes. De uitbreiding van het bedrijf vindt aansluitend aan het bedrijventerrein plaats en ligt tegen het bestaand stedelijk gebied aan. Er is sprake van een landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.
Het plan voor de Heuveleindseweg voorziet in de realisatie een kleine woonwijk grenzend aan het Stedelijk gebied in de IOV op gronden die in de IOV nu nog Landelijk gebied zijn. De ontwikkeling omvat o.a. bouwkavels voor vrijstaande woningen, seniorenwoningen in het kader van een CPO project. Daarnaast zal het aangrenzende volkstuinencomplex worden uitgebreid.
In de toelichting van het bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende stukken wordt onderbouwd dat verwijdering van Landelijk gebied en toevoeging van Stedelijk gebied past binnen de lijn van de IOV zoals beschreven in hoofdstuk 3. Zo is sprake van een duurzame ontwikkeling die past binnen de diep/ rond/ breed principes. Er is sprake van een goede landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering en een juiste planologische vertaling hiervan in het plan.
In de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is het 'Natuur Netwerk Brabant' (NNB) begrensd, ofwel hierbij is bepaald welke percelen deel uitmaken van het NNB. De verordening verplicht gemeenten om voor deze gronden in een bestemmingsplan een bestemming en regels op te nemen die de bestaande natuur beschermt. Toekomstige natuur moet ook worden beschermd, maar dan tegen ontwikkelingen die natuurontwikkeling later moeilijker of onmogelijk maken. Welk type natuur binnen de grenzen van het NNB aanwezig is of wordt nagestreefd is niet in de verordening opgenomen, maar in het Natuurbeheerplan (NBP) dat jaarlijks wordt geactualiseerd. De hierin opgenomen natuurdoelen zijn van belang voor subsidiemogelijkheden en voor de door de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant voorgeschreven beschermende voorschriften in bestemmingsplannen.
Particulieren en natuurbeherende organisaties kunnen vanuit een ecologische invalshoek
verzoeken om aanpassing van het NBP. In het merendeel van de gevallen wordt verzocht
om andere natuurdoeltypes. Een wijziging van natuurdoeltype heeft geen invloed op
de grenzen van het NNB en dus ook niet op de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant.
Een deel van de verzoeken heeft echter (ook) betrekking op de grenzen. Overigens gaat
het bij de grenswijzigingen die deel uitmaken van een verzoek om aanpassing van het
Natuurbeheerplan ook regelmatig om een inmiddels aan het licht gekomen onjuistheid.
Op het moment dat het verzoek om aanpassing van het natuurbeheerplan ook een verzoek
om wijziging van NNB-grenzen inhoudt en wij op ecologische gronden van oordeel zijn
dat het verzoek terecht is, is het wenselijk om ook de grenzen van het NNB in de Interim
omgevingsverordening Noord-Brabant aan te passen. Dit heeft vervolgens ook doorwerking
naar de grenzen die in het Natuurbeheerplan worden gehanteerd. Waar er NNB toegevoegd
wordt zal in het kader van het Natuurbeheerplan de ambitie en het natuurbeheertype
worden vastgelegd.
In Bijlage 1 zijn de artikelen opgenomen uit de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant die voor deze wijzigingsverordening relevant zijn. De bevoegdheid van Gedeputeerde Staten (GS) is beschreven in artikel 5.3. Daarin wordt onder andere aangegeven dat GS bevoegd zijn de kaarten te wijzigen als er sprake is van kennelijke onjuistheden en/ of de begrenzing niet in overeenstemming is met een vastgesteld bestemmingsplan. In situaties waarin zonder meer duidelijk sprake is van een fout of noodzakelijke actualisatie in het kaartmateriaal zoals bij een inmiddels gerealiseerde woonwijk, kan zonodig een correctie plaats vinden zonder voorafgaande inspraak. Bij correcties van onjuistheden die niet eenvoudig kenbaar zijn is het uitgangspunt dat deze wel verlopen via een inspraakprocedure. Dan is de noodzakelijke wijziging niet aan de hand van het kaartbeeld in combinatie met topografische ondergrond, luchtfoto en eventueel bestemmingsplan te constateren, maar bijvoorbeeld alleen met wetenschap van achterliggende gegevens of documenten met uitgangspunten voor de begrenzing.
In artikel 5.3 lid 1 en 2 van de IOV worden de gevallen benoemd waarin GS bevoegd zijn het werkingsgebied NNB te wijzigen. Hierin is bepaald dat de wijziging tot doel moet hebben om de ecologische samenhang van het Natuur Netwerk Brabant te verbeteren en dat de kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuur Netwerk Brabant behouden of versterkt dienen te worden. Door versterking van de ecologische samenhang van het NNB draagt de wijziging bij aan een doelmatige uitvoering en aan het doel van het werkingsgebied. Het artikel vormt de overkoepelende basis van de aanpassingsbevoegdheid van GS, oftewel het kader waarbinnen wijzigingen van het NNB door GS plaats mogen vinden. Het gaat hierbij om het NNB op de schaal van de provincie Noord-Brabant, dus op een hoger abstractieniveau dan 'slechts' de individuele locaties waarvoor wijziging plaatsvindt via deze verordening.
In hoofdstuk 1 van deze toelichting en in bijlage 2 Besluit Natuurbeheerplan 2024 worden de aanpassingen van het NNB toegelicht.
Verschillende werkingsgebieden in de IOV hangen met elkaar samen. Wijziging van het NNB en Stedelijk gebied leiden daardoor automatisch tot aanpassing van andere werkingsgebieden. In de volgende paragrafen wordt hierop ingegaan. In deze 'afgeleide' wijzigingen die een technisch en daarmee automatisch gevolg zijn van de wijze van kaartopbouw van de IOV wordt bij deze wijzigingsverordening ook voorzien.
De Interim omgevingsverordening is digitaal. Dit betekent dat alle regels gekoppeld zijn aan een op een digitale kaart weergegeven werkingsgebied. Door op een willekeurige punt in de kaart te klikken, kan iemand zien welke regels op die plek gelden.
In de IOV zijn het Stedelijk gebied, het Natuur Netwerk Brabant en het Landelijk gebied (onderverdeeld in groenblauwe mantel en het gemengd landelijk gebied) gebiedsdekkend opgenomen. Deze gebieden sluiten op elkaar aan en overlappen niet. Dit betekent dat een wijziging in één van deze legenda-eenheden ook gevolgen heeft voor het aangrenzende gebied. Er kan niet volstaan worden met enkel de verwijdering of toevoeging van een van deze drie gebieden, dit zou namelijk respectievelijk een 'witte vlek' of een overlap in de kaart opleveren. Er moet dan dus ook altijd iets gewijzigd worden in een van de andere werkingsgebieden.
De hoofdregels voor toekenning van het vlak waar het NNB is verwijderd zijn als volgt:
Andersom brengt de herbegrenzing ook met zich mee, dat op de locatie waar NNB wordt toegevoegd, één van de andere werkingsgebieden (Landelijk gebied met Gemengd landelijk gebied of Groenblauwe mantel, Stedelijk gebied) vervalt.
Bij het toevoegen van Stedelijk gebied zal meestal Landelijk gebied samen met Gemengd landelijk gebied of Groenblauwe mantel verwijderd worden.
De regels van Stedelijk gebied zijn strenger dan van Beperkingen veehouderij. Daarom kan de laatste vervallen bij toevoeging van Stedelijk gebied.
Andersom komt het ook voor, dat waar het werkingsgebied Stedelijk gebied komt te vervallen, de genoemde gebiedsaanduiding wordt toegevoegd zodat deze goed blijft aansluiten op de gewijzigde grens van Stedelijk gebied.
Voor het NNB geldt, dat dit altijd binnen Beperkingen veehouderij valt. Dit wordt dus zonodig toegevoegd bij uitbreiding van het NNB en eventueel verwijderd bij het verwijderen van percelen uit het NNB.
De aanduiding Verstedelijking afweegbaar heeft geen betekenis meer op het moment dat ter plaatse Stedelijk gebied wordt toegevoegd en wordt dan verwijderd.
Werkzaamheden zoals bijvoorbeeld grondwateronttrekking, het graven van sloten en aanleggen van drainage, kunnen invloed hebben op de waterhuishouding in een gebied. Dergelijke activiteiten kunnen zo nadelige gevolgen hebben voor verdrogingsgevoelige natuur in de nabijheid. Om dit type natuur te beschermen is in de Interim omgevingsverordening een 'Attentiezone waterhuishouding' opgenomen die mede is afgestemd op de grenzen van het NNB.
Wijzigingen in de buitengrenzen van het NNB leiden daardoor vaak tot aanpassing van de grens van de 'Attentiezone waterhuishouding'. Deze vallen echter niet altijd 1-op-1 samen met de wijziging van het NNB. Tot op welke afstand activiteiten mogelijk invloed kunnen hebben op een natuurgebied hangt namelijk af van lokale omstandigheden.
Daar waar geen 'Attentiezone waterhuishouding' geldt, ligt het werkingsgebied 'Geen Attentiezone waterhuishouding'. Deze gebieden sluiten op elkaar aan en overlappen niet. Dit betekent dat een toevoeging van het ene werkingsgebied leidt tot verwijdering van het andere werkingsgebied en andersom.
Waar de herbegrenzing van het NNB daar aanleiding toe geeft zijn er ook verwijderingen en toevoegingen van 'Attentiezone waterhuishouding' en 'Geen Attentiezone waterhuishouding' opgenomen.
In de IOV zijn ook normen voor wateroverlast opgenomen waar het Waterschap rekening mee moet houden bij het waterbeheer. Deze hangen samen met het grondgebruik. Voor het bebouwd gebied van dorpen en steden zijn de normen strenger dan voor het gebied daarbuiten. Natuurgebieden en gebieden die in de IOV zijn aangewezen voor reservering waterberging en regionale waterberging zijn normvrij.
Dit betekent dat een wijziging van het NNB of het Stedelijk gebied vaak ook een wijziging in de gebieden met normen voor wateroverlast met zich meebrengt. Waar het NNB vervalt en er in het aangrenzende gebied een strengere norm geldt, zullen de betrokken gronden uit het normvrij gebied gehaald worden en toegevoegd worden aan de strengere norm. Andersom geldt ook, dat gronden met een strengere norm die aan het NNB worden toegevoegd, onder het normvrij gebied komen te vallen.
Omdat er vele verspreid liggende wijzigingen zijn is er vanuit praktische overwegingen een hele nieuwe provinciedekkende laag aangemaakt.
Waar er sprake is van 'natte' EVZ's is er vaak sprake van samenvallende werkingsgebieden NNB-EVZ en Behoud en herstel van watersystemen. Aanpassing van het werkingsgebied NNB-EVZ leidt dan meestal ook tot wijziging van Behoud en herstel van watersystemen. In dit geval is deze bijkomende wijziging ook verwerkt.
De wijziging heeft alleen betrekking op de begrenzingen van een beperkt aantal gebieden in de IOV. Daarom dient naast dit wijzigingsbesluit ook altijd de Interim omgevingsverordening te worden geraadpleegd:
Op 11 april 2023 heeft het college van Gedeputeerde Staten besloten tot de vaststelling van het ontwerp van de 'Wijziging Interim omgevingsverordening - kaartaanpassingen 2023' met planidn: NL.IMRO.9930.IOVwijzkaarten2023-on01. Op 11 april 2023 is ook het ontwerp Natuurbeheerplan vastgesteld. Dit ontwerp hangt samen met de aanpassing van de kaarten in de wijziging van de IOV. Beide ontwerpen zijn 6 weken ter inzage gelegd.
Er zijn 6 reacties ingediend op de ontwerpen van de wijziging Interim omgevingsverordening en het Natuurbeheerplan. Deze reacties zijn beantwoord in de Nota van inspraak en wijzigingen bij de Wijziging Interim omgevingsverordening - kaartaanpassingen 2023 en Natuurbeheerplan 2024.
De ingekomen reacties hebben geleid tot een aantal wijzigingen ten opzichte van het ontwerp die beschreven zijn in genoemde Nota, welke is opgenomen in bijlage 3.
Artikel 5.3 Wijziging grenzen van werkingsgebieden
lid 1
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd de in deze verordening opgenomen grenzen van een werkingsgebied te wijzigen als één of meer van de volgende gevallen zich voordoet:
a. de wijziging is nodig voor een doelmatige uitvoering;
b. de wijziging draagt bij aan het doel waarvoor het werkingsgebied is opgenomen;
c. de wijziging past binnen de uitgangspunten en basisprincipes van deze verordening;
d. er is sprake van kennelijke onjuistheden in de begrenzing;
e. de begrenzing van een gebied is niet langer in overeenstemming met een bestemmingsplan dat overeenkomstig artikel 3.8, derde lid, Wet ruimtelijke ordening is vastgesteld.
lid 2
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van het Natuur Netwerk Brabant dat:
a. een wijziging van de grens van Natura2000 niet is toegestaan;
b. de wijziging tot doel heeft de ecologische samenhang van het Natuur Netwerk Brabant te verbeteren;
c. de kwalitatieve en kwantitatieve ambities van het Natuur Netwerk Brabant worden beho
of versterkt.
lid 3
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Attentiezone waterhuishouding dat de beoogde ontwikkeling waarvoor de wijziging nodig is, geen nadelig effect heeft op de waterhuishouding ter plaatse.
lid 4
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Verstedelijking afweegbaar dat:
a. dit past binnen de regionale afspraken als bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;
b. dit nodig is vanwege een stedelijke ontwikkeling die tot een duidelijke verbetering van de stedenbouwkundige of landschappelijke kwaliteit leidt;
c. de gewenste uitbreidingsrichting aanvaardbaar is of de behoefte aan de uitbreidingsrichting is vervallen.
lid 5
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een wijziging van de grenzen van Beperkingen veehouderij dat:
a. het een ondergeschikte wijziging van het gebied betreft;
b. is aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat mede gelet op aspecten vanuit milieu en volksgezondheid;
c. er geen aantasting van in de nabijheid gelegen ecologische waarden plaatsvindt.