Hoofdstuk 5 RUIMTELIJKE KWALITEIT

De Provincie Noord-Holland zorgt voor behoud van het Noord-Hollandse landschap door verdere ontwikkeling van de kwaliteit en diversiteit ervan.



5.1 BEHOUD EN ONTWIKKELING NOORD-HOLLANDSE CULTUURLANDSCHAPPEN

De verschillende landschappen en de rijkdom aan cultuurhistorie zijn de kracht van Noord-Holland. De veenweiden, de droogmakerijen, de West-Friese Omringdijk, de Stelling van Amsterdam en het Blauwe Hart (Markermeer-IJmeer) zijn geliefd en uniek. Ze maken Noord-Holland tot een prettige provincie om te wonen, te werken en te recreëren. De landschappen zijn van groot belang voor de aantrekkelijkheid van Noord-Holland als vestigingsplaats voor internationaal concurrerende bedrijven en hun kenniswerkers.

De Provincie Noord-Holland wil deze (cultuur)landschappen optimaal gebruiken door hun kenmerken te koesteren en te benutten bij nieuwe ontwikkelingen. De Provincie zorgt dat ontwikkelingen die buiten bestaand bebouwd gebied tot stand komen, plaatsvinden op basis van de karakteristieke eigenschappen, het zogenaamde Landschaps-DNA, van de verschillende landschappen.

Nieuwe plannen dienen de ontwikkelingsgeschiedenis, de ordeningsprincipes en bebouwingskarakteristiek van het landschap en de inpassing in de wijdere omgeving als uitgangspunt te hanteren. Mogelijke negatieve effecten dienen te worden gecompenseerd.

Pas na het aantonen van nut en noodzaak en het verkennen van binnenstedelijke verdichtings- en transformatiemogelijkheden, worden ontwikkelingen buiten bestaand bebouwd gebied door een ontheffing toegestaan. De “Adviescommissie voor Ruimtelijke Ontwikkelingen” (ARO) adviseert Gedeputeerde Staten over ruimtelijke ontwikkelingen buiten het bestaand bebouwd gebied. De ARO heeft als doel te adviseren over de kwaliteit van beoogde uitbreiding en kwaliteit van de landschappelijke inpassing.

De Provincie Noord-Holland onderscheidt de volgende landschapstypen:
- Jong duinlandschap
- Strandwallen en strandvlaktelandschap
- Keileemlandschap
- Stuwwallenlandschap
- Oude zeekleilandschap
- Aandijkingenlandschap
- Veenweidelandschap
- Droogmakerijen

De Provincie Noord-Holland omschrijft ruimtelijke kwaliteit aan de hand van kernkwaliteiten van het landschap. Natuurlijke omstandigheden en vooral ook menselijk handelen, hebben in ieder landschap hun eigen sporen nagelaten. Nieuwe ontwikkelingen moeten zich tot deze karakteristieken verhouden. Elk landschapstype heeft zijn eigen specifieke kernkwaliteiten die gebieden een eigen karaker en identiteit geven. De voornaamste kernkwaliteiten zijn: archeologie en tijdsdiepte (tezamen ‘ondergrond’), aardkundige waarden, historische structuurlijnen, cultuurhistorische objecten en openheid, duisternis en stilte (tezamen landschaps-DNA) en dorps-DNA.

Uitvoeringsprogramma:

  • Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkelingen (ARO) en verordening artikel 4.
  • Leidraad Landschap en Cultuurhistorie.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Wieringerrandmeer.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Wonen in het Groen.
  • Nationaal landschap Groene Hart.
  • Nationaal landschap Laag-Holland.
  • Nationaal landschap Stelling van Amsterdam.
  • Nationaal landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie.
  • Grootschalige windmolenparken.
  • Onderzoek landgoederen.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Blauwe Hart.
  • Project kustplaatsen.
     


5.1.1 Archeologie en tijdsdiepte

Hoe ouder de bewoningsgeschiedenis, hoe groter de gelaagdheid en daarmee de tijdsdiepte van het landschap. In het huidige landschap zijn nog steeds structuren en objecten uit verschillende perioden van de geschiedenis te herkennen. Hoe langer de ontwikkelingsgeschiedenis, hoe meer ‘lagen’ van deze objecten over elkaar heen liggen. In elke periode wordt weer een nieuwe laag toegevoegd.
Zo hebben de oude zeekleilandschappen, de strandwallen en strandvlaktelandschappen en het veenweidelandschap een grote tijdsdiepte en hebben de op het water gewonnen landschappen als de droogmakerijen en het aandijkingenlandschap een kleinere tijdsdiepte.
De provincie Noord-Holland gaat uit van een ontwikkelingsgerichte benadering; ook tegenwoordige ruimtelijke ontwikkelingen vormen het landschap, zodat zorgvuldig wordt omgegaan met de bestaande (historische) kenmerken van het landschap.
De Provincie Noord-Holland wil dat de gelaagdheid van het landschap als kernkwaliteit wordt meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen.
 



5.1.2 Aardkundige waarden

De Provincie beschermt ook de ondergrond van de bijzondere landschappen. Zolang aardkundige verschijningsvormen (zoals stuwwallen, duinen, wadden en beekdalen) onaangetast zijn, vertellen ze veel over de ontstaansgeschiedenis van Noord-Holland en de krachten die daarbij een rol speelden: wind, water, ijs en getijden. Behoud en ontwikkeling van aardkundige waarden is van belang gezien de onschatbare waarde van aardkundig erfgoed voor de inwoners van Noord-Holland en Nederland. De provincie heeft 17 aardkundige monumenten en 63 gebieden aangewezen als aardkundig waardevol.



5.1.3 Beleving van landschappen: openheid, duisternis en stilte

Een kenmerk van het landschap dat bepalend is voor de waarneming en beleving van het landschap is openheid. De mate van openheid wordt bepaald door de mate waarin elementen zoals beplanting, bebouwing en grondlichamen boven de ooghoogte van de waarnemer afwezig zijn. Ook duisternis en stilte zijn belangrijke kernwaarden van de beleving van een landschap. De Provincie Noord-Holland wil dat openheid en beleving van landschappen als kernkwaliteit worden meegenomen bij ruimtelijke ontwikkelingen op drie niveaus:
- gehele provincie: beschermen van een aantal kenmerkende zeer open, donkere en stille gebieden op provinciale schaal;
- landschapstype: de voor een bepaald landschapstype kenmerkende typologie van openheid of geslotenheid en “ruimtevorm”;
- lokale situatie: de visuele beleving van de openheid in een specifieke situatie op basis van de zogenaamde ‘zichtveldmethode’.
 



5.1.4 Dorps-DNA

Onder dorps-DNA verstaat de Provincie Noord-Holland de kernkwaliteiten van de Noord-Hollandse dorpen. Noord-Holland heeft een grote verscheidenheid aan dorpen tussen en binnen de verschillende landschapstypen. Ze zijn in de afgelopen eeuw sterk gegroeid en hebben (deels) hun oorspronkelijke structuur en identiteit verloren. De provincie Noord-Holland wil dat nieuwe ontwikkelingen aan de randen van deze dorpen ook plaatsvinden op basis van hun kernkwaliteiten.



5.1.5 Structuurdragers van provinciaal belang

Structuurdragers van provinciaal belang zijn medebepalend voor de identiteit en beleving van het Noord-Hollandse landschap. Het kan gaan om lijnvormige structuren, of om samenhangende objecten met een unieke verschijningsvorm in Noord-Holland.

De Provincie onderscheidt de volgende historische structuurlijnen en objecten van bovenlokaal belang:
• Grote militaire structuren
• Industrieel erfgoed Noordzeekanaal gebied
• Historische dijken
• Historische waterwegen
• Historische spoorlijnen
• Stolpboerderijen
• Molens
• Landgoederen
• Provinciaal beschermde objecten en structuren
• Vuurtorens
• Watertorens

Uitvoeringsprogramma:

  • Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkelingen (ARO) en verordening artikel 4.
  • Leidraad Landschap & Cultuurhistorie.


5.2 BEHOUD EN ONTWIKKELING VAN NATUURGEBIEDEN

Noord-Holland heeft natuur met een hoge biodiversiteit. Door de variatie in het landschap komen veel dieren- en plantensoorten voor. De soortenrijkdom in Noord-Holland is in de afgelopen eeuw sterk achteruit gegaan. De Provincie Noord-Holland spant zich in voor het instandhouden en waar mogelijk vergroten van de biodiversiteit, vanuit de intrinsieke waarde van natuur.

Ook voor mensen is natuurbehoud van belang. Natuur draagt bij aan een gunstig vestigingsklimaat en voorziet in een recreatiebehoefte. De Provincie beschouwt de ecologische waarde en de gebruikswaarde van haar natuur daarom in samenhang.

De Provincie Noord-Holland zorgt voor gebieden met een hoge biodiversiteit, maakt deze waar mogelijk toegankelijk voor recreatie en bouwt deze uit tot een robuust, samenhangend netwerk. Kern van het natuurbeleid is de veiligstelling en de ontwikkeling van een netwerk van onderling verbonden natuurgebieden, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) inclusief de verbindingszones, nationale parken en Natura 2000 gebieden. Daarnaast richt de Provincie Noord-Holland zich op het behouden van weidevogels en het karakteristieke open weidelandschap waarin zij leven.

De Provincie Noord-Holland vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk natuur wordt gerealiseerd. Daarom zoekt de Provincie actief naar mogelijkheden om aanleg en financiering van natuur te koppelen aan andere ontwikkelingen. Hierbij wordt gezocht naar koppelingen met landbouw in het gebied voor gecombineerde landbouw, met woningbouwontwikkeling en met waterberging. Binnen de natuurgebieden wordt inventief omgegaan met het beheer. Ook maakt de Provincie een Ruimte voor Ruimte regeling zodat ongewenste elementen uit het landschap kunnen worden verwijderd. De natuurdoelen en het landschap zijn hierbij leidend.

De Provincie Noord-Holland behoudt en ontwikkelt ook het Blauwe Hart (het gebied van Markermeer en IJmeer) als grootschalig landschap. Ecologische waarden zijn hierbij het uitgangspunt.

Uitvoeringsprogramma:

  • Ruimte voor ruimte regeling: verordening artikel 16.
  • EHS: verordening artikel 19.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Horstermeer.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Amstelgroen.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Wieringerrandmeer.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Crailo.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Wonen in het Groen.
  • Functiefacilitering.
  • Nationaal landschap Groene Hart.
  • Nationaal landschap Stelling van Amsterdam. 
  • Nationaal landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie. 
  • Doorwerking EHS-beleid in bestemmingsplannen.
  • Onderzoek landgoederen.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Blauwe Hart.


5.2.1 Ecologische Hoofdstructuur

De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden in Nederland. De EHS bestaat uit bestaande natuurgebieden, een aantal bestaande wateren en nieuwe natuur op landbouwgrond. Om de EHS te realiseren worden natuurgebieden ‘aan elkaar geknoopt’ door ertussen ecologische verbindingen te creëren. Zo worden levensgemeenschappen groter en robuuster.

Een groot deel van de EHS is bestaande natuur. Een beperkt deel moet nog worden gerealiseerd. De EHS moet in 2018 zijn voltooid. De EHS omvat onder meer twee nationale parken en een groot aantal Europees beschermde Natura 2000 gebieden. Deze worden niet anders behandeld dan de rest van de EHS. Natura 2000 gebieden worden ook via de Natuurbeschermingswet beschermd. De Provincie Noord-Holland zorgt dat in deze gebieden geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn die strijdig zijn met de bijzondere kenmerken en waarden van het natuurgebied.

Om verschillende redenen is het gewenst de in 1995 begrensde EHS te herijken. Dit leidt tot een herijkte begrenzing van de EHS, met als resultaat dat de toekomstige onderdelen van de EHS in kwalitatief opzicht tenminste zo goed en robuust zijn als de huidige EHS, beter aaneengesloten, beter te betalen en beter te verwerven zijn.

Uitvoeringsprogramma:

  • EHS verordening artikel 19.
  • Doorwerking EHS-beleid in bestemmingsplannen.
     


5.2.2 Weidevogelleefgebieden

Weidevogels zijn karakteristiek voor Noord-Holland. Ze gedijen goed in het open (veen)weidelandschap. Het gaat minder goed met de weidevogels doordat het traditionele landschap en de manier waarop dat beheerd wordt verdwijnen. De Provincie vindt zowel de weidevogels als het karakteristieke cultuurlandschap waarin zij verblijven belangrijk. Daarom beschermt zij deze landschappen tegen inbreuken op de openheid. Dit sluit aan op het algemene beleid voor gecombineerde landbouw in deze gebieden.

Uitvoeringsprogramma:

  • Openheid weidevogelleefgebieden: verordening artikel 25.
     


5.3 BEHOUD EN ONTWIKKELING VAN GROEN OM DE STAD

Het Noord-Hollandse landschap is gevarieerd, open, heeft hoge cultuurhistorische waarden en is over het algemeen goed bereikbaar vanuit de stad. De bereikbaarheid van groene gebieden om in te recreëren houdt de steden aantrekkelijk en leefbaar. Deze landschappen staan echter continu onder druk door nieuwe woningbouw, de ontwikkeling van bedrijventerreinen of de aanleg of verbreding van wegen. Dit terwijl de behoefte van Noord-Hollanders aan recreatiemogelijkheden, zowel in het groen als op en rond het water, blijft groeien.

De Provincie Noord-Holland vindt een goede toegankelijkheid van recreatief groen voor haar bewoners en bezoekers belangrijk, zowel voor de leefbaarheid als voor het vestigingsklimaat. De verstedelijkingsdruk op het groen rond de steden moet daarom zoveel mogelijk worden opgevangen door binnenstedelijke verdichting. Ook zorgt de provincie ervoor dat de groene gebieden waar mogelijk niet alleen worden behouden, maar worden ontwikkeld en uitgebreid. De specifieke kwaliteiten van de verschillende landschappen zijn bij deze verdere ontwikkeling het uitgangspunt. Verder draagt de provincie zorg voor de bereikbaarheid van recreatiegebieden. Iedere Noord-Hollander moet met de fiets of het openbaar vervoer in tien minuten in het groen kunnen staan. Daarnaast ontwikkelt de Provincie Noord-Holland het Blauwe Hart (het gebied van Markermeer en IJmeer) ten behoeve van waterrecreatie.

Vooral in de metropoolregio is behoud en ontwikkeling van groen om de stad groot. Met uitzondering van het sterke agrocomplex rond Aalsmeer moet het landelijk gebied in dit deel van de provincie zich verder ontwikkelen tot het recreatieve uitloopgebied van het stedelijk gebied. De Provincie Noord-Holland stelt een geïntegreerd programma op voor behoud en ontwikkeling van deze zogenaamde ‘metropolitane landschappen’. Hierbij gaat de Provincie uit van een intensieve inrichting van de gebieden dichtbij de steden en een extensievere inrichting op grotere afstand van de stad. Daarbinnen wordt de landbouw een goed toekomstperspectief geboden, gericht op gecombineerde landbouw, aansluitend op de uiteenlopende behoeften van de stedeling zoals kleinschalige productie, streekproducten, educatie, ‘zorglandbouw’ en natuur en landschapsbeheer.

Uitvoeringsprogramma:

  • Integrale gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Haarlemmermeer-Westflank.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Amstelgroen.
  • Integrale gebiedsontwikkeling Blauwe Hart.
     


5.3.1 Nationale landschappen

De Provincie beschikt over de volgende Nationale Landschappen: Laag Holland, Stelling van Amsterdam, een deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een deel van het Groene Hart en een klein stuk van Arkemheen-Eemland. Deze landschappen zijn om hun grote natuur- en cultuurwaarden beschermd en vallen daarom ook onder het ruimtelijk kwaliteitsbeleid van de Provincie. De Provincie zorgt ervoor dat hier extensieve vormen van recreatie worden ontwikkeld, waarbij de bijzondere waarden van deze landschappen voorop staan.

De Provincie Noord-Holland besteedt extra aandacht aan de veenweideproblematiek, die in grote delen van de Nationale Landschappen speelt. Het beleid is in de eerste plaats gericht op het remmen van bodemdaling, het verminderen van de risico’s van wateroverlast en watertekort en het verbeteren van de waterkwaliteit. Daarnaast beoogt de Provincie Noord-Holland perspectief te bieden aan de melkveehouderij, het cultuurlandschap te ontwikkelen, robuuste natuur te ontwikkelen, bij te dragen aan een rustgevend middelpunt in de Randstad en aan het vestigingsklimaat ervan.
 

Uitvoeringsprogramma:

  • Nationaal Landschap Groene Hart.
  • Nationaal Landschap Laag-Holland.
  • Nationaal Landschap Stelling van Amsterdam.
  • Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie.
  • Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkelingen (ARO) en verordening artikel 4.


5.3.2 Metropolitane landschappen

In de metropoolregio heeft de Provincie Noord-Holland een extra ambitie voor de ontwikkeling van recreatiemogelijkheden en het gebruik van het landschap voor stedelijke functies. Het behoud, de versterking en de ontwikkeling van de groenblauwe structuur is van wezenlijk belang voor de totstandkoming, kwaliteit en uitstraling van de dynamische regio.
Binnen deze metropolitane landschappen vallen vier Rijksbufferzones, de gebieden van het programma Recreatie om de Stad en de grote bestaande recreatiegebieden. Daarnaast betrekt de Provincie Noord-Holland het zuidelijkste deel van het Blauwe Hart bij de metropolitane landschappen, want ook aan waterrecreatie bestaat een belangrijke en groeiende behoefte. Voor de natuurgerichte recreatie betrekt de Provincie Noord-Holland hierbij de duinzone en het Gooi. Het Gooi ziet de Provincie Noord-Holland als onderdeel van “Heel de Heuvelrug”, die doorloopt in de Utrechtse Heuvelrug. De ontwikkeling van deze metropolitane landschappen moet worden afgestemd met de ontwikkeling van de nabijgelegen metropool, waarbij verschillende ontwikkelingen mogelijk zijn. De identiteiten van de diverse landschappen zijn ook bij de ontwikkeling van de metropolitane landschappen het uitgangspunt. Hierbij geldt dat landbouw een belangrijke ‘drager’ van het landschap is.

Uitvoeringsprogramma:

  • Metropolitane landschappen.


5.3.2.1 Recreatie om de stad

Uitgangspunt voor het recreatiebeleid in relatie tot verstedelijking is intensieve recreatiegebieden dicht bij de steden, en extensieve recreatie op verdere afstand. Vooral in het zuidelijke deel van Noord-Holland, binnen het werkingsgebied van de Metropoolregio Amsterdam, kan het landelijk gebied gezien worden als recreatiegebied voor de stedeling. De Provincie Noord-Holland streeft naar meer samenhang in de totale recreatieve structuur: verbindingen tussen bestaande recreatiegebieden en het recreatief medegebruik van natuur- en landbouwgebieden. Opgave is om het landschap beter ‘beleefbaar’ te maken. Invulling vindt plaats binnen het metropolitane landschap en daarbinnen onder andere door herijking van het bufferzonebeleid.

Uitvoeringsprogramma:

  • Metropolitane landschappen.


5.3.2.2 Bufferzones

In de Provincie Noord-Holland liggen vier Rijksbufferzones: Amstelland-Vechtstreek, Amsterdam-Purmerend, Amsterdam-Haarlem en Hilversum-Utrecht. Doel van de Rijksbufferzones is dat zij gevrijwaard blijven van verdere verstedelijking en dat ze zich verder kunnen ontwikkelen tot relatief grootschalige groene gebieden. De Rijksbufferzones zijn een belangrijk onderdeel van de hierboven beschreven metropolitane landschappen. De Provincie Noord-Holland behoudt de landschappelijke kwaliteit en identiteit van deze Rijksbufferzones en vergroot de mogelijkheden voor ontspanning en dagrecreatie in deze gebieden. Hiervoor worden integrale ontwikkelstrategieën opgesteld.

Uitvoeringsprogramma:
- Metropolitane landschappen.
- Bouwen met identiteit, bijvoorbeeld Waterlands Wonen.