Artikel 28 Gebieden voor gecombineerde landbouw

Lid 1
Een bestemmingsplan dat betrekking geeft op het gebied buiten de in artikel 26 eerste lid bedoelde gebieden, maakt geen agrarische bouwpercelen mogelijk, groter dan 1,5 hectare.

Lid 2
       
a.    Een bestemmingsplan bevat geen bestemmingen of regels die voorzien in nieuwvestiging van volwaardige intensieve veehouderijen als dan niet als neventak;

        b.    Verplaatsing van het op het moment van inwerkingtreding van deze verordening bestaande intensieve veehouderijen in Noord-Holland wordt niet beschouwd als nieuwvestiging;

c.      Voor zover een bestemmingsplan bestemmingen of regels bevat voor op het moment van inwerkingtreding van deze verordening bestaande intensieve veehouderijen in Noord-Holland, al dan niet als neventak, geldt dat:

1.     uitbreidingsmogelijkheden uitsluitend mogen worden opgenomen als aan de wettelijke milieu- en dierenwelzijneisen is voldaan zodat het bedrijf op de huidige locatie op duurzame wijze wordt ontwikkeld,

2.     die bestemmingen of regels er in voorzien dat bij uitbreiding ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren.

Lid 3
In aanvulling op het eerste lid voorziet het bestemmingsplan niet in bestemmingen en regels ten behoeve van niet-grondgebonden agrarische activiteiten.

Lid 4
Het bepaalde in artikel 26 eerste lid, sub a, c. en h. alsmede het derde lid is van overeenkomstige toepassing.

Lid 5
Artikel 15 is van toepassing op bestemmingsplannen, als bedoeld in artikel 28 eerste lid.

Lid 6
Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op veenpolderlandschappen bevat geen regels die voorzien in het scheuren van grasland.

Lid 7
a.      Gedeputeerde staten kunnen – gehoord de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling – ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid voor een groter bouwperceel tot ten hoogste 2 hectare mits de noodzaak daartoe is aangetoond door middel van een bedrijfsplan.

b.      Gedeputeerde staten kunnen – gehoord de Adviescommissie Ruimtelijke Ordening (ARO) – voor bestaande intensieve veehouderijen in Noord-Holland ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid en het bepaalde in het zevende lid onder punt a. voor een groter bouwperceel.

 

Toelichting artikel 28
In artikel 28 gaat het om de gebieden voor gecombineerde landbouw. In het midden en zuiden van Noord-Holland zijn landschappelijk kwetsbaar gebied zoals veenweidegebieden of cultuurhistorisch waardevolle gebieden karakteristiek. Het landschap bepaalt waar en hoeveel ruimte wordt geboden aan productielandbouw (nee tenzij). Voorbeelden van gecombineerde landbouw zijn landbouw als landschapbeheerder, een combinatie van waterbeheer en natuur, recreatie, educatie, kleinschalige productie, zorgboerderijen etc. Biomassa -inrichtingen zijn ook in deze gebieden toegestaan mits voor eigen gebruik. Onder het op ‘duurzame wijze’ ontwikkelen van bestaande intensieve veehouderijen wordt verstaan dat een intensieve veehouderij moet voldoen aan alle eisen voor volksgezondheid, milieu en dierenwelzijn.