3.1 Provinciale Hoofdstructuur
De voortgaande sterke groei van het aantal woningen en arbeidsplaatsen in Flevoland vraagt van alle partijen een ontwikkelingsgerichte benadering. Daarbij is wel essentieel dat de kwaliteiten van Flevoland behouden blijven. In het vorige hoofdstuk zijn de daarbij te hanteren provinciebrede uitgangspunten al geschetst. De provincie wil ruimte scheppen voor nieuwe activiteiten die nodig zijn om de bevolkingsontwikkeling te accommoderen. Tegelijkertijd heeft ze een rol bij de bescherming van bijzondere kwaliteiten, zoals op het gebied van archeologie, natuur en water- en milieukwaliteit. Kwaliteit wordt daarbij niet beschouwd als een statisch begrip. Behoud en bescherming gaan hand in hand met ontwikkeling. De provincie heeft een aantal instrumenten ontwikkeld om het evenwicht tussen nieuwe activiteiten enerzijds en behoud van bijzondere waarden anderzijds te waarborgen. Voor natuur is dat de saldobenadering die is uitgewerkt in het principe van 'nee, tenzij' naar 'ja, want'. De economische ontwikkeling wordt gespiegeld aan de milieukwaliteit door middel van de ontkoppelingsmethodiek. Ruimtelijke en economische ontwikkelingen worden afgestemd op het waterbeleid en omgekeerd. Belangrijke instrumenten daarvoor zijn de watertoets en de economische analyse die verplicht is gesteld in de Kaderrichtlijn Water.
De inspanningen van de provincie ten aanzien van ontwikkeling en omgevingskwaliteit concentreren zich binnen de provinciale hoofdstructuur. De rijksoverheid heeft in de Nota Ruimte een nationale ruimtelijke hoofdstructuur aangewezen. Hiertoe behoren gebieden die het rijk vanuit ruimtelijke optiek van nationaal belang acht. Het rijk draagt voor deze gebieden een grotere verantwoordelijkheid dan voor de overige gebieden en streeft er in het algemeen een hogere kwaliteit na dan de basiskwaliteit. In Flevoland behoren de Natura 2000-gebieden en de ecologische hoofdstructuur tot de nationale ruimtelijke hoofdstructuur, inclusief de nog te realiseren robuuste ecologische verbinding tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe. Daarnaast behoort Almere, als onderdeel van het stedelijk netwerk Randstad Holland, tot de nationale ruimtelijke hoofdstructuur. Ook de scheepvaartroutes, de A6, de Hanzelijn en de Zuiderzeelijn worden ertoe gerekend.
Het rijk streeft naar een versterking van de internationale concurrentiepositie van de Randstad Holland. De Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit en Pieken in de Delta geven richting aan dit rijksstreven. In het uitwerkingsprogramma van de Nota Ruimte is een aantal grote projecten in de Noordvleugel benoemd. Het Programma Noordvleugel heeft als doel te komen tot een gecoördineerde en samenhangende besluitvorming van de projecten in de Noordvleugel. De wijze waarop ontwikkelingen kunnen worden gerealiseerd is afhankelijk van nadere besluitvorming van het kabinet over infrastructuur, verstedelijking en groen-blauwe kwaliteit in de Noordvleugel.
De provinciale hoofdstructuur is ontleend aan diverse ruimtelijk relevante stedelijke en groen-blauwe structuren: verstedelijking en bundelingsbeleid, infrastructuur, de ecologische hoofdstructuur, het watersysteem en de recreatieve en toeristische structuur. De inzet van de provincie binnen de provinciale hoofdstructuur richt zich op de zeven onderscheiden speerpuntgebieden. Ook binnen de provinciale hoofdstructuur is het uitgangspunt: centraal wat centraal moet, decentraal wat decentraal kan. De provincie heeft een drietal motieven om een actieve ontwikkelingsrol te spelen in de provinciale hoofdstructuur: de inbreng van specifieke deskundigheid, vertegenwoordiging van Flevolandse belangen vanuit haar rol als middenbestuur en bovenlokale regie en afstemming tussen gebiedspartners. De provincie zal daarbij gebiedspartners betrekken bij de visievorming en het uitvoeringstraject en steeds samenwerking zoeken met medeoverheden.
De opgave voor Flevoland is om bij de voortgaande sterke ontwikkeling de goede omgevingskwaliteit te handhaven en waar mogelijk te verbeteren. De omgevingskwaliteit kent een procesmatige en een inhoudelijke dimensie.