2.3 Sturen op resultaat

De nieuwe opgaven voor de provincie vragen om een nieuwe ontwikkelingsstrategie waarin de provincie nieuwe rollen wil vervullen, variërend van gebiedsregisseur tot gebiedsontwikkelaar. Voorop staat een geïntegreerde gebiedsgerichte aanpak in samenwerking met betrokken partijen, waarbij ook publiek private samenwerking als uitvoeringsinstrument niet wordt uitgesloten. De provincie heeft vooral in het landelijk gebied een positie en zal daar samen met gebiedspartners en marktpartijen ruimtelijke ontwikkelingen stimuleren en zonodig zelf oppakken. De provincie richt zich daarbij nadrukkelijk op de provinciale hoofdstructuur. Binnen deze hoofdstructuur worden de volgende speerpuntgebieden onderscheiden (figuur 3).
 

1. Almere

Door de bouwopgave ontwikkelt Almere zich in een fors tempo tot een grote stad. Dit is een uitzonderlijke opgave waarvoor bijzondere steun nodig is van het rijk, de partners in de Noordvleugel en de provincie. De provincie wil een bijdrage leveren op basis van een investeringsprogramma, in aanvulling op het vigerende provinciale beleid. Het programma vormt tevens de concrete invulling van de brede erkenning van de betekenis van Almere voor de Noordvleugel en daarmee voor Nederland.
De provincie wil de multipliereffect genereren door het programma te koppelen aan bijdragen van andere overheden die worden aangesproken op een extra ondersteuning van Almere en aan private investeringen. Het investeringsprogramma heeft een looptijd van 10 á 15 jaar en wordt periodiek op basis van bestuurlijke prioriteiten van invulling voorzien.
 

2. OostvaardersWold

In het gebied ten noordoosten van Almere wordt een groen-blauwe zone aangelegd, waarin een robuuste ecologische verbinding tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe gecombineerd kan worden met een aantrekkelijk woon- en recreatiegebied. Er kunnen nieuwe natuurwaarden van internationale betekenis gecreëerd worden die elders in Flevoland onvoldoende ruimte vinden. Aantrekkelijke combinaties van waterberging, natuur, recreatie en aantrekkelijke vormen van landelijk wonen nabij de stad zijn in dit gebied gewenst.
 

3. Luchthaven Lelystad

De luchthaven heeft goede kansen om zich binnen de grenzen van de door het rijk vastgestelde Planologische Kernbeslissing te ontwikkelen. De provincie Flevoland wil de luchthavenontwikkeling mogelijk maken, stimuleren en combineren met een optimale economische ontwikkeling van het gebied Larserpoort bij luchthaven Lelystad. Hierbij kunnen enkele duizenden nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan.
 

4. Markermeer/IJmeer

Het schrappen van de reservering voor de Markerwaard vraagt om een herbezinning op de inrichting van het Markermeer en IJmeer. De provincie vindt het van groot belang dat Almere en Lelystad een aantrekkelijk waterfront kunnen ontwikkelen, in combinatie met de aanleg van verbindende infrastructuur. Dit kan alleen met respect voor de instandhoudingdoelstellingen die voor de natuur gelden. De provincie Flevoland wil het voortouw nemen om de gewenste waterfrontontwikkelingen te combineren met een verbetering van de ecologische kwaliteit en waterkwaliteit van het Markermeer en IJmeer. Hierbij vindt afstemming plaats met de gewenste ontwikkeling van het IJmeer tot het 'waterpark van de Noordvleugel'. Markermeer en IJmeer hebben een potentieel hoge natuurwaarde, maar de kwaliteit van het gebied gaat momenteel door autonome natuurlijke processen achteruit. Daarom zijn inspanningen noodzakelijk om de instandhoudingdoelstellingen te halen en om ruimte voor andere ontwikkelingen mogelijk te maken. Deze ontwikkelingsgerichte benadering kan niet alleen in het Markermeer en IJmeer, maar ook in de Veluwerandmeren worden toegepast.
 

5. Oostrand van Flevoland

Aan de oostzijde van Flevoland liggen de randmeren en vele hectares bos en natuurgebied. Dit gebied heeft unieke potenties voor toerisme en recreatie, maar die moeten wel in harmonie met de natuurwaarden ontwikkeld worden. Daarnaast zoekt de landbouwsector ook in dit gebied naar schaalvergroting en verbreding.
De provincie ziet in de oostrand goede mogelijkheden voor een verweving van landbouw, natuur, recreatie, landelijk wonen en een goede waterkwaliteit. Dit vereist een goede samenwerking tussen partijen en het werken vanuit een heldere ruimtelijke visie. De provincie wil de regie voeren om samen tot die visie te komen en de uitvoering ter hand te nemen.
 

6. West-Oost as

Het gebied tussen Lelystad en Kampen/Zwolle krijgt, als onderdeel van de te ontwikkelen West-Oost as van Alkmaar naar Zwolle, naar verwachting te maken met een groeiende dynamiek als gevolg van de uitdijende Randstad en de ontwikkeling van de netwerkstad Zwolle-Kampen. Deze dynamiek concentreert zich op ruimtelijk-economische ontwikkelingen. Dergelijke ontwikkelingen stellen nieuwe eisen aan de inrichting, functionaliteit en bereikbaarheid van het gebied. Concrete impulsen ontstaan door de aanleg van de Hanzelijn en de eerste fase van de N23, tussen Lelystad en Dronten. De provincie wil, samen met gebiedspartners en zo mogelijk marktpartijen, een visie maken op de ruimtelijke toekomst van het gebied, als schakel tussen de netwerkstad Zwolle-Kampen en de dynamiek van Almere. Daarbij wordt betrokken hoe in samenhang met gebiedsontwikkeling de aanleg van het deel van de N23 tussen Dronten en Kampen kan worden gerealiseerd. De visie resulteert in een ontwikkelingsgericht actieprogramma.
 

7. Noordelijk Flevoland

Het van oudsher primair op landbouw en visserij georiënteerde Noordelijk Flevoland heeft nieuwe impulsen nodig om het gebied vitaal te houden en kansen te bieden voor een verdere economische ontwikkeling. Creativiteit en durf zijn noodzakelijk om toerisme en recreatie te ontwikkelen, om de wateropgave op te lossen, om de bijzondere waarden van het landschap te versterken en te benutten en om de economie van het stedelijk en landelijk gebied, en daarmee de leefbaarheid van de kernen, nieuwe impulsen te geven. Het gefaseerd uitbouwen van de N50 naar een A50 zal hieraan bijdragen. De provincie wil dit veranderingsproces in afstemming met de gebiedspartners faciliteren en stimuleren.