Gezondheideffectrapportage

In de zienswijze hebben wij het volgende aangegeven:

“Wat betreft overdraagbaarheid van ziekten wordt in het ontwerpbestemmingsplan voor de uitbreiding of vestiging van intensieve veehouderij een afstandsnorm van 500m geïntroduceerd ten opzichte van gevoelige objecten en andere intensieve veehouderijen. Een van de voorwaarden om van de wijzigingsbevoegdheid gebruik te kunnen maken is een gezondheideffectrapportage die door de initiatiefnemer moet worden overlegd en waaruit moet blijken dat de volksgezondheid voldoende is gewaarborgd. Hiermee introduceert u een onzekerheid. Het is immers zeer de vraag of een initiatiefnemer kan aantonen dat de volksgezondheid voldoende gewaarborgd is, nu landelijke normen ontbreken. Hiermee introduceert u een onzekerheid. Het is immers zeer de vraag of een initiatiefnemer kan aantonen dat de volksgezondheid voldoende gewaarborgd is, nu landelijke normen ontbreken. Het is weliswaar de bedoeling van het Rijk om samen met andere partijen hiervoor richtlijnen te ontwikkelen, maar op dit moment zijn de voorwaarden die in het ontwerpbestemmingsplan zijn opgenomen zeer prematuur. Wij begrijpen de zorg over de gezondheidsrisico’s bij intensieve veehouderijen, maar de regeling die in het ontwerpbestemmingsplan is opgenomen frustreert materieel gezien de uitvoering van het reconstructiebeleid.
Wij verzoeken u de voorwaarde van een gezondheideffectrapportage voor het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid te schrappen”.

De gemeenteraad geeft aan dat het begrip 'gezondheideffectrapportage' nader is omschreven in de begripsomschrijving van het bestemmingsplan Buitengebied. Deze omschrijving doet ook recht aan het voorzorgsprincipe wat de gemeenteraad wenst te hanteren. Het fenomeen gezondheid-effectrapportage ontwikkelt zich voortdurend als gevolg van de discussies over intensieve veehouderij.
Voor zover mogelijk bij het toepassen van de flexibiliteitsbepalingen waaraan een gezondheideffectrapportage is gekoppeld, wil de gemeenteraad de meest recente inzichten gebruiken.
De stelling dat de 500 meter regeling niet goed is overgenomen vanuit het raadsbesluit word niet gedeeld. Het amendement van 4 september 2008 is immers 'ingehaald' door de finale besluitvorming voor de LOG's op 23 april 2009. Bij deze laatste besluitvorming is expliciet aangegeven dat van de afstand van 500 m onder voorwaarden kan worden afgeweken. De opgenomen regeling in het bestemmingsplan voorziet daarin.

Wij constateren dat onze zienswijze niet is overgenomen door de gemeenteraad van Ommen.

Wij houden bezwaren tegen de in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor uitbreiding intensieve veehouderij waarbij een afstandscriterium tot de woonbebouwing en een gezondheideffectrapportage als voorwaarden zijn opgenomen. Deze verstrekkende voorwaarden werken belemmerend voor uitvoering van het Reconstructiebeleid.

Gelet op het bovenstaande vinden wij dat op de betrokken onderdelen in strijd is gehandeld met het Reconstructieplan en de Omgevingsverordening (artikel 2.9, Reconstructiebeleid). In verband hiermee vinden wij het ter bescherming van deze provinciale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk om voor de volgende plandelen een reactieve aanwijzing te geven.

- De wijzigingsbevoegdheid vergroten agrarische bouwblokken/nieuwvestiging intensieve veehouderij, zoals aangegeven in de artikelen 24.5.c en d; 24.10.e en f; 25.4.c en d; 26.3.c en d; 27.4.c en d van de regels.