Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s)

In de zienswijze hebben we als volgt aangegeven:

“Wij constateren dat in het ontwerpbestemmingsplan slechts twee van de vier Iandbouwontwikkelingsgebieden (LOG's) die het Reconstructieplan aanwijst, zijn opgenomen.
Ten onrechte zijn de LOG’s Maanweg en Beerzerveld niet van een passende bestemmingsregeling voorzien. Op de themakaart zijn deze gebieden immers niet aangemerkt als landbouwontwikkelingsgebied, maar als verwevingsgebied. In beide gebieden worden de ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij beperkt. Concreet betekent het dat bestaande landbouwbedrijven geen intensieve veehouderij(tak) kunnen ontwikkelen en dat nieuwvestiging bij voorbaat is uitgesloten. Dit is in strijd met de bepalingen uit het Reconstructieplan en artikel 2.9. van de Omgevingsverordening. Bovendien is het in strijd met eerder gemaakte afspraken over de vertaling van het reconstructiebeleid in het gemeentelijke bestemmingsplan Buitengebied”.

“In de toelichting op het ontwerpbestemmingsplan is de keus om deze beide LOG’s niet als zodanig te bestemmen, gemotiveerd met de stelling dat vanuit de nabijheid van het Natura 2000 gebied Vecht Beneden Regge zodanige beperkingen volgen dat de aanwijzing als LOG in het bestemmingsplan als onrealiseerbaar moet worden geacht.
Wij vinden deze stelling te voorbarig, gezien de verwachte toepassing van de saldobenadering voor ammoniakdepositie als afwegingsprincipe en innovatieve ontwikkelingen op het gebied van milieumaatregelen binnen de veehouderij. Bovendien betekent dit een ongelijke benadering voor ontwikkelingen van agrarische bedrijven in het algemeen en voor intensieve veehouderijen in het bijzonder.
Als voorwaarde voor medewerking aan de wijzigingsbevoegdheid stelt u immers dat uit een habitattoets moet blijken dat in voldoende mate rekening is gehouden met de belangen en waarden van de habitatrichtlijngebieden (onder andere in artikel 24.16). Deze voorwaarde geldt ook voor ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderij. Wij zijn van oordeel dat daarmee bij voorbaat ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij worden uitgesloten en daarmee een onnodige beperking wordt opgelegd aan die ontwikkelingsmogelijkheden.
U dient het plan in overeenstemming te brengen met het Reconstructieplan”.

Naar aanleiding van onze de zienswijze heeft de raad besloten dat voor het onderdeel LOG’s geen planaanpassing zal plaatsvinden.

Wij constateren dat onze zienswijze niet is overgenomen door de gemeenteraad van Ommen.

Het vastgestelde bestemmingsplan op deze onderdelen beoordelend, kunnen wij in overeenstemming met wat eerder is gesteld in onze zienswijze, niet instemmen met de redenering van de gemeenteraad.

Voor het realiseren van de EHS en het verplaatsen van bedrijven uit de extensiverings- gebieden dienen er in op te nemen Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s) voldoende mogelijkheden te zijn voor hervestiging en nieuwvestiging c.q. verplaatsing van intensieve veehouderijen. Het beleid hiervoor is opgenomen in het Reconstructieplan Salland-Twente.
In het vastgestelde bestemmingsplan zijn de mogelijkheden voor nieuwvestiging van intensieve veehouderij wat betreft LOG’s beperkt ten opzichte van de mogelijkheden die in het Reconstructieplan worden geboden. Een adequate ruimtelijke onderbouwing hiervoor ontbreekt. De argumenten van de raad zijn niet steekhoudend.
Hiermee komt de gemeente Ommen terug op eerdere afspraken.
Omdat reële ontwikkelingsmogelijkheden wat betreft het opnemen van LOG’s in het bestemmingsplan onvoldoende worden benut, is er sprake van strijd met de uitgangspunten van het Reconstructieplan (provinciaal belang). Wij blijven van mening dat alsnog de 2 LOG-gebieden moeten worden opgenomen in het bestemmingsplan overeenkomstig het Reconstructieplan en de bestuursafspraken uit 2005.

Gelet op het bovenstaande vinden wij dat op de betrokken onderdelen in strijd is gehandeld met het Reconstructieplan en de Omgevingsverordening (artikel 2.9, Reconstructiebeleid ). In verband hiermee vinden wij het ter bescherming van deze provinciale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk om voor de volgende plandelen een reactieve aanwijzing te geven.

- Voor de 2 LOG’s, die in het Reconstructieplan als zodanig zijn aangegeven, gaat het om de gebieden met de bestemming op perceelsniveau Agrarische doeleinden (A) (artikel 3 van de regels) die op de verbeelding en op de Zoneringskaart reconstructiegebieden (themakaart 1) nader zijn aangeduid.
De bouwblokken binnen deze gebieden vallen buiten de werking van de reactieve aanwijzing.