Bos en landschap/bestemd als landschapselement

In onze zienswijze hebben wij hierover het volgende aangegeven:
“In uw plan maakt u een onderscheid in de perceelsbestemmingen “natuurdoeleinden” en “landschapselementen”. Voor de bestemming landschapselement zijn in hoofdstuk 3 van de planvoorschriften geen aanlegregels opgenomen. Werkzaamheden en medebestemmingen die ten koste kunnen gaan van de gebiedskenmerken (bijvoorbeeld veehouderij, akkerbouw en sierteelt) zijn rechtstreeks toegestaan. Aan de bestemming natuurdoeleinden zijn wel beschermende regels verbonden.
U heeft ervoor gekozen om natuurgebieden, bosbeplantingen en beplantingselementen kleiner dan 5 ha aan te merken als landschapselement. Wij achten dit in algemene zin een onjuiste keuze. In een groot aantal gevallen is gelet op de feitelijke waarden van de gronden een bestemming natuurdoeleinden vereist. Aan het feit dat veel van deze gronden deel uitmaken van de EHS gaat u volledig voorbij.
Met wijzigingsbevoegdheid (art 24.17) zijn landschapselementen in de gebiedsbestemming Agrarisch gebied met landschappelijke openheid te verplaatsen indien dit voor de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is. Voorwaarden in relatie tot de gebiedskenmerken zijn niet opgenomen.
Volgens artikel 2.8.2.1. van de Omgevingsverordening dienen bestaande bos- en natuurgebieden die (op 1 september 2009) in geldende bestemmingsplannen als zodanig zijn bestemd, in het nieuwe bestemmingsplan een specifieke bestemming te krijgen die gericht is op behoud, herstel en ontwikkeling van de natuur en landschapswaarden.
De regeling die u voor “landschapselementen” in het plan hebt opgenomen doet geen recht aan de werkelijke gebiedskwaliteiten zoals die volgens onze verordening en Catalogus gebiedskenmerken een beschermende bestemming dienen te krijgen.
Dit is in strijd met onze Omgevingsverordening en ons provinciale belang dat gericht is op behoud en versterking van de gebiedskenmerken, ecologische hoofdstructuur en ruimtelijke kwaliteit. U dient de plankaarten daarom aan te passen”. Tot zover onze zienswijze.

Naar aanleiding van onze zienswijze heeft de gemeenteraad aangegeven dat het bestemmingsplan op dit onderdeel zal worden aangepast.
Aangegeven is dat de bestemming “Landschapselement” alleen toegekend is aan groenvoorzieningen (rondom bijvoorbeeld recreatieterreinen) en kleine, op zichzelf staande groengebieden, die niet tot de EHS behoren.

Het vastgestelde bestemmingsplan beoordelend, constateren wij dat de zienswijze niet of niet volledig is overgenomen. De gemeenteraad heeft het plan met betrekking tot de gebieden met de bestemming “Landschapselement (LE), artikel 18”, onvoldoende aangepast. Een aantal van deze gebieden vereist, gelet op de aanwezige waarden, een meer beschermende natuurbestemming. Veel van deze gronden maken deel uit van de EHS. Wij zijn van mening dat ook kleine, op zichzelf staande groengebieden natuurlijke waarden kunnen herbergen die het beschermen waard zijn.
Volgens artikel 2.8.2.1. van de Omgevingsverordening dienen bestaande bos- en natuurgebieden die (op 1 september 2009) in geldende bestemmingsplannen als zodanig zijn bestemd, in het nieuwe bestemmingsplan een specifieke bestemming te krijgen die gericht is op behoud, herstel en ontwikkeling van de natuur en landschapswaarden.

In verband hiermee geven wij een reactieve aanwijzing op de volgende onderdelen van het bestemmingsplan.
- de gronden met de bestemming Landschapselement LE (artikel 18) voorzover het gaat om op de verbeelding aangegeven gebieden.