Ecologische Hoofdstructuur (nieuwe natuur) realiseren d.m.v. wijzigingsbevoegdheid

In onze zienswijze hebben wij aangegeven dat het provinciale beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) onvoldoende is doorvertaald in het ontwerpbestemmingsplan.
Gewezen is op het project versnelling EHS waarin diverse objecten naar voren komen die verworven en overgedragen zijn ten behoeve van de inrichting van nieuwe natuur en waarvoor concrete inrichtingsmaatregelen worden voorbereid. Verzocht is de betreffende gronden als natuur te bestemmen.

N.a.v. onze zienswijze heeft de gemeenteraad aangegeven dat het bestemmingsplan een bepaling, kent waarmee het mogelijk is agrarische gronden binnen de een robuuste verbindingszone in zone Ao om te zetten naar een natuurbestemming. Daarnaast geldt dat bij eventuele toepassing van de flexibiliteitsinstrumenten ook getoetst moet worden aan natuur- en landschapswaarden.

Het door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan beoordelend, vinden wij dat aan onze zienswijze niet of niet volledig is tegemoet gekomen. Wij constateren dat voor gronden die volgens de Omgevingsverordening Overijssel 2009 als nieuwe natuur zijn aangewezen en inmiddels zijn aangekocht door natuurbeherende instanties nu geen regeling is opgenomen. Het is van belang dat in de toekomst een wijzigingsbevoegdheid toegepast kan worden, zodat de ontwikkeling/uitvoering van de EHS versneld kan worden.

Een oplossing kan zijn een voortvarende toepassing van de wijzigingsbevoegdheid door Burgemeester en Wethouders die nu in het bestemmingsplan zit. Het gaat om de wijzigingsbevoegdheid Natuur in artikel 24.14 in de planregels. Deze wijzigingsbevoegdheid dient dan wel te worden aangepast, om voor de natuurbeherende organisaties van waarde te kunnen zijn. Ook moet de gemeente bereid zijn deze wijzigingsbevoegdheid voortvarend toe te passen. Hierover is een bestuurlijke afspraak gemaakt. Om de wijzigingsbevoegdheid in deze situatie adequaat te kunnen toepassen, zal een deel van de tekst uit de bevoegdheid buiten werking gesteld moeten worden.

Om tegemoet te kunnen komen is aan de regels en voorwaarden zoals die in de Omgevingsverordening voor de Ecologische Hoofdstructuur (onderdeel 7) zijn opgenomen vinden wij het ter bescherming van de provinciale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk om voor het volgende plandeel een reactieve aanwijzing te geven:

- de wijzigingsbevoegdheid Natuur in artikel 24.14 van de planregels, voorzover het gaat om de woorden: “kleinschalige” en “ten behoeve van robuuste verbindingszones of compensatie voor de aanleg van de omleiding Ommen N34/N36”.