|
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
In deze regels wordt verstaan onder:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
het bestemmingsplan Actuallisatieplan Langedijk met identificatienummer NL.IMRO.1980.BPLGD2022-VA01 van de gemeente Dijk en Waard;
het uitoefenen van een bedrijf of bedrijfsactiviteiten als bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 2. Staat van bedrijven - Aan huis verbonden bedrijven niet zijnde detailhandel, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
het uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep, of het beroepsmatig verlenen van diensten, op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van agrarische producten, telen van gewassen en/of houden van dieren;
kleinschalig, in samenwerking met een beroep aan huis, niet bedrijfsmatig agrarisch gebruik, anders dan ten behoeve van een agrarisch bedrijf;
de bestudering van menselijke geschiedenis door middel van de overblijfselen van materiële cultuur, de omgeving en van dierlijke resten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden;
een aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
een faciliteit waarbij in huiselijke sfeer tegen betaling overnachting en ontbijt kan worden verkregen, waarbij geen sprake is van permanente bewoning, de maximale gebruiksduur niet meer bedraagt dan 1 aansluitende maand, een nachtregister wordt bijgehouden en waarbij geen zelfstandige keukenfaciliteiten ter beschikking staan aan de tijdelijke bewoners;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein bedoeld voor (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een gebouw dat gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is, met dien verstande dat verandering en/of uitbreiding slechts mag plaatsvinden wanneer het betrokken bouwplan mede strekt tot:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van dat werk voorschriften en beperkingen kunnen gelden;
onder bestaande wordt verstaan:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak, niet zijnde een overkapping;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;
de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen;
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoelen heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en maaltijden voor consumptie ter plaatse;
horecagelegenheid waar uitsluitend niet- en/of licht-alcoholische dranken worden verstrekt, eventueel gecombineerd met de verstrekking van kleine etenswaren, evenwel met uitzondering van snackbars;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps of bedrijfsactiviteit;
de handel in auto's, auto-onderdelen, boten en caravans, machinerieën ten behoeve van bedrijven en landbouwwerktuigen en naar aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen detailhandel in ABC-goederen;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van administratieve en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen al dan niet in combinatie met ondergeschikte detailhandel, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf (en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen) en een seksinrichting;
een horecabedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektrisch versterkte muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormt;
een aanduiding waarmee wordt aangegeven dat binnen een bestemming al dan niet specifieke gebruiksmogelijkheden zijn toegestaan;
een zelfstandig gebouw bedoeld voor de stalling van auto's, boten en daarmee gelijk te stellen goederen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en/of wijzigingsplannen zoals genoemd in bijlage 1. Lijst met geldende plannen
objecten en/of functies die, gelet op hun aard en/of omvang, hinder ondervinden van inrichtingen, (spoor)wegen en bedrijven (bedrijfsactiviteiten), voor wat betreft de aspecten geluid, luchtkwaliteit, geur, stof en gevaar (externe veiligheid);
een inrichting bij die ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies worden verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;
de huisvesting van één afzonderlijk huishouden waarbij sprake is van onderlinge duurzameverbondenheid, continuïteit in de samenstelling van het huishouden en het gemeenschappelijk voeren vanhet huishouden, met uitzondering van bedrijfsmatige kamerverhuur;
een mobiel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
het kampeerseizoen begint op 15 maart en loopt door tot en met 31 oktober van elk kalenderjaar;
een gebouw dat gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is, met dien verstande dat de uitwendige hoofdvorm, bepaald door onder meer de dakvorm, goothoogte, bouwhoogte, nokrichting en dakhelling en gevelindeling en karakteristieke elementen, zoals aanwezig zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, gehandhaafd dient te worden;
een gebouw waarvan de wanden en het dak bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken of trekken van vruchten, bloemen of planten;
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of overkapping;
een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
levensbeschouwelijke, medische, sociale, culturele en educatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, kinderopvang, alsook ondergeschikte dienstverlening en/of ondergeschikte detailhandel en/of ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een als zodanig aangegeven geometrisch bepaald vlak ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering;
een levensmiddelenwinkel met een oppervlak van meer dan 50 m² en minder dan 500 m² winkelverkoopvloeroppervlak, die zich richt op een specifieke doelgroep, delicatessenwinkels, levensmiddelenwinkels met een beperkt, specifiek assortiment en daarmee gelijk te stellen levensmiddelenwinkels;
een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen met de bedoeling deze te plaatsen op een kampeerterrein gedurende niet meer dan 3 aansluitende maanden per kampeerseizoen;
(bouwkundige) voorzieningen ten behoeve van (de aansluiting op) het openbare net van afvalstoffen, gas, water, elektriciteit, riolering, stadsverwarming en het telecommunicatieverkeer, of daaraan gelijk te stellen voorzieningen, met de daarbij behorende gebouwen zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
van beperkte functionele en/of ruimtelijke omvang, zodat de hoofdactiviteit qua aard, omvang enverschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts met één wand is omgeven;
grootschalige detailhandelvestigingen in de branches meubels, woninginrichting (uitsluitend indien de aard van de goederen aanleiding geeft tot een groot ruimtebeslag), bouwmarkten, doe-het-zelfartikelen, keukens en sanitair en naar aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen perifere detailhandel;
een woning of een gedeelte daarvan dient als recreatief verblijf voor recreanten, waarbij geen sprake is van permanente bewoning;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
een inrichting, bij welke het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
een zelfbedieningswinkel met een winkelverkoopvloeroppervlak van minimaal 500 m², waar een breed assortiment algemene en verse levensmiddelen worden verkocht, met een additioneel assortiment non-food. Supermarkten zijn veelal onderdeel van een keten die in een regio, land of zelfs meerdere landen winkels heeft;
een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
tuinen bedoeld voor het hobbymatig en voor eigen gebruik telen van groente, fruit en snijbloemen;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
kunstmatige hoogte, natuurlijke hoogten of hoge gronden met ondersteunende kunstwerken die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben;
oppervlakte waterlichaam, bergingsgebied, waterkering, ondersteunend kunstwerk en bijbehorende onderhoudsstroken, dat als zodanig in de legger van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is aangegeven;
het huisvesten van één huishouden in een (bedrijfs)woning of in een woning van een woongebouw, waarbijde woning uitsluitend mag worden gebruikt voor permanente bewoning
het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen als woning bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
elk drijvend en anderszins geheel of in hoofdzaak in water geplaatst voorwerp dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd is, ook indien het nog in aanbouw is;
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, wordt buiten beschouwing gelaten:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of
bestemmingsvlakken worden:
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de uitoefening van het grondgebonden volwaardig, reëel of in deeltijd uitgeoefend agrarisch bedrijf en uitsluitend op de locaties die in gebruik zijn of waren voor de uitoefening van dierenhouderijbedrijven met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: de uitoefening van dierenhouderijbedrijven met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
b. bedrijfsgebouwen;
c. kassen ten behoeve van teeltondersteuning;
d. boog- en gaaskassen uitsluitend toegestaan in de periode van 1 maart tot en met 15 oktober;
e. bedrijfswoningen;
f. bijbehorende bouwwerken;
g. bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van het houden van paarden;
h. praktijk- en kantoorruimten voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
met als nevenfuncties:
i. bed & breakfast accommodatie;
j. dagrecreatieve voorzieningen zoals een theetuin;
k. kamperen binnen het bouwvlak
;l. trekkershutten;
m. webwinkel;
n. detailhandel in ter plaatse voortgebrachte agrarische producten en/of op een ander agrarisch bedrijf voortgebrachte soortgelijke agrarische producten;met daarbij behorende:
o. erven en terreinen;
p. wegen, fiets- en voetpaden;
q. water;
r. groen.
3.2.1 Algemene bouwregel
De omgevingsvergunning wordt tevens, wegens strijd met het bestemmingsplan, geweigerd, indien door het verlenen van de vergunning meer dan 800 m2 aan bebouwing en/of gesloten verharding kan worden gerealiseerd en de aanvrager geen document van de waterbeheerder kan overleggen, waaruit blijkt dat, in het kader van de watertoets, het door de beheerder te bepalen voldoende oppervlak of volume aan waterberging ten hoeve van de waterhuishouding wordt gerealiseerd.
3.2.2 Hoofdgebouwen binnen het bouwvlak
Voor het bouwen van hoofdgebouwen binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
3.2.3 Bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
3.2.4 Bouwwerken geen gebouw zijnde binnen het bouwvlak
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak gelden de volgende regels:
3.2.5 Gebouwen buiten het agrarisch bouwvlak
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
3.2.6 Bouwwerken geen gebouw zijnde buiten het bouwvlak
Buiten het bouwvlak mogen geen bouwwerken geen gebouw zijnde worden geplaatst / aangelegd, behoudens:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de functieaanduiding:
Detailhandel is uitsluitend in de bestemming begrepen, voor zover deze detailhandel een geïntegreerd en ondergeschikt deel uitmaakt van een productiebedrijf en/of een ambachtelijk bedrijf, één en ander in of vanuit een verkoop-ruimte met een vloeroppervlak van ten hoogste 10% van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100 m².
Detailhandelsverkoop via internet al dan niet in combinatie met afhaalpunt is uitsluitend in de bestemming begrepen voor zover de primaire bedrijfsactiviteit opslag en distributie betreft, het afhaalpunt geen showroom heeft, geen reclame-uitingen plaatsvinden en ter plekke niet kan worden afgerekend.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.3 voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de bijlage 3. Staat van bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en/of effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die wel zijn genoemd.
De voor 'Bedrijventerrein-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de volgende functieaanduidingen:
Kantoren behorende bij de bedrijfsactiviteiten genoemd onder lid 5.1 zijn toegestaan
tot een oppervlakte van ten hoogste 2000 m² per kavel, met dien verstande dat het
percentage aan kantoorvloeroppervlak ten hoogste 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak
mag bedragen.
Detailhandel is toegestaan voor zover het productiegebonden detailhandel en/of detailhandel
als ondergeschikt bestanddeel van een bedrijf in goederen betreft die qua aard rechtstreeks
verband houden met de bedrijfsuitoefening, één en ander in of vanuit een verkoopruimte
met een vloeroppervlak van ten hoogste 10% van het bedrijfsvloeroppervlak met een
maximum van 100 m².
Detailhandelsverkoop via internet al dan niet in combinatie met afhaalpunt is uitsluitend
in de bestemming begrepen voor zover de primaire bedrijfsactiviteit opslag en distributie
betreft, het afhaalpunt geen showroom heeft, geen reclame-uitingen plaatsvinden en
ter plekke niet kan worden afgerekend.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken op gronden als bedoeld in lid 6.1 sub b mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
De regels zoals opgenomen in zijn tevens van toepassing op de bestemming.
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de volgende functieaanduidingen:
Detailhandelsverkoop via internet al dan niet in combinatie met afhaalpunt is uitsluitend
in de bestemming begrepen voor zover de primaire bedrijfsactiviteit opslag en distributie
betreft, het afhaalpunt geen showroom heeft, geen reclame-uitingen plaatsvinden en
ter plekke niet kan worden afgerekend.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de volgende functieaanduidingen:
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw
en bijbehorende bouwwerken op gronden als bedoeld in lid 9.1 sub e mag worden gebruikt
voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
Detailhandelsverkoop via internet al dan niet in combinatie met afhaalpunt is uitsluitend
in de bestemming begrepen voor zover de primaire bedrijfsactiviteit opslag en distributie
betreft, het afhaalpunt geen showroom heeft, geen reclame-uitingen plaatsvinden en
ter plekke niet kan worden afgerekend.
De regels zoals opgenomen in zijn tevens van toepassing op de bestemming.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 en lid 9.3 voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de bijlage 3. Staat van bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en/of effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die wel zijn genoemd.
De voor 'Gemengd - Bijlestaal 64 Broek op Langedijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.3 en toestaan dat het voorzien in voldoende parkeergelegenheid ook buiten de bestemming plaatsvindt, mits de realisatie en instandhouding van de parkeervoorzieningen buiten de bestemming zowel financieel als juridisch gewaarborgd zijn.
De voor 'Gemengd - Veilingterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken op gronden als bedoeld in lid 10.1 sub c mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
Detailhandelsverkoop via internet al dan niet in combinatie met afhaalpunt is uitsluitend
in de bestemming begrepen voor zover de primaire bedrijfsactiviteit opslag en distributie
betreft, het afhaalpunt geen showroom heeft, geen reclame-uitingen plaatsvinden en
ter plekke niet kan worden afgerekend.
De regels zoals opgenomen in zijn tevens van toepassing op de bestemming.
In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de volgende functieaanduidingen:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de functieaanduiding:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2, sub a onder 1 voor:
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de volgende functieaanduidingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 sub c, onder 3, voor het bouwen van een overkapping, met dien verstande dat:
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn ligplaatsen voor woonschepen niet begrepen.
De voor 'Wonen - Dubbel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken op gronden als bedoeld in lid 16.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
De regels zoals opgenomen in zijn tevens van toepassing op de bestemming.
De voor 'Wonen - Rij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor de functieaanduiding:
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken op gronden als bedoeld in lid 17.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
De regels zoals opgenomen in zijn tevens van toepassing op de bestemming.
De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken op gronden als bedoeld in lid 18.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits:
De regels zoals opgenomen in zijn tevens van toepassing op de bestemming.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor dienstverlening, uitsluitend op gronden ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening".
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een woning op gronden als bedoeld in lid 19.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits,
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
vet (toegevoegde teksten);doorgehaald (verwijderde teksten)
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De voor 'Waarde - Archeologie 0' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De Voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen waterbodems zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende waterbodems aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen voormalige en nog functionerende dijken zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel voor de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
De voor 'Waarde - Karakteristieke en beeldbepalende panden' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het herstel en behoud van de aanwezige karakteristieke en beeldbepalende panden.
In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen, geldt voor bestaande karakteristieke en beeldbepalende panden de volgende bouwregel:
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de vormgeving van bestaande karakteristieke en/of beeldbepalende panden, in die zin dat aangesloten moet worden bij de uitwendige hoofdvorm bepaald door onder meer de dakvorm, goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakhelling en gevel-indeling en karakteristieke elementen, in samenhang met het stedenbouwkundige beeld zoals dit is op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2 voor het bouwen van een nieuw hoofdgebouw na sloop van een karakteristiek of beeldbepalend pand, met dien verstande dat naar evenredigheid rekening moet worden gehouden met de oorspronkelijke hoofdvorm en de oorspronkelijke nokrichting van het voorheen bestaande karakteristieke of beeldbepalende pand, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing.
In geval van strijdigheid van regels, gaan de regels van dit artikel vóór de re -gels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Het bevoegd gezag mag, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de desbetreffende waterkering, bij omgevingsvergunning afwijken van:
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In aanvulling op de bouwregels behorende bij de bestemmingen waarin (vrijstaande en/of dienst)woningen zijn toegestaan gelden voor dakkapellen en dakopbouwen bij de volgende aanvullend bouwregels.
Voor het bouwen van dakkapellen op het achterdakvlak van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van dakkapellen op het zijdakvlak van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van dakkapellen op het voordakvlak van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van dakopbouwen aan de achterzijde van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels:
figuur 1: Plangebied dakopbouwen over de nok (kamelenrug). Toegestaan in de gehele
gemeente uitgezonderd bijzonder welstandsgebied (oranjebruin gekleurd).
Wanneer een bestaand gebouw, overkapping of bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde:
heeft dan in de bouwregels in de van toepassing zijnde bestemming is toegestaan, dan
mag:
Tot een gebruik, strijdig met dit bestemmingsplan, wordt in ieder geval gerekend:
Voor de gronden gelegen binnen dit plan, zijn de in regels van de geldende ruimtelijke plannen zoals genoemd in lid 1.39 geldende ruimtelijke plannen van overeenkomstige toepassing.
Voorgaande met inachtneming van de regels die in dit plan zijn aangegeven met:
Deze regels gaan vóór op de regels in de geldende ruimtelijke plannen dan wel de regels van het specifiek aangegeven plan.
Bij de verlening van:
waarbij het kangoeroewonen zonder zorgindicatie wordt aangevraagd, is het beleid in de 'Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent kangoeroewoningen in Langedijk en Heerhugowaard 2021' (16 juli 2021) dan wel diens rechtsopvolger van toepassing.
Voor de geldende plannen zoals bedoeld in bijlage 1 bij de regels dat het zonder omgevingsvergunning niet is toegestaan om gronden en bouwwerken te bbeouwen en/of gebruiken voor kangoeroewonen als bedoeld in het beleid in de 'Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent kangoeroewoningen in Langedijk en Heerhugowaard 2021' (16 juli 2021) dan wel diens rechtsopvolger.1
In afwijking van het bepaalde onder kan het bevoegd gezag:
verlenen het kangoeroewonen zonder zorgindicatie als is voldaan aan het beleid in de 'Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard houdende regels omtrent kangoeroewoningen in Langedijk en Heerhugowaard 2021' (16 juli 2021) dan wel diens rechtsopvolger.
De 'Beleidsvisie op het agrarische gebied' opgenomen als bijlage 8. Visie op agrarisch gebied Langedijk bij deze regels dan wel diens rechtsopvolger geldt voor de bestemmingen 'Agrarisch gebied' en 'Agrarisch gebied met natuurlijke en recreatieve waarden' in het bestemmingsplan Buitengebied en Koedijk.
De beleidsvisie geldt voor aanvragen omgevingsvergunning die zien op (ondergeschikte) nevenactiviteiten, aanvullend op de agrarische bedrijfsvoering en in strijd met het geldende bestemmingsplan, en daarnaast mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van:
Deze regeling geldt voor de bestemming 'Gemengd' in de bestemmingsplannen:
Tot een gebruik, strijdig met maatschappelijke voorzieningen in de bestemming 'Gemengd', wordt in ieder geval gerekend maatschappelijke voorzieningen in de vorm van woon-zorginitiatieven en maatschappelijke dienstverlening in de vorm van woon-zorginitiatieven.
In afwijking van het bepaalde in lid 33.3 onder 1 kunnen in de bestemming ‘Gemengd’ woon-zorginitiatieven worden toegestaan, als
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De regeling voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven wordt aangevuld met het toestaan van webwinkels. Webwinkels moeten voldoen aan de gestelde voorwaarden in de regeling voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven.
Onder webwinkel wordt verstaan: Uitoefening van detailhandel waarbij goederen uitsluitend worden verkocht door middel van een schriftelijke en/of elektronische opdracht, die niet ter plaatse ter hand worden gesteld en waarbij geen uitstalling van goederen ten verkoop bestaat (geen showroom).
Deze regeling geldt voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de bestemming Tuin van het Bestemmingsplan Sint Pancras 2012
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De in lid 33.1 bedoelde omgevingsvergunningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
In aanvulling op de specifieke gebruiksregels behorende bij de bestemmingen gelegen in het lint zoals weergegeven in Bijlage 4 Gebiedskaart Het lint behorende bij deze regels, gelden de volgende aanvullende specifieke gebruiksregels:
Tot een strijdig gebruik, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening in juli 2008 was een actualiseringsopgave voor bestemmingsplannen opgelegd. Op 1 juli 2013 moesten alle bestemmingsplannen actueel zijn. Deze periode van grootschalige actualisering is dan ook medio 2013 afgerond en wordt er inmiddels10 jaar jaar met de huidige bestemmingsplannen gewerkt. Voor diverse ontwikkellocaties zijn in de afgelopen jaren bestemmingsplannen opgesteld, waarin de aangevraagde ontwikkeling mogelijk is gemaakt. De opbouw van deze bestemmingsplannen sluit aan op de plannen uit de grootschalige actualisering (een uniforme bestemmingsplansystematiek). Daarnaast is een deel van de ontwikkelingen mogelijk gemaakt via een omgevingsvergunning, in afwijking van een geldend bestemmingsplan.
In 2024 wordt de Omgevingswet ingevoerd, waarna er (in formele zin) sprake zal zijn van één tijdelijk omgevingsplan voor de gehele gemeente. Uiterlijk tot en met eind 2031 is er sprake van een overgangsfase waarin de gemeente nieuwe regels in het omgevingsplan moet opnemen ter vervanging van het tijdelijke omgevingsplan. Het tijdelijke omgevingsplan bestaat in eerste instantie nog uit de 'oude' bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen en verordeningen.Verleende omgevingsvergunningen gaan echter niet automatisch mee in de omschakeling naar het tijdelijke omgevingsplan en zijn daarin niet zichtbaar. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het goed om alle geldende ruimtelijke plannen op orde te hebben en de verleende vergunningen al zoveel mogelijk actueel en uniform vastgelegd te hebben via een bestemmingsplan. Het voorliggende actualisatieplan voorziet daar in.
Het voorliggende actualisatieplan is opgesteld om:
Het Actualisatieplan biedt een goede basis om de komende jaren te komen tot één nieuw omgevingsplan voor de toekomstige gemeente Dijk en Waard. Actuele ruimtelijke plannen zijn ook belangrijk om slagvaardig te kunnen harmoniseren, omdat niet eerst meer hoeft te worden geïnventariseerd op het gebied van verleende omgevingsvergunningen.
Richting daadwerkelijke invoering van de Omgevingswet (2024) zal op de valreep nogmaals een ronde van de meest recentevergunningverlening plaatsvinden, dus de vergunningen vanaf november 2020, in een zogeheten Veegplan.
Het Actualisatieplan heeft betrekking op vrijwel alle geldende bestemmingsplannen in de voormalige gemeente Langedijk.
Onherroepelijke vergunningen tot november 2020 zijn geïnventariseerd en verwerkt in het voorliggende actualisatieplan. Met name de uitgebreide omgevingsvergunningen zijn nader geregeld en zichtbaar gemaakt op www.ruimtelijkeplannen.nl en worden te zijner tijd ook mee omgezet naar het tijdelijke omgevingsplan. Daarnaast is de keuze gemaaktom ook de zogeheten kruimelgevallen (reguliere omgevingsvergunningsprocedure) mee te nemen voor zover die zien op een functiewijziging van een locatie (dus bijvoorbeeld van de bestemde situatie voor 'Wonen' naar 'Bedrijf'). Wanneer een omgevingsvergunning ervoor zorgt dat de verbeelding van het geldende bestemmingsplan wijzigt, dan wordt deze omgevingsvergunning verwerkt in het voorliggende actualisatieplan.
Daarnaast is met voorgaand actualisatieplan nog een enkele aanpassing doorgevoerd, bijvoorbeeld omdat emissieszijn geconstateerd in geldende bestemmingsplannen. Het gaat bij deze doorgevoerde correcties niet om nieuwekeuzes, maar om reparaties van de geldende bestemde situatie waarin abusievelijk fouten zijn gemaakt bij hetopstellen van een geactualiseerd bestemmingsplan. Ook wat betreft het regelen van verleendeomgevingsvergunningen gaat het met voorliggend bestemmingsplan niet om nieuwe situaties. De ruimtelijke afwegingop grond van beleidskaders en omgevingsaspecten om medewerking te verlenen aan ruimtelijke ontwikkelingen heeftreeds eerder plaatsgevonden. In navolgend bestemmingsplan bestaat daarom geen reden om daar uitvoerig opnieuwop in te gaan.
De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. In hoofdstuk 2 komen de verschillende beleidskaders op rijksniveau, provinciaal en gemeentelijk niveau aan de orde. Ook wordt ingegaan op de toetsing van de omgevingsaspecten. Hoofdstuk 3 bevat een overzicht van de wijzigingen die in het Actualisatieplan zijn opgenomen. Hoofdstuk 4 is de juridische toelichting op het bestemmingsplan. Hoofdstuk 5 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) biedt een duurzaam perspectief voor de Nederlandse leefomgeving. Hiermee kan worden ingespeeld op de grote uitdagingen die voor ons liggen. De NOVI biedt een kader, geeft richting en maakt keuzes waar dat kan. Tegelijkertijd is er ruimte voor regionaal maatwerk en gebiedsgerichte uitwerking. Omdat de verantwoordelijkheid voor het omgevingsbeleid voor een groot deel bij provincies, gemeenten en waterschappen ligt, kunnen inhoudelijke keuzes in veel gevallen het beste regionaal worden gemaakt. Met de NOVI zet de Rijksoverheid een proces in gang waarmee keuzes voor onze leefomgeving sneller en beter gemaakt kunnen worden. Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050, brengt de NOVI de langetermijnvisie in beeld. Het Rijk wil sturen op en richting geven aan nationale belangen. Die komen samen in vier prioriteiten:
De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het streven vanuit de NOVI is combinaties te maken en win-win situaties te creëren. Soms zijn er scherpe keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie afwegingsprincipes:
Het voorliggende Actualisatieplan regelt geen nieuwe zaken, maar vertaalt verleende vergunning door in een ruimtelijke regeling en herstelt omissies in de geldende bestemmingsplannen. Er is geen strijd met de belangen zoals die zijn genoemd in het NOVI.
De provincie streeft naar een evenwichtige balans tussen economische groei en leefbaarheid. Een economisch vitale provincie draagt bij aan het welzijn, en een leefbare provincie draagt bij aan economische vitaliteit. De provincie staat voor een gezonde en veilige leefomgeving, goed voor mens, plant en dier, en daarmee ook goed voor het economisch vestigingsklimaat binnen de provincie. Dit evenwicht staat ten dienste van duurzame ontwikkeling: toekomstige generaties moeten ook profiteren van de keuzes die wij maken.
In deze omgevingsvisie is het principe van 'lokaal wat kan, centraal wat moet' leidend. Hieruit komen een aantal hoofdthema's naar voren: Noord-Holland in beweging, op weg naar een economisch en duurzame toekomst; dynamisch schiereiland, benutten van een unieke ligging; metropool in ontwikkeling, vergroten agglomeratiekracht door het ontwikkelen van een samenhangend metropolitaan systeem; sterke kernen, sterke regio's, sterke kernen houden regio's vitaal; nieuwe energie, economische kansen benutten van energietransitie; natuurlijk en vitaal landelijke omgeving, vergroten van biodiversiteit en ontwikkelen van een economisch duurzame agri-foodsector.
Het planvoornemen maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Er is geen strijd met de belangen zoals die zijn genoemd in de provinciale omgevingsvisie.
In deze verordening zijn de provinciale belangen uit de Structuurvisie Noord-Holland 2040 van 2010 uitgewerkt in algemene regels. Er is aangesloten bij de Ladder voor duurzame verstedelijking. Verschillende regels zijn opgenomen over onderwerpen, in zowel het landelijk als het bestaand stedelijk gebied van Noord-Holland, waarmee een provinciaal belang gemoeid is. Afhankelijk van de ligging van een plangebied zijn de regels uit de verordening al dan niet van toepassing. Het bestaand stedelijk gebied is in het provinciale overheidsbeleid beleidsmatig aangewezen voor verdere verstedelijking.
De belangrijkste onderwerpen uit de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 worden verankerd in de nieuwe Omgevingsverordening Noord-Holland. Deze vervangt alle bestaande verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving zoals de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Provinciale Milieuverordening, de Waterverordeningen en de Wegenverordening. Op 22 oktober 2020 is de Omgevingsverordening NH2020 vastgesteld door PS en op 16 november 2020 in werking getreden.
Zoals aangegeven, worden in dit Actualisatieplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt en is er daarmee geen strijdigheid met het beleid zoals dat is geformuleerd in de Omgevingsverordening NH2020.
Op 7 juni 2022 is het archeologiebeleid Dijk en Waard door de gemeenteraad vastgesteld. Dit archeologiebeleidbestaat uit een beleidsnota, archeologische beleidskaart en bijbehorende onderbouwende kaartbijlagen.
De archeologische beleidskaarten van de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard dateerden uit 2010.Het is nodig het archeologiebeleid te actualiseren op basis van de laatste archeologische kennis en richtlijnen. Sinds het opstellen van de vorige beleidskaarten zijn verscheidene nieuwe archeologische onderzoeken uitgevoerd en zijnnieuwe archeologische vindplaatsen aan het licht gekomen. Ten opzichte van het vigerende beleid van de voormalige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard hebben wijzigingen plaatsgevonden in de archeologische categorieën en de vrijstellingsgrenzen voor archeologisch onderzoek. Ook was er door het samengaan van de gemeenten Langedijk enHeerhugowaard tot de gemeente Dijk en Waard de noodzaak om binnen twee jaar na de gemeentelijke fusie het archeologiebeleid te harmoniseren.Het archeologisch bodemarchief verdient een goede bescherming: zowel voor de wetenschap (het vormt een bronvoor kennisvergaring) als vanuit maatschappelijk oogpunt (het draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving). Elke gemeente behoort dan ook een gedegen archeologiebeleid te voeren. De actualisatie van de gemeentelijke beleidsadvieskaart heeft zich niet alleen gericht op het toevoegen en analyseren van nieuwe archeologische vindplaatsen en onderzoeken.
Ten opzichte van de vorige beleidskaarten zijn enkele aanvullingen/wijzigingen doorgevoerd:
Op de beleidskaart is de gemeente verdeeld in verschillende archeologiegebieden, elk met een eigen vrijstellingsgrensdie aangeeft wanneer een ontwikkeling is vrijgesteld van de archeologische onderzoeksplicht. De actualisatie heeft geleid tot een aanpassing van de categorieën en de vrijstellingsgrenzen voor onderzoek. In de gemeente Dijk enWaard worden 9 verschillende archeologiecategorieën onderscheiden op grond van het noodzakelijk geachtearcheologisch beschermingsregime. Het nieuwe gemeentelijk archeologiebeleid is op perceelsniveau verwerkt invoorliggend actualisatieplan. In dit actualisatieplan is sprake van een achttal opgenomen categorieën middelsdubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' (0 t/m 7) op de verbeelding en in de regels.
Om de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan te toetsen, is het noodzakelijk dat verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Dit Actualisatieplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, maar verwerkt vastgesteld beleid, onherroeplijke vergunningen en repareert juridisch onvolkomenheden van geringe omvang. De ruimtelijke afweging van toelaatbaarheid, uitvoerbaarheid en wenselijkheid heeft in het spoor van vaststelling van beleid dan wel vergunningverlening reeds plaatsgevonden Er vindt dan ook geen verdere toetsing aan de goede ruimtelijke ordening plaats.
In 2024 is de beoogde inwerkingtreding van de Omgevingswet voorzien. Hiermee wordt een groot aantal wijzigingen doorgevoerd. Een van die wijzigingen heeft betrekking op de digitale raadpleegbaarheid van bestemmingsplannen en verleende omgevingsvergunningen. In dit Actualisatieplan is gekeken naar alle vergunning(aanvragen). Er is een drietal categorieën te onderscheiden met elk hun eigen reden om deze verleende vergunningen te verwerken in het Actualisatieplan.
Nu de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) nog gelden, worden verleende vergunningen met een procedure van 26 weken gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl. Deze verleende vergunningen zijn na de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet langer digitaal raadpleegbaar. Daarom zijn alle verleende vergunningen in dit Actualisatieplan vertaald naar een regeling die thuishoort in een bestemmingsplan. Er is zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van de geldende bestemmingsplannen.
Met de ‘kruimelgevallenregeling’ (artikel 4 bijlage II Besluit omgevingsrecht) is het mogelijk om een wijziging van het toegestane gebruik en bouwen te vergunnen. Denk hierbij aan het wijzigen van een functie detailhandel naar de functie wonen. Dit type vergunningen wordt sinds 2014 verleend, dit was het moment dat de Wabo in werking trad. Deze verleende vergunningen zijn nog niet verwerkt in een recent bestemmingsplan. Per verleende vergunning is gekeken hoe ze passen in de plansystematiek van de geldende bestemmingsplannen. Voorts zijn ze opgenomen in dit Actualisatieplan en voorzien van een regeling. Verleende vergunningen met een klein ruimtelijk gevolg worden verleend met een totale proceduretijd van 8 weken. Deze vergunningen worden geregeld via de definitie van het begrip bestaand. Ieder keer als er een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld, maken deze vergunningen onderdeel uit van het geldende bestemmingsplan. Deze verleende vergunningen zijn nog niet verwerkt in een recent bestemmingsplan. Door in dit Actualisatieplan een regeling voor bestaand bouwen en gebruik opnieuw op te nemen, zijn alle verleende vergunningen onderdeel van dit Actualisatieplan. Onder bestaand wordt verstaan: “die legale (vergunde) situatie voor wat betreft de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden en het overige gebruik zoals die is op het moment dat dit Actualisatieplan in werking treedt”.
Voor de locaties Oranjestraat, 1e Lage Hoekstraat, 2e Lage Hoekstraat, Hofstraat, Werfstraat, de Nederlanden, Raadhuisstraat, Zijperpad, Grenspad en Prinsengracht geldt vanaf 24 november 2020 een voorbereidingsbesluit. In dit Actualisatieplan wordt de voor de genoemde locaties aan de hand van de meest recente luchtfoto opnieuw gekeken naar de ligging van de tuin- en woonbestemming.
Inmiddels wordt ruim 7 jaar met de actuele bestemmingsplannen gewerkt. In de tussentijd heeft de ontwikkeling van wetgeving op rijksniveau niet stilgestaan en is nieuwe wetgeving tot ontwikkeling gekomen. Voor de geldende bestemmingsplannen hebben vooral de omgevingsvergunningvrije mogelijkheden bij woningen invloed op de manier waarop de regels van een bestemmingsplan kunnen of moeten worden toegepast. Het gaat dan specifiek om de ligging van het achtererfgebied. Met andere woorden, wat is de voorkant van de woning?
Daarnaast blijkt uit de praktijk dat er woonlocaties zijn die vanuit de historie niet overeenkomen met de eenduidige systematiek van de geldende bestemmingsplannen. Voor een aantal woonlocaties in Noord- en Zuid-Scharwoude, Broek op Langedijk en Oudkarspel geldt dat zij op voormalige eilanden zijn gebouwd. De huidige wegen (vaak straatjes) op deze eilanden waren eens water. De voorzijde van de woningen was dan ook gericht op het pad in het midden. Die historie is op diverse locaties ter plekke nog goed zichtbaar, onder andere door het feit dat uitbouwen, schuren en carports veelal juist aan de beide wegzijden gesitueerd zijn. De tuinen, gelegen aan het pad, hebben de oorspronkelijke functie als voortuin tot nog toe veelal behouden. De in 2013 vastgestelde bestemmingsplannen deze voorachtertuin-situatie planologisch om. Gebaseerd op de regelgeving van toen kregen de gronden aan de oorspronkelijke achterzijde van de woningen de bestemming ‘Tuin’, terwijl de tuinen, gelegen aan het pad juist een woonbestemming kregen.
Voor deze locaties is, mede naar aanleiding van handhavingstoezicht, echter gebleken dat:
Beide punten zijn cruciaal voor de omgevingsvergunningvrije mogelijkheden die plaats mogen vinden op het achtererf bij een woning. Juist omdat het gaat om rijkswetgeving moet ook het geldende bestemmingsplan voor de woonlocaties duidelijkheid bieden.
Naar aanleiding van het voorgaande is per locatie beoordeeld waar het achtererf is gelegen. Hierbij is de insteek om vooral vanuit historisch perspectief te kijken naar de indeling van de individuele percelen mede aan de hand van de recente luchtfoto.
In de geldende bestemmingsplannen voor de dorpskernen is het niet toegestaan om gebouwen in de tuinbestemming te bouwen. Dit is alleen anders als de tuinbestemming daarvoor een regeling geeft.
Met het doornemen van de lijst met alle vergunningen blijkt dat er in een aantal gevallen toch een gebouw in de voortuin is vergund. Dit heeft dan met name te maken met de beschikbare ruimte op het perceel en een logische inrichting daarvan. Omdat deze gevallen zijn vergund, is in het Actualisatieplan een regeling voor bestaande gebouwen in de tuinbestemming opgenomen. Via het begrip “bestaand” worden alleen de vergunde situaties geregeld.
De locaties ligging in Noord- en Zuid-Scharwoude en in Sint Pancras en zijn te herkennen aan het feit dat er op de locatie alleen een tuinbestemming is aangegeven.
In alle woonbestemmingen in de geldende plannen is de strekking dat mag worden gewoond in een woning. Via de begrippen die zijn opgenomen in de bestemmingsplannen betekent dat het wonen ten behoeve van één huishouden is toegestaan. In de geldende plannen is dat nu geregeld door het gebruik van een woonfunctie toe te staan en in de bouwregels te bepalen dat er in het bouwvlak een woning mag worden gebouwd. Doordat het toegestane gebruik en bouwen in elkaars verlengde ligt mag er worden gewoond in een woning, waardoor het wonen ten behoeve van één huishouden is toegestaan.
In de jurisprudentie is inmiddels meerdere keren bevestigd dat de toegestane vorm van wonen als gebruik expliciet moet worden benoemd. Er mag niet meer via het toegestane gebruik en het toegestane bouwen naartoe worden geredeneerd. Dit maakt dat er in de geldende bestemmingsplan nu, qua gebruik, meer is toegestane dan dat wat is beoogd ten tijde van de vaststelling van de geldende plannen.
In dit Actualisatieplan is dan ook een definitie voor “wonen” opgenomen. Onder “wonen” wordt verstaan: “het huisvesten van één huishouden in een (bedrijfs)woning of in een woning van een woongebouw, waarbij de woning uitsluitend mag worden gebruikt voor permanente bewoning”. Daarnaast is ook een definitie van “huishouden” opgenomen, om voor vergunningverlening en handhaving duidelijkheid te geven wat er wordt verstaan onder “huishouden”. Van een “huishouden” is sprake als: “de huisvesting van één afzonderlijk huishouden waarbij sprake is van onderlinge duurzame verbondenheid, continuïteit in de samenstelling van het huishouden en het gemeenschappelijk voeren van het huishouden, met uitzondering van bedrijfsmatige kamerverhuur”. De brede definitie geeft, binnen de grenzen van de jurisprudentie, voldoende ruimte voor maatwerk en geeft tegelijkertijd inzicht in de af te wegen criteria gebaseerd op jurisprudentie.
De archeologische beleidskaarten van de huidige gemeenten Langedijk en Heerhugowaard dateren uit 2010. Sinds het opstellen van deze kaarten zijn verscheidene nieuwe archeologische onderzoeken uitgevoerd en zijn nieuwe archeologische vindplaatsen aan het licht gekomen. Verder ontstond door het samengaan van de gemeenten Langedijk en Heerhugowaard tot de gemeente Dijk en Waard de noodzaak om de archeologische beleidskaart te actualiseren en te harmoniseren. Het geactualiseerde Archeologiebeleid is op 7 juni 2022 door de gemeenteraad van Dijk en Waard vastgesteld.
In dit Actualiseringsplan zijn dubbelbestemmingen opgenomen voor de categorieën 0 tot en met 7 van het nieuwe archeologiebeleid van de gemeente. Dit ter bescherming van de aanwezige archeologische waarden. Deze komen in de plaats van de soms verouderde of ontbrekende dubbelbestemmingen voor archeologie uit de voorheen vigerende bestemmingsplannen. Met deze dubbelbestemming zijn de archeologische waarden in de ondergrond voldoende beschermd.
Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening in juli 2008 was een actualiseringsopgave voor bestemmingsplannen opgelegd. Op 1 juli 2013 moesten alle bestemmingsplannen actueel zijn, wat betekende dat ze niet ouder dan 10 jaar mochten zijn. Daarnaast was de opgave om te komen tot digitale bestemmingsplannen met een eenduidige systematiek. De voorgeschreven RO Standaarden werden toegepast bij het opstellen van bestemmingsplannen, zodat voor het gehele gemeentelijke grondgebied uniforme bestemmingsplannen zijn ontstaan. Deze periode van grootschalige actualisering is medio 2013 afgerond. Inmiddels wordt ruim 8 jaar met de actuele bestemmingsplannen gewerkt. In de tussentijd hebben de ontwikkelingen en trends in de samenleving niet stilgestaan. Zeker niet op sociaal gebied. Vele taken ter uitvoering van de sociale wetgeving zijn toevertrouwd aan de gemeente. Hier is een aanzienlijk budget mee gemoeid. Ook is in de afgelopen jaren de maatschappelijke trend ingezet om langer in een huiselijke sfeer te blijven wonen en kleinschalige (jeugd)zorg aan te bieden. Om goed in te kunnen spelen op deze zogenoemde ‘woon-zorginitiatieven’ is het belangrijk dat het sociaal domein en het domein ruimte gezamenlijk werken aan helder en duidelijk beleid. Dit proces loopt in de werkorganisatie Langedijk-Heerhugowaard. Vanuit het sociaal domein wordt gewerkt aan beleid om vooral kwalitatief hoogwaardige woon-zorg te kunnen faciliteren voor de toekomstige gemeente Dijk en Waard. Vooruitlopend op dit nieuwe beleid is het belangrijk dat de ruimtelijke regels, zoals dat is opgenomen in de geldende bestemmingspannen, niet in de weg staan aan de nieuwe sociale beleidslijn. Ook is, vooruitlopend op de bestuurlijke fusie, alvast gekeken op welke manier woon-zorginitiatieven zijn geregeld in de geldende bestemmingsplannen van Heerhugowaard. Voorkomen moet worden dat wordt ‘geshopt’ in de geldende bestemmingsplannen voor de toekomstige gemeente Dijk en Waard.
In de geldende bestemmingsplannen van Langedijk is voor het lint van Langedijk een gemengde bestemming opgenomen. Een gemengde bestemming is erop gericht om de planologische vrije vestiging van gebruik zoals het wonen, detailhandel, maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening niet in de weg te staan. Dit was ruimtelijk gestoeld op de Structuurvisie Langedijk, waarin 1 van de pijlers het vitaal lint is. Met het oog op het nieuwe sociaal beleid is deze ‘open deur’ benadering niet passend, omdat er in de tussenperiode juist initiatieven zich kunnen vestigen die niet passen in het kwalitatief hoogwaardig concept wat het sociaal domein wil gaan faciliteren. In de geldende bestemmingsplannen van Heerhugowaard is het zo dat er voor de vestiging van nieuwe initiatieven een vergunningstelsel is opgenomen. Een afweging die altijd plaatsvindt is of er sprake is van ‘maatschappelijk belang’. Door deze afweging te maken wordt nu al gekeken naar kwaliteit van de initiatief. Bovendien is samen met sociaal domein gekeken naar een heldere afweging over wat moet worden verstaan onder ‘maatschappelijk belang’. Hiervoor zijn inmiddels heldere criteria beschikbaar. De regels in de geldende bestemmingspannen van Heerhugowaard hebben een wezenlijke andere benadering dan in Langedijk. Met het oog op de harmoniseringsverplichting voor de toekomstige gemeente Dijk en waard is hier alvast een stap te zetten. Dit betekent dat de gebruiksfuncties ‘maatschappelijke voorzieningen in de vorm van woon-zorginitiatieven en maatschappelijke dienstverlening in de vorm van woon-zorginitiatieven planologisch niet langer vrij gevestigd kunnen worden. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen die zoveel mogelijk afgestemd op de regeling zoals die nu is opgenomen in de geldende bestemmingspannen van Heerhugowaard. De regeling is opgenomen in artikel 32, lid
De opgenomen voorwaarden passen binnen de door de gemeenteraden van Langedijk en Heerhugowaard recent vastgestelde ‘Visie sociaal domein Dijk en Waard’. Deels zijn de criteria afgestemd op jurisprudentie. Het gaat dan vooral om de ruimtelijke afweging of sprake is van woon- of van een maatschappelijk initiatief. Deels zijn de criteria een kwalitatief inhoudelijke afweging vanuit het sociaal domein. De kwalitatieve criteria worden ter vaststelling aangeboden aan uw college. Dit wordt gecoördineerd vanuit het sociaal domein. Het samenwerken door de werkvelden Beleid/Ruimte en Sociaal domein anticipeert op de integrale werkwijze in het kader van de beoogde inwerkingtreding Omgevingswet, waar de ‘fysieke leefomgeving’ centraal staat. Ruimtelijke en sociale aspecten gaan dan hand in hand.
Op de gemeentegrens van de voormalige gemeente Langedijk is een gebiedsaanduiding "overige zone - algemene aanvulling geldende ruimtelijke plannen' opgenomen. De regeling geldt voor alle geldende plannen waarop de regeling een aanvulling is, maar ook voor het voorliggende plan. In de regeling is onder meer een verwijzing naar de Beleidsnotitie kangoeroewoningen Langedijk en Heerhugowaard 2021 opgenomen. Het gaat hier om vastgesteld beleid, dat juridisch is vastgelegd in het voorliggende bestemmingsplan.
In de aan huis verbonden beroepregeling is opgenomen dat webwinkels zijn toegestaan in woningen en bijbehorende bouwwerken. Er moet zijn voldaan aan de voorwaarden zoals die gelden voor alle aan huis verbonden beroepen en bedrijven. Het opnemen van webwinkels komt voort uit een harmonisatieslag vanuit de geldende regels in bestemmingsplannen voor Heerhugowaard. Ruimtelijk gezien heeft het toestaan van webwinkels geen andere effecten dan de al toegestane aan huis verbonden bedrijvigheid.
In het voorliggende Actualisatieplan is gericht op het vastleggen van datgene wat als is vergund of van datgene wat wordt bedoeld in de geldende regels. Schoonheidsfoutjes in de geldende bestemmingsplannen zijn daar waar mogelijk gerepareerd. Denk hierbij aan verschrijvingen, foute verwijzingen en ondergeschikte ommissies in de geldende plannen.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de regels en de verbeelding van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit: een verbeelding van het plangebied waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen; de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.
Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting. Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg beschikbaar gesteld.
De regels bestaan uit twee varianten:
Ad 1. Een algemene partiële herziening
Voor deze situaties is het zo dat er na vaststelling van het Actualisatieplan twee ruimtelijke plannen per locatie gaan gelden. In deze gevallen wordt in de regels een algemene verwijzing naar de geldende ruimtelijke plannen gemaakt, waarop het aan de orde zijnde onderwerp betrekking heeft. In de regels zijn de teksten te herkennen door het gebruik van vette teksten en doorhalingen en via de gebiedsaanduiding "overige zone - Algemene aanvulling geldende ruimtelijke plannen".
Ad 2. Een actualisering van het geldende plan, waardoor het Actualisatieplan het enige geldende plan is
In deze gevallen geldt dat het Actualisatieplan het enige geldende ruimtelijke plan voor de betreffende locatie is. De opgenomen regeling sluit aan op de algemene plansystematiek die is opgenomen in de geactualiseerde bestemmingsplannen en dus via het Actualisatieplan opnieuw ingekaderd worden, met inachtneming van het Actualisatieplan. Het gaat hierbij over het opnemen van verleende vergunningen.
Voor wat betreft de partiële herziening bestaat de plangrens van de verbeelding uit de contour van alle ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen) die deel uitmaken van het Actualisatieplan. Het omvat vrijwel het gehele grondgebied van de voormalige gemeente Langedijk. Om ervoor te zorgen dat de belangrijkste onderwerpen direct zichtbaar zijn is de gebiedsaanduiding "overige zone - Algemene aanvulling geldende ruimtelijke plannen" opgenomen.
Het toevoegen van een dubbelbestemming is mogelijk door middel van een partiële herziening. Hiervoor hoeft geen enkelbestemming te worden opgenomen. Dit komt onder meer voor bij het onderwerp 'Waarde - Archeologie ..'.
Daarnaast zijn er onderwerpen die een zelfstandige bestemming voor de betreffende locatie mogelijk maken. In deze gevallen zal de verbeelding eruit zien als een regulier bestemmingsplan, voorzien van een enkelbestemming en de benodigde aanvullende regelingen, zoals archeologie en de parkeerregeling.
In de Wro en het Bro zijn wettelijke regels voor de bestemmingsplanprocedure vastgelegd. Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden:
Ontwerpfase Na aankondiging in de Staatscourant en in één of meer plaatselijke dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, wordt het ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kan een ieder zienswijzen over het ontwerp naar voren brengen.
Vaststellingsfase Na afloop van de termijn van de terinzagelegging stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast.
Beroepsfase Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vaststellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage. Gedurende de periode van 6 weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op basis van artikel 3.1.6, lid 1, sub f, Bro bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Tevens is een paragraaf over handhaving van het plan toegevoegd.
In het kader van de te voeren planologische procedure wordt het ontwerpbestemmingsplan gepubliceerd in het in het digitale Gemeenteblad en de website www.officielebekendmakingen.nl. Tijdens genoemde periode kan iedereen een zienswijze indienen over het Actualisatieplan.
Omdat sprake is van het herstellen van een omissies en het vastleggen van verleende omgevingsvergunningen is geconcludeerd dat voorliggend reparatiebestemmingsplan niet door een onvoldoende economische uitvoerbaarheid wordt belemmerd. De kosten vanwege voorliggende ruimtelijke procedure wordt door de gemeente gedragen.