Bestemmingsplan ‘Schenkeldijk
70/70a/70b ‘s-Gravendeel´
gemeente Hoeksche Waard
Regels
Artikel
6 Wonen – Verspreide woningen
Artikel
8 Waarde – archeologische verwachting
middelhoog 1
Artikel
9 Waarde – archeologische verwachting
laag
Artikel
10 Anti-dubbeltelregel
Artikel
11 Algemene bouwregels
Artikel
12 Algemene regels met betrekking tot
ondergronds bouwen
Artikel
13 Algemene gebruiksregels
Artikel
14 Algemene afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs-
en slotregels
stedenbouwkundige schets
Schenkeldijk 70b, ‘s-Gravendeel (Wissing, 17 april 2024)
Vastgesteld 23 april 2024
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan ´Schenkeldijk
70/70a/70b ‘s-Gravendeel´ met identificatienummer van de
NL.IMRO.1963.BPSchenk70bSGD23-VG01 gemeente Hoeksche Waard;
1.2 bestemmingsplan
de geometrische bepaalde
planobjecten met bijbehorende regels;
1.3 verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in
het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.4 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is
gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw
onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee
gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels
worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak
betreft;
1.7 aanduidingsvlak
een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd
door een aanduidingsgrens;
1.8 aaneengebouwde
woning
een woning die al dan niet via een aanbouw of
bijgebouw is verbonden met een andere woning;
1.9 aan huis verbonden bedrijf
een kleinschalig bedrijf dat wordt uitgeoefend
door de gebruiker van een woning, waarbij de woning in overwegende mate haar
woonfunctie behoudt, dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die
met de woonfunctie in overeenstemming is en dat geen onevenredige hinder
oplevert voor het woon- en leefmilieu, niet zijnde horeca of detailhandel, met
uitzondering van beperkte verkoop ten behoeve van het aan huis verbonden
bedrijf;
1.10 aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op maatschappelijk,
juridisch, administratief, medisch, therapeutisch, kunstzinnig,
ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat wordt uitgeoefend
door de gebruiker van een woning, waarbij de woning in overwegende mate haar
woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die
met de woonfunctie in overeenstemming is, niet zijnde horeca of detailhandel,
met uitzondering van beperkte verkoop ten behoeve van het aan huis verbonden
beroep;
1.11 achtererf
gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van
het gebouw is gelegen;
1.12 afwijken van de bouwregels en/of van de
gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6,
eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.13 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van
producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren,
glastuinbouwbedrijven daarvan uitgezonderd;
1.14 archeologisch onderzoek
diverse vormen van onderzoek naar de
archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende
versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;
1.15 archeologische verwachting
de aan een gebied toegekende verwachting in
verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
1.16 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband
met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
1.17 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen
gebouwen zijnde;
1.18 bed & breakfast
een kleinschalige overnachtingaccommodatie
bestaande uit maximaal 2 kamers voor in totaal maximaal 5 gasten, gericht op
het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf in de
bestaande en legale woning in combinatie met het serveren van ontbijt;
1.19 bedrijf
een onderneming die is gericht op het
bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of
herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
1.20 bestaand
mits het bouwwerk in overeenstemming is met het
voorheen geldend planologische regime;
1.21 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.22 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde
bestemming;
1.23 bijgebouw
een niet voor bewoning bestemd vrijstaand of
aangebouwd gebouw, dat bouwkundig ondergeschikt en functioneel dienstbaar is
aan een binnen hetzelfde bestemmingsvlak staande woning;
1.24 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk
oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede
het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een
standplaats;
1.25 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.26 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge
de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.27 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.28 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door
op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is
begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van
onderbouw en zolder;
1.29 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden
zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen
gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.30 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout,
steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de
grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de
grond;
1.31 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder
de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of ter plaatse leveren van goederen
aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending
anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.32 (medische) dienstverlening
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden
bestaan uit het verlenen van (medische) diensten aan derden, waaronder zijn
begrepen tandarts-, dokter en fysiotherapie praktijken en naar de aard daarmee
gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen;
1.33 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.34 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte
daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is
ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit
bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
1.35 erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het
doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische
aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een
seksautomatenhal;
1.36 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen
toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte
vormt;
1.37 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken
en in gebruik geven;
1.38 grondwaterpeil
bovenste niveau van het water dat zich in de
bodem bevindt;
1.39 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn
constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het
belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.40 horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of
etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt
verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de
aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan
niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch
getinte vermaaksfunctie;
1.41 kampeermiddel
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan
wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of
gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze
onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht
dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.42 kleinschalig kamperen
het houden van een kampeerterrein voor ten
hoogste 25 kampeermiddelen;
1.43 maatvoeringsgrens
de grens van een maatvoeringsvlak;
1.44 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden
zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde
maatvoering geldt;
1.45 mantelzorg
het bieden van zorg in een woning aan een ieder
die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de
woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke
uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming
is;
1.46 nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6
eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.47 natuurwaarden
de aan een gebied eigen zijnde ecologische
waarden;
1.48 nevenactiviteit
een activiteit ondergeschikt aan de
hoofdactiviteit in zowel omvang (m2), omzet (€) als de effecten op
het woon- en leefklimaat;
1.49 normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie
houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten
minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
1.50 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1,
eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.51 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van
een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder
a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.52 omgevingsvergunning voor het slopen van
een bouwwerk
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3.
onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
1.53 permanente bewoning
het gebruik van een recreatiewoning of
kampeermiddel door eenzelfde persoon of groep van personen als feitelijk
hoofdverblijf, in die zin dat deze persoon of groep van personen binnen een
aaneengesloten periode van een jaar meer dan 240 overnachtingen in de
recreatiewoning maakt;
1.54 prostitutiebedrijf
een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig
gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd, dan wel in gebruik voor het
daar uitoefenen van prostitutie; prostitutie is het tegen betaling hebben van
seksuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze;
1.55 seks- en/of pornobedrijf
een inrichting bestemd voor het doen
plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of
pornografische aard, waaronder mede wordt begrepen:
1.56 staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en
daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.57 stacaravan
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of
soortgelijk onderkomen op wielen dat, mede gelet op de afmeting, kennelijk niet
bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over
grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
1.58 (straat)peil
1.59 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande
ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden
onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.60 uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren
en in uitvoering geven;
1.61 voorerf
gedeelte van een erf dat aan de voorkant (voor
de voorgevel) van het gebouw is gelegen;
1.62 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw
of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel,
de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan
kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt, dan wel de gevel naar die
weg die volgens het straatnamenregister bepalend is voor de adressering;
1.63 vrijstaande woning
een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst
aan een ander hoofdgebouw;
1.64 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6
eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.65 woning
een (gedeelte) van een gebouw dat dient voor de
huisvesting van één huishouden;
2.1 algemeen
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt
gemeten:
de afstand tot een grens
tussen de grens een bepaald punt van het
bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een
gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van
ondergeschikte bouwonderdelen, zoals
schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee
gelijk te stellen bouwonderdelen;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het
horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot
c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen
constructiedeel;
de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de
windturbine;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht
vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de
buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de
buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse
gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op
het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het
bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de
overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het
afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
verticale diepte van een ondergronds bouwwerk
van het peil tot aan de bovenzijde van de
afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
2.2 inhoud van (bedrijfs)woningen
Bij de bepaling van de inhoud van (bedrijfs)woningen worden ondergrondse bouwwerken niet
meegerekend.
2.3 ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van
het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters,
kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten,
gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten
beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan
1 m bedraagt.
2.4 dakkapellen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van
bouwen wordt de goothoogte van een dakkapel buiten beschouwing gelaten mits de
dakkapel voldoet aan de volgende eisen:
2.5 meten
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot
of vanuit het hart van een lijn en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor
'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met
bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Buiten het bouwvlak
Buiten
het bouwvlak zijn uitsluitend de volgende bouwwerken toegestaan:
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
een en ander met bijhorende bouwwerken en
voorzieningen waaronder wegen en paden.
4.2.1
Gebouwen
Uitsluitend
gebouwen voor nutsvoorziening zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
4.2.2
Bouwwerken, een gebouwen zijnde
Bouwwerken,
geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
een en ander met bijhorende bouwwerken en
voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen
Uitsluitend gebouwen voor nutsvoorziening zijn
toegestaan onder de volgende voorwaarden:
5.2.2 Bouwwerken, een gebouwen zijnde
Bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan
onder de volgende voorwaarden:
Artikel
6 Wonen – Verspreide woningen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Verspreide woningen'
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijhorende
bouwwerken en voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Uitsluitend de volgende bouwwerken
zijn toegestaan:
1.
hoofdgebouwen
moeten worden gebouwd binnen het bouwvlak;
2.
de inhoud
van een woning met bijgebouwen gezamenlijk maximaal 775 m3 bedraagt dan wel de
bestaande grotere inhoud;
3.
ter
plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'
mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
4.
bijgebouwen
niet voor de voorgevelrooilijn van woningen mogen worden gebouwd;
5.
de
goothoogte van bijgebouwen bij woningen maximaal 3 m bedraagt dan wel de
bestaande grotere goothoogte;
6.
de
bouwhoogte van bijgebouwen bij woningen maximaal 6 m bedraagt dan wel de
bestaande grotere bouwhoogte;
6.3 Voorwaardelijke verplichtingen
b. Het bevoegd gezag kan pas een omgevingsvergunning verlenen voor nieuwbouw of uitbreiding van gebouwen en/of voorzieningen met inachtneming van het volgende:
met betrekking tot de beeldkwaliteit en duurzaamheid dient
voldaan te worden aan de het beeldkwaliteitsplan, dat als bijlage 1 bij
deze regels is opgenomen.
c. De eisen ten aanzien van de
inrichting van het plangebied uit de stedenbouwkundige schets Schenkeldijk 70b,
‘s-Gravendeel (Wissing, 17 april 2024), die als
bijlage 1 bij deze regels is opgenomen, moet binnen 12 maanden na het in
gebruik nemen van de nieuwe woningen gerealiseerd zijn en in stand worden
gehouden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Herbouw woning
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 sub a onder 1 voor de
herbouw van een woning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming
van tenminste de volgende voorwaarden:
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Mantelzorg
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van
mantelzorg in bestaande bijgebouwen bij een woning dan wel het toestaan van
extra aan- of uitbouwen of vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg,
met inachtneming van de volgende voorwaarden:
6.5.2 Bed & breakfast
in bijgebouwen
Bij omgevingsvergunning kan worden
afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van bed
& breakfast in bestaande karakteristieke,
historisch waardevolle bijgebouwen of vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen,
met inachtneming van de volgende voorwaarden:
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden
zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen
zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
In afwijking van het bepaalde bij de andere
bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
7.2.2 Gebouwen
Uitsluitend gebouwen ten behoeve van het
leidingbeheer mogen worden gebouwd met per gebouw een oppervlakte van maximaal
40 m2.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen
zijn de bedraagt maximaal 3 m.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken
van het bepaalde in artikel 7.3 voor het bouwen overeenkomstig de
andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
7.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van
een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4.1 Omgevingsvergunningplichtige
werken
Het is verboden zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning op de in artikel 7.1 bedoelde gronden de volgende
werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
7.4.2 Toetsingscriterium
Een omgevingsvergunning als bedoeld in
artikel 7.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het
uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de
daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van
de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan
worden tegemoet gekomen.
7.4.3 Advies leidingbeheerder
Een omgevingsvergunning als bedoeld in
artikel 7.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is
verkregen van de leidingbeheerder.
7.4.4 Uitzonderingen
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in
artikel 7.4.1 is nodig voor:
Artikel
8 Waarde – Archeologische verwachting middelhoog 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting
middelhoog 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende
bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van
archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere
bestemmingen mag alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief
archeologisch onderzoek.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Afwijking
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken
van het bepaalde in artikel 8.2 ten behoeve van gebouwen en
bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden
geldende bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de
bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
8.3.2 Uitzonderingen
Afwijking als bedoeld in
artikel 8.3.1 is niet vereist, indien:
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van
een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Omgevingsvergunningplichtige
werken
Het is verboden zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning op de in artikel 8.1 bedoelde gronden de volgende werken,
geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
8.4.2 Toetsingscriterium
Een omgevingsvergunning als bedoeld in
artikel 8.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen
bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of
indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig
(kunnen) worden geschaad.
8.4.3 Uitzonderingen
Het in artikel 8.4.1 vervatte verbod is
niet van toepassing, indien:
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan
wijzigen voor het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologische
verwachting middelhoog 1', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit
mogelijk is.
Artikel
9 Waarde - Archeologische verwachting laag
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting
laag' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende
bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van
archeologische waarden.
9.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere
bestemmingen mag alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief
archeologisch onderzoek.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Afwijking
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken
van het bepaalde in artikel 9.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken
geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende
bestemmingen, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de
bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
9.3.2 Uitzonderingen
Afwijking als bedoeld in artikel9.3.1 is
niet vereist, indien:
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van
een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Omgevingsvergunningplichtige
werken
Het is verboden zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning op de in artikel 9.1 bedoelde gronden de volgende
werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
9.4.2 Toetsingscriterium
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel
9.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken, geen bouwwerken
zijnde, en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te
verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden
geschaad.
9.4.3 Uitzonderingen
Het in artikel 9.4.1 vervatte verbod is
niet van toepassing, indien:
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan
wijzigen voor het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologische
verwachting laag', indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk
is.
Artikel
10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij
het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan
worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten
beschouwing.
Artikel
11 Algemene bouwregels
11.1 Bestaande afmetingen
In die gevallen dat
de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken,
die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de
bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is
toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in
afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
11.2 Bestaande afstanden
In die gevallen dat
de bestaande afstand van een bouwwerk tot enige op de verbeelding of in de
regels aangegeven lijn dan wel tot een ander bouwwerk, die in overeenstemming
met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
tot stand is gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van
deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als
minimaal toegestaan.
11.3 Bestaande percentages
In die gevallen dat
een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in
de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen,
meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven,
geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel
12 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen
Ondergrondse ruimten zijn
uitsluitend toegestaan ter plaatse van bovengrondse bebouwing, tenzij in de
bouwregels van de betreffende bestemming anders is bepaald. Op het bouwen van
ondergrondse bouwwerken zijn de aanduidingen op de verbeelding en de bouwregels
van het plan op overeenkomstige wijze van toepassing, met dien verstande dat:
Artikel
13 Algemene gebruiksregels
13.1 Strijdig
gebruik
Onder gebruik in
strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan:
13.2 Parkeernormen:
Het bevoegd gezag kan pas een
omgevingsvergunning verlenen voor nieuwbouw, uitbreiding of functiewijziging
van gebouwen en/of voorzieningen met inachtneming van het volgende:
met betrekking tot het parkeren
dient voldaan te worden aan de parkeernormen en verdere eisen zoals opgenomen
in 'Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Hoeksche Waard houdende regels omtrent de parkeernormen' (augustus 2021) of de
rechtsopvolgers daarvan.
Artikel
14 Algemene afwijkingsregels
14.1 Algemeen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken
van:
HOOFDSTUK
4 Overgangs- en slotregels
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
15.1.1 Algemeen
Een bouwwerk dat op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel
gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en
afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt
vergroot,
15.1.2 Afwijking
Het bevoegd gezag kan eenmalig in
afwijking van het bepaalde in artikel 15.1.1 een omgevingsvergunning
verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in
artikel 15.1.1 met maximaal 10%.
15.1.3 Uitzondering
Artikel 15.1.1 is niet
van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding
van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Overgangsrecht gebruik
15.2.1 Algemeen
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond
op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in
strijd is, mag worden voortgezet.
15.2.2 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan
strijdige gebruik, bedoeld in artikel 15.2.2, te veranderen of te laten
veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze
verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
15.2.3 Onderbroken gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in
artikel 15.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een
periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik
daarna te hervatten of te laten hervatten.
15.2.4 Uitzondering
Artikel 15.2.1 is niet van toepassing
op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende
bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als Regels van
het bestemmingsplan ‘Schenkeldijk 70/70a/70b s’-Gravendeel´.