De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor water met daarbij behorende taluds en oevers.
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
a. bijbehorende bouwwerken, zoals balkons aan een hoofdgebouw, en
b. bij de bestemming behorende andere bouwwerken, zoals duikers, bruggen, kademuren, beschoeiingen, een en ander uitgezonderd steigers en andere aanlegplaatsen, en
c. bij aangrenzende wegen behorende andere bouwwerken zoals overkluizingen ten behoeve van in- en uitritten en paden.
Voor het bouwen van bouwwerken, als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:
a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd:
1.
tot een diepte van
b.
de bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer dan