Bestemmingsplan ´ Langeweg 153 Sommelsdijk’, gemeente
Goeree-Overflakkee
Regels
Inhoudsopgave
Hoofdstuk
1 Inleidende regels
Artikel 1
Begrippen
Artikel 2
Wijze van meten
Hoofdstuk
2 Bestemmingsregels
Artikel
3 Tuin
Artikel 4
Wonen
Hoofdstuk
3 Algemene regels
Artikel 5
Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 6
Algemene bouwregels
Artikel 7
Algemene afwijkingsregels
Hoofdstuk
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 8
Overgangsrecht
Artikel 9
Slotregel
Bijlage:
Kavelstudie en landschappelijk
inpassingsplan Hoeve Langendam (Ars Virens, 6 juni
2022)
Vastgesteld
15 december 2022
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In
deze regels wordt verstaan onder:
1.1plan
het bestemmingsplan ´Langeweg 153 Sommelsdijk´ met identificatienummer NL.IMRO.1924.Langeweg153SMD-BP30 van de gemeente Goeree-Overflakkee.
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw.
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
ander
bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bebouwingspercentage
een op de kaart aangeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak, aanduidingsvlak of bestemmingsvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd door gebouwen en overkappingen.
bed
& breakfast
het bieden van recreatief nachtverblijf, kortdurend, in de vorm van logies al dan niet met ontbijt, binnen oorspronkelijk voor een andere functies gebouwd (deel van een) hoofdgebouw, aanbouw en bijgebouw.
bedrijf:
elke onderneming of gedeelte van een onderneming, welke een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en als zodanig gericht is op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten; organisatorisch zelfstandige eenheden als hier bedoeld, welke door of vanwege de overheid worden geleid, worden voor de toepassing van deze regels eveneens als bedrijf aangemerkt.
bedrijfsmatige
activiteiten (in of bij een woning)
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen detailhandel zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in of bij een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
beroepsmatige
activiteiten (in of bij een woning)
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning kan worden uitgeoefend en dat geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, zoals een advocaat, belastingconsulent, dierenarts, fysiotherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar, medisch specialist, notaris, psycholoog, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tolk/vertaler.
bestaand
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bijgebouw
een aangebouwd of op zichzelf staand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
bouwlaag,
laag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd en dat een oppervlakte beslaat van meer dan 50% van het grondvlak van het hoofdgebouw, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel.
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de functie, constructie en afmetingen, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
hoofdverblijf
het gebouw op een agrarisch perceel waarin de bedrijfswoning is gevestigd.
peil
a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de kruinstrook van die weg;
b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
c. voor stacaravans: de bovenzijde beganegrondvloer.
uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, dat een vergroting van de bestaande ruimte in dat hoofdgebouw is en direct daarmee in open verbinding staat.
voorerf
het gedeelte van het erf wat is gelegen voor de voorgrens van het hoofdgebouw en wat grenst aan dan wel zich oriënteert op openbaar gebied.
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, welke als belangrijkste is aan te merken en waarvan de gebouwen in hoofdzaak toegankelijk zijn.
voorgevelrooilijn
de denkbeeldige lijn die getrokken kan worden langs de voorgevel van de woning.
woning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Artikel 2 Wijze van meten
2.1
bebouwde oppervlakte:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
bouwhoogte
van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
goothoogte
van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4
hoogte van de eerste bouwlaag:
wordt gemeten 0,30 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning;
hoogte
van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
tiphoogte
van een windturbine
vanaf het peil tot aan de top van het rotorblad in de hoogste positie.
inhoud
van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
oppervlakte
van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen
gronden zijn bestemd voor bij woningen behorende tuinen, dan wel voor
onbebouwde erven, toegangspaden tot de gebouwen, parkeren en andere
verhardingen, met de daarbij behorende andere bouwwerken alsmede voorzieningen
ten behoeve van de waterhuishouding.
3.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen
uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien
verstande dat
3.2.1 Gebouwen
a. gebouwen niet zijn toegestaan.
3.2.2 Andere bouwwerken
a. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag
bedragen dan 1 m
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen
De voor Wonen aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a. wonen;
b. beroepsmatige
activiteiten;
c. aan
de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen.
4.1.2 Ondergeschikte
functies
a. bed
& breakfast;
b. groenvoorzieningen
en water;
c. erven
en tuinen;
d. paden
en wegen.
4.2 Bouwregels
Op de in lid 4.1
bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming
worden gebouwd, met dien verstande dat:
4.2.1 Gebouwen
a. binnen
een bestemmingsvlak ten hoogste één hoofdgebouw mag worden gebouwd, welke bij
herbouw niet dichter naar de weg toe mag worden gesitueerd dan in de bestaande
situatie het geval is;
b. de
inhoud van een hoofdgebouw ten hoogste 750 m3 mag bedragen,
tenzij de inhoud van de bestaande woning reeds groter is in welk geval de
bestaande inhoud als maximum geldt;
d.
de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste 9,5 m bedragen, tenzij de
bouwhoogte van een bestaand hoofdgebouw reeds groter is in wel geval de
bestaande bouwhoogte als maximum geldt;
e. de
oppervlakte van al dan niet met vergunning gebouwde bijbehorende bouwwerken in
het bestemmingsvlak bedraagt niet meer dan 150 m2,; dan wel de
f.
de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3
m.
4.2.2 Andere bouwwerken
de bouwhoogte van andere
bouwwerken niet meer mag bedragen dan:
a. 1
m voor erf- en terreinafscheidingen op het voorerf tot 1 meter achter de
voorgevelrooilijn;
b. 2
m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
c. 5
m voor overige andere bouwwerken.
4.3 Specifieke
gebruiksregels
4.3.1 beroepsmatige
activiteiten
Het gebruik van
hoofdgebouwen voor beroepsmatige activiteiten aan huis alsmede bed & breakfast is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij
de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
a. de
omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke
vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing, tot een maximum van 50 m2;
b. het
gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het
verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
c. detailhandel
is niet toegestaan;
d. de
activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
4.3.2 Voorwaardelijke
verplichting
4.4 Afwijken van de
gebruiksregels
Burgemeester en wethouders
kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder
lid 4.3 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen hoofdgebouwen
en bijgebouwen voor bedrijfsuitoefening aan huis als ondergeschikte activiteit
bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
a. uitoefening
van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit is toegestaan voor zover de
activiteiten behoren tot maximaal categorie 2 zoals genoemd in de als bijlage 2
bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
b. de
activiteit mag geen onevenredige afbreuk van en hinder aan het woonmilieu
veroorzaken;
c. de
omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke
vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing, tot een maximum van 50 m2;
d. het
gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het
verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
e. detailhandel
is niet toegestaan;
f. de
activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 5 Anti-dubbelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene bouwregels
6.1
Overschrijding bouwvlakken / bestemmingsgrenzen ondergeschikte bouwdelen
6.1.1
Toepassing
De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:
a. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen;
b. plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, indien de overschrijding van de voorgevelbouwgrens niet meer dan 12 cm bedraagt;
c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, overbouwingen, erkers, mits zij de voorgevelbouwgrens met niet meer dan 0,5 m overschrijden;
d. voor de bouw van balkons of luifels dan wel, uitsluitend bij woningen op de verdiepingen, van galerijen, mits:
e. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, voor zover deze de bouwgrens met niet meer dan 1 m overschrijden;
f. hijsinrichtingen aan tot bewoning bestemde gebouwen, voor zover deze hijsinrichtingen in geen enkele stand de voorgevelbouwgrens met meer dan 1 m overschrijden.
6.1.2
Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1.1 voor het overschrijden van de aangegeven bouwgrenzen met ten hoogste 1,5 m, indien het overige ondergeschikte bouwdelen betreft, zoals:
a. overbouwingen ten dienste van de verbinding van twee gebouwen;
b. toegangen van bouwwerken;
c. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen;
d. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten;
e. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
f. balkons en galerijen;
g. luifels, reclametoestellen en draagconstructies voor reclame;
h. hijsinrichtingen, laadbruggen, stortgoten, stort- en zuigbuizen;
i. kelderingangen en kelderkoekoeken.
6.2
Vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen
Vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen de voor dat gebouw toegestane maximale bouwhoogte met niet meer dan 8 m overschrijden.
6.3
Dakopbouwen t.b.v. noodtrappen, luchtbehandelings- en
liftinstallaties
Dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties mogen niet hoger zijn dan 3,5 m en mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste laag van het gebouw, waarop zij worden geplaatst.
6.4
Onderkeldering
6.4.1
Toepassing
De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
a. ondergrondse bouw is uitsluitend toegestaan onder de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen;
b. gebouwd mag worden tussen peil en 3,5 m onder peil.
6.4.2
Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4.1 ten behoeve van ondergrondse bouw buiten de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
6.4.3
Uitsluiting
Het bepaalde in artikel 6.4.1 is niet van toepassing op ondergrondse bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen.
6.5
Wegverkeerslawaai/industrielawaai
De realisering van geluidgevoelige objecten is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de in of krachtens de Wet geluidhinder geldende normen.
6.6
Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a. bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
c. parkeergelegenheden.
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning
afwijken van:
a. de in de
regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die
maten, afmetingen en percentages;
b. de
regels, en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien
een meetverschil daartoe aanleiding geeft tot een maximale afmeting van 3 m;
c. de regels
ten aanzien van de (bouw)hoogte van andere bouwwerken, en toestaan dat de
bouwhoogte van andere bouwwerken wordt vergroot:
d. het
oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere nutsgebouwtjes
met een inhoud van ten hoogste 100 m3 en een goothoogte van ten
hoogste 3 m.
e. de
situering en de begrenzing van bouwpercelen dan wel bouwvlakken of
bestemmingsvlakken, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat
verschuivingen in verband met de ingekomen aanvragen nodig zijn ter uitvoering
van een plan, mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, dan wel
bouwvlak, met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1
Overgangsrecht bouwwerken
8.1.1
Algemeen
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
8.1.2
Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 8.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1.1 met maximaal 10%.
8.1.3
Uitzondering
Lid 8.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2
Overgangsrecht gebruik
8.2.1
Algemeen
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
8.2.2
Veranderen strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
8.2.3
Onderbreken strijdig gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 8.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
8.2.4
Uitzondering
Lid 8.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ´Langeweg 153 Sommelsdijk’ van de gemeente Goeree-Overflakkee.