9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woningen, al dan niet in combinatie met een ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, waarbij er sprake dient te zijn van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
-
aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
-
tuinen en erven;
-
groenvoorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water.
In de bestemming zijn seksinrichtingen niet begrepen.
De beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 50 m², met dien verstande dat ten hoogste 16 m² gebruikt mag worden ten behoeve van aan het aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf gebonden detailhandel.
9.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
als hoofdgebouw mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
-
een hoofdgebouw mag uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd;
-
het aantal woningen mag niet meer dan 1 bedragen;
-
het hoofdgebouw mag uitsluitend gebouwd worden in de naar de weg gekeerde bouwgrens;
-
de horizontale diepte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 15 m bedragen;
-
de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dat de ter plaatsen van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”;
-
het hoofdgebouw mag uitsluitend worden afgedekt met een kap waarvan de dakhelling niet minder dan 35° mag bedragen.
-
-
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
2. de aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel te worden gesitueerd;
3. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen per woning mag niet meer dan 75 m² bedragen, met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het als zij- en achtererf aan te duiden deel van het bouwperceel niet meer dan 50% mag bedragen;
4. de bouwhoogte van bijgebouwen met een platte afdekking mag niet meer dan 3 m bedragen, terwijl bij afdekking met een kap de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen niet meer dan respectievelijk 3 m en 5,5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer dan 3,5 m bedragen, met dien verstande dat indien de goothoogte van het hoofdgebouw minder bedraagt dan 3,5 m, de goothoogte van aan- en uitbouwen niet meer dan de goothoogte van het hoofdgebouw mag bedragen;
6. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer dan 5,5 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij platte afdekking, ten hoogste gelijk mag zijn aan de onder 5 toegestane goothoogte.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) niet meer dan 1 m mag bedragen;
2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen.
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het landschappelijk beeld;
-
de milieusituatie;
-
de verkeersveiligheid,
nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken.
9.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het landschappelijk beeld;
-
de milieusituatie;
-
de verkeersveiligheid,
met een omgevingsvergunning afwijken van:
-
het bepaalde in lid 9.2, sub a, onder 2 en toestaan dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd;
-
het bepaalde in lid 9.2, sub a, onder 2 en 4 en toestaan dat een hoofdgebouw buiten de naar de weggekeerde bouwgrens wordt gebouwd;
-
het bepaalde in lid 9.2, sub a, onder 6 ten behoeve van een goothoogte en een bouwhoogte van respectievelijk ten hoogste 6 m en 9,5 m;
-
het bepaalde in lid 9.2, sub a, onder 7, ten behoeve van een afdekking met een kap met een dakhelling minder dan 35° of een platte afdekking;
-
het bepaalde in lid 9.2, sub b, onder 1 en 2 ten behoeve van het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op minder dan 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel of voor (het verlengde van) de voorgevel;
-
het bepaalde in lid 9.2, sub b, onder 3, tot een oppervlakte van 120 m² ten behoeve van een ruimtebehoevende hobby of een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, met dien verstande dat het in lid 9.2, sub b, onder 3 genoemde bebouwingspercentage niet mag worden overschreden.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen en/of stacaravans en chalets;
-
het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen ten behoeve van bewoning;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor niet-recreatief gebruik.
