gemeente: Stichtse Vecht   status: Onherroepelijk
plannaam: Vreeland   datum: 06-04-2011
 

Artikel 19 Water

 

19.1 bestemmingsomschrijving

 

19.1.1 algemeen

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. waterhuishoudkundige doeleinden;

  2. waterberging;

  3. waterlopen;

  4. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van aanwezige of potentiƫle landschappelijke en natuurlijke waarden ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone;

  5. steigers aan de oever van een tuin en/of erf van een woning of woonschip;

  6. het bestaande aantal woonschepen ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats;

  7. ligplaatsen voor recreatievaartuigen;

  8. met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder sluizen, bruggen, dammen, oeverbeschoeiingen en/of duikers.

19.1.2 woonschepen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 19.1 onder f zijn woonschepen toegestaan ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats die voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. lengte maximaal 18 m;

  2. breedte maximaal 6 m;

  3. goot- en boeiboordhoogte maximaal 3,5 m;

  4. bouwhoogte maximaal 4 m;

  5. diepte omloop en overstek maximaal 0,8 m;

  6. diepte dakoverstek maximaal 0,3 m;

  7. onderlinge afstand tussen tweewoonschepen of enige uitstekend deel daarvan minimaal 5 m.

19.1.3 recreatievaartuigen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 19.1 onder g zijn recreatievaartuigen toegestaan die voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. situering uitsluitend aan de oever van een tuin en/of erf van een woning aan de Vecht;

  2. maximale aantal recreatievaartuigen per woning bedraagt 1;

  3. maximale lengte per recreatievaartuig bedraagt 12 m;

  4. vooraf dient instemming van de vaarwegbeheerder te worden verkregen wat betreft nautische aspecten.

19.2 bouwregels

 

19.2.1 gebouwen

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

19.2.2 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:

  1. bruggen en viaducten 8 m;

  2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.

19.2.3 steigers

In aanvulling op en in afwijking van artikel 19.2.2 voldoen steigers aan de volgende kenmerken:

  1. situering uitsluitend aan de oever van een tuin en/of erf van een woning of woonschip, met uitzondering van oevers behorend tot de gronden bestemd met de bestemming Tuin - 1;

  2. steigers ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats uitsluitend toegestaan tussen het woonschip en de oever;

  3. de steiger dient evenwijdig aan de oever te worden gebouwd;

  4. de breedte maximaal 6 m bedraagt;

  5. de diepte maximaal 1,2 m bedraagt;

  6. de bouwhoogte de hoogte van het streefpeil niet overschrijdt, met een maximum van 0,45 m boven de waterlijn;

  7. steigers ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats mogen niet voorbij het woonschip uitsteken;

  8. steigers mogen de ecologische waarde van de ecologische verbindingszone niet aantasten.

19.2.4 meerpalen

In afwijking van het bepaalde in artikel 19.2.2 dienen meerpalen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. maximaal twee meerpalen;

  2. maximale doorsnede per meerpaal 0,2 m;

  3. maximale bouwhoogte 1 m;

  4. situering maximaal 4,2 m uit de oever.

19.3 ontheffing van de bouwregels

 

19.3.1 landschappelijke situering en cultuurhistorische waarden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.1.2 indien er sprake is van een verbetering van de landschappelijke situering en de cultuurhistorische waarden behouden blijven.

19.3.2 meerpalen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen voor het realiseren van maximaal 4 meerpalen per woonschip en/of een grotere doorsnede per meerpaal tot maximaal 0,5 m.

19.4 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van boatsavers.