REGELS
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 inleidende
regels
Artikel 1 begrippen 2
Artikel 2 relatie met
geldend bestemmingsplan 3
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4
Artikel 3 Groen 4
Artikel 4 Maatschappelijk 5
Artikel 5 Verkeer 6
Hoofdstuk 3 Slotregels
Artikel 6 Slotregel 7
Hoofdstuk 1 inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze
voorschriften wordt verstaan onder:
1 het plan:
uitwerkingsplan “Uitvaartcentrum Harinxmaland”;
2. het moederplan:
het
bestemmingsplan “Harinxmaland” van de gemeente Sneek, vastgesteld door de
gemeenteraad op 28 februari 2006 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van
Fryslân op 20 juni 2006, waarvan het plan een uitwerking is;
3. uitwerkingsplan:
het
geometrisch bepaalde planobject met bijbehorende regels als vervat in het
GML-bestand NL.IMRO.0091.harinxma-ontw;
4. verbeelding:
de kaart
met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen
gronden zijn aangewezen.
Artikel 2 Relatie met het geldende bestemmingsplan
Ten
aanzien van het plan geldt dat, naast het bepaalde in dit plan, de
voorschriften behorende bij het moederplan onverkort van toepassing zijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
groenvoorzieningen;
b.
bermen
en beplanting;
c.
paden;
d.
waterlopen
en waterpartijen;
e.
nutsvoorzieningen
met de daarbij behorende:
f.
verhardingen;
g.
parkeervoorzieningen;
h.
bouwwerken,
geen gebouwen zijnde.
2. Bouwregels
Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken
ten dienste van de bestemming worden gebouwd met dien verstande dat:
a. Met betrekking tot gebouwen geldt dat:
1. deze uitsluitend mogen worden
gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen;
2. de inhoud van een gebouw ten hoogste
50m3 mag bedragen;
3. de hoogte van een gebouw ten hoogste
3m mag bedragen.
b. Met betrekking tot het bouwen van bouwwerken geen gebouw
zijnde geldt dat:
1. de hoogte van straatmeubilair ten
hoogste 9m mag bedragen;
2. de hoogte van overige bouwwerken
geen gebouwen zijnde ten hoogste 3m mag bedragen.
Artikel 4 Maatschappelijk
1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een uitvaartcentrum;
b. een crematorium;
met
de daarbij behorende:
c. parkeervoorzieningen;
d. groenvoorzieningen en water;
e. bouwwerken, andere werken en bijbehorende voorzieningen.
2. Bouwregels
Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend
bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met dien verstande dat:
a.
Met betrekking tot gebouwen geldt dat:
1.
een gebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd;
2.
de goothoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding
“maximale goot- en bouwhoogte” (m) staat aangegeven;
3.
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding
“maximale goot- en bouwhoogte” (m) staat aangegeven;
4.
de
bouwhoogte van een ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes
en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen maximaal 13m mag
bedragen
b.
Met betrekking tot bouwwerken geen gebouw zijnde geldt dat;
1.
de
hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 1m mag bedragen met dien
verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van
meer dan 1m achter de naar de weg gekeerde gevels ten hoogste 2m mag bedragen;
2.
de
hoogte van vlaggen- en lichtmasten ten hoogste 8m mag bedragen;
3. de hoogte van overige
bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 3m mag bedragen.
1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Verkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
wegen;
b.
parkeervoorzieningen;
c.
groen en water;
d.
fiets- en voetpaden;
e.
andere verkeersvoorzieningen en ongelijkvloerse kruisingen, zoals
straatmeubilair, viaducten, tunnels en aquaducten;
f.
nutsvoorzieningen
met de daarbij behorende
g.
bouwwerken;
h.
andere werken.
2. Bouwregels
Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend
bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met dien verstande dat:
a.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd;
b.
Met betrekking tot bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat;
1.
de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan die
rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het
verkeer, ten hoogste 5,5m mag bedragen;
2.
de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde rechtstreeks ten behoeve
van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer ten hoogste 18m mag
bedragen.
Hoofdstuk
3 Slotregel
Artikel
6 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
“Regels deel uitmakende van het uitwerkingsplan
“uitvaartcentrum Harinxmaland, gemeente Sneek”.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester
en wethouders op. . . . . . . . . .
De voorzitter,
De secretaris,