5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie – Jachthaven’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
ligplaatsen, met dien verstande dat het aantal ligplaatsen niet meer mag bedragen dan 560;
-
water,
met de daarbij behorende:
-
een dienstwoning ten behoeve van de jachthaven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - dienstwoning”;
-
de buitenstalling van boten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – botenstalling”;
-
een scheepswerf ten behoeve van de bouw en het onderhoud/reparatie van schepen, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - scheepswerf”;
-
snackwagen, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – snackwagen”;
-
detailhandel in scheepsbenodigdheden, met een maximaal toegestane oppervlakte van 2.500 m²;
-
detailhandel in schepen, met een maximaal toegestane oppervlakte van 2.500 m²;
-
horecavoorzieningen, niet zijnde een bar/dancing, met een maximaal toegestane oppervlakte van 2.000 m²;
-
verkooppunt voor motorbrandstoffen;
-
de overdekte stalling van boten;
-
hotel- en recreatieappartementen, met dien verstande dat het aantal appartementen niet meer mag bedragen dan 18;
-
een verenigingsvoorziening;
-
sport- en speelvoorzieningen, inclusief een tennisbaan en een overdekt zwembad;
-
sanitaire voorzieningen en beheervoorzieningen, waaronder een wasserette en een milieustation,
met de daarbij behorende:
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan de goot- en bouwhoogte aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”;
-
het aantal dienstwoningen mag niet meer bedragen dan 1.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheiding mag niet meer bedragen dan 2 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
-
de milieusituatie;
-
een goede woonsituatie;
-
de brandveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid, en:
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van bouwwerken.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Onder een met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor bewoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie – dienstwoning”;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
