REGELS

 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1              inleidende regels                                                        

 

Artikel 1                      begrippen                                                                    2

Artikel 2                      relatie met geldend bestemmingsplan                        3

 

 

Hoofdstuk 2              Bestemmingsregels                                               

 

Artikel 3                      Wonen-Bijzondere woonvorm                                    4

 

 

Hoofdstuk 3              Slotregels

 

Artikel 4                      Slotregel                                                                    6

 


Hoofdstuk 1  inleidende regels

 

Artikel 1         Begrippen

 

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

1          het plan:
wijzigingsplan “Noorderhoek - Jancko Douwamastraat 39”;

 

2.         het moederplan:        

het bestemmingsplan “Noorderhoek” van de gemeente Sneek, vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2010;

           

3.         wijzigingsplan:

het geometrisch bepaalde planobject met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1900.2012oostWPjdouws39-onhe;

 

4.         verbeelding:

de kaart met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.

           

           

 

 

 


Artikel 2         Relatie met het geldende bestemmingsplan

                       

Ten aanzien van het plan geldt dat, naast het bepaalde in dit plan, de voorschriften behorende bij het moederplan onverkort van toepassing zijn.

 

 


Hoofdstuk 2  Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Wonen – Bijzondere woonvorm

 

3.1. Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Wonen- Bijzondere Woonvorm’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. woongebouwen al dan niet in samenhang met voorzieningen ten behoeve van verzorging en verpleging;
  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen,

met de daarbij behorende:

  1. erven;
  2. groenvoorzieningen;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

3.2 Bouwregels

 

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:

 

  1. Met betrekking tot hoofdgebouwen, aan, en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat:
    1. hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend binnen een bouwvlak mogen worden gebouwd;
    2. het aantal woningen ten hoogste het bestaande aantal, dan wel het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal mag bedragen;
    3. de goothoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven;
    4. de bouwhoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven;
    5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 6 m mag bedragen;
    6. de bouwhoogte van een overkapping ten hoogste 3 m mag bedragen;
    7. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw mag niet meer bedragen dan 0,25 m boven de  vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw dan wel de bestaande hoogte indien deze hoger is;
    8. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw ten minste 1 m lager dient te zijn dan de hoogte van het hoofdgebouw.

 

 

 

  1. Met betrekking tot bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat:

1.    de hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 1 m mag bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 meter achter de naar de weg en openbaar groen gekeerde gevels ten hoogste 2 m mag bedragen;

2.    de hoogte van vlaggenmasten ten hoogste 8 meter mag bedragen;

3.    de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste 5,5 m mag bedragen.

 

3.3 Specifieke gebruiksregels

 

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  2. het gebruiken van gronden en bouwwerken voor detailhandel en overige bedrijfs- en/of de daarvoor benodigde opslagruimte;
  3. het gebruiken of laten gebruiken van een woning ten behoeve van een aanhuis verbonden beroep of bedrijf in strijd met de volgende regels:

de woonfunctie mag worden gecombineerd met een beroep / bedrijf aan huis, voor zover de oppervlakte hiervan ten hoogste 30% van oppervlakte van de woning met een maximum van 50 m2 bedraagt;


 

 

Hoofdstuk 3  Slotregel

 

 

Artikel 4         Slotregel

 

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

 

“Regels deel uitmakende van het wijzigingsplan Noorderhoek - Jancko Douwamastraat 39”.

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân, op 27 november 2012.

 

burgemeester,                                                           gemeentesecretaris,

           

drs. H.H. Apotheker                                                  drs. J. Krul