Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, aan de gronden gelegen in het plan ter plaatse van de aanduiding "wro-zone – wijzigingsgebied” een bouwvlak ten behoeve van de bouw van een woning toekennen en indien nodig voor een juiste inpassing van het bouwvlak een deel van de bestemming ‘Tuin’ wijzigen in de bestemming ‘Wonen’ en een deel van de bestemming ‘Wonen’ wijzigen in de bestemming ‘Tuin’, met dien verstande dat:
-
per “wro-zone – wijzigingsgebied sletten romte belied” ten hoogste één woning mag worden gerealiseerd indien en voor zover dit past binnen het door Gedeputeerde Staten geaccordeerd gemeentelijk woonplan;
-
indien de kosten van grondexploitatie, met inbegrip van een planschadeovereenkomst op grond van artikel 6.4a van de Wet ruimtelijke ordening, niet anderszins verzekerd zijn er tegelijkertijd met het wijzigingsplan een exploitatieplan dient te worden vastgesteld;
-
kan worden voldaan aan de bepalingen in de Wet geluidhinder;
-
vooraf een watertoets wordt uitgevoerd;
-
de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast wanneer op grond van archeologisch onderzoek, ecologisch onderzoek en bodemonderzoek aangetoond wordt dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen onevenredige afbreuk doet aan eventueel aanwezige archeologische en ecologische waarden en dat de bodemgesteldheid van een zodanige kwaliteit is dat deze geschikt is voor woningbouw;
-
er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het straat en bebouwingsbeeld;
-
de woonsituatie;
-
de verkeersveiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
-
de planregels van artikel 3 en 4 van overeenkomstige toepassing worden verklaard.
