Artikel 3 Detailhandel

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor een bouw- en een tuinmarkt, met daarbijbehorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

Voor de bouw- en tuinmarkt geldt dat :

- het winkelgebouw maximaal 12.402 m² bvo is,

- de drive-inn maximaal 378 m² bvo (overkapt) en maximaal 1538 m² bvo (onoverkapt) is,

- de buitenverkoop voor (in hoofdzaak) tuinassortiment 840 m² bvo (overkapt) en 1996 m² bvo is.

Het totale bvo bedraagt daarmee maximaal 17.154 m².

 

3.2 Bouwregels

Op de voor detailhandel bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

a. een gebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

b. het bebouwingspercentage mag per bouwvlak niet meer dan 100% bedragen,

tenzij anders op de kaart is aangegeven;

c. de (bouw)hoogte mag niet meer bedragen dan maximaal 12 meter

3.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter

bedragen, met uitzondering van de terreinafscheiding die dient voor de afscheiding van de winkel of de opslag van goederen die niet meer dan 4 meter mag bedragen;

e. de hoogte van andere bouwwerken mag niet meer dan 10 meter bedragen, met uitzondering van de pyloon die maximaal 14,50 meter bedragen;

3.2.3 Bouwen

f. indien ten behoeve van het bouwen of anderszins dieper dan 40 centimeter onder maaiveld wordt ontgraven of de grond anderszins op een diepte van 40 centimeter of dieper wordt verstoord dan dient minimaal twee weken voorafgaande aan de start van die werkzaamheden de gemeente hierover schriftelijk te worden geïnformeerd.

g. de werkzaamheden als bedoeld onder f dienen te gebeuren onder archeologische begeleiding tenzij van gemeente hiervoor schriftelijke toestemming is verkregen of met een archeologisch onderzoek is aangetoond dat archeologische begeleiding niet nodig is.

 

3.3. Parkeernorm

Er geldt een minimale parkeernorm van 2,5 pp / 100m2 bvo

 

3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden of ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedenbouwkundig beeld ter plaatse nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

3.3.1 Procedure

Voor een besluit tot nadere eis geldt de in 6.1 vermelde voorbereidingsprocedure.