9.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
een park, plantsoenen, groenstroken en overige
aanplanten;
alsmede
voor:
b
voet- en fietspaden;
c
speelvoorzieningen;
d
kunstuitingen;
e
geluidwerende voorzieningen;
f
nutsvoorzieningen;
g
inritten;
h
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
i
het behoud van de cultuurhistorische en
landschappelijke waarden in de vorm van een graft ter
plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden”;
met
bijbehorende:
j
bouwwerken, geen gebouw zijnde.
De gronden binnen deze bestemming zijn tevens bestemd voor de
doeleinden en bouwmogelijkheden die in artikel 20 tot en met 24 voor de
betrokken bestemming zijn aangegeven, inclusief de daarin opgenomen
afwijkingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningvereisten.
9.2
Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 11.1
omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
a
gebouwen zijn niet toegestaan;
b
de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag ten
hoogste 6 m
bedragen;
c
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2
m bedragen.
9.3
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een
werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.3.1
Het is verboden zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden uit te voeren ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische
waarden”:
a
het geheel of gedeeltelijk verwijderen van graften.
9.3.2
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1
mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van de werken of
werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te
verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de
cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van
voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
9.3.3
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1
wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies
hebben ingewonnen van een onafhankelijke terzake
deskundige.
9.3.4
Een omgevingsvergunning als bedoeld in
lid 9.3.1 is niet vereist voor:
a
werken en werkzaamheden, behorende bij het
normale onderhoud, gebruik en beheer;
b
werken en werkzaamheden, welke op het tijdstip
van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden
uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde
vergunning.