artikel 17                 wonen

17.7            Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied’ te wijzigen in die zin dat nieuwe woningen kunnen worden gebouwd, met dien verstande dat:
a        aangesloten wordt op de bebouwingskarakteristiek van de omgeving (open, halfopen en gesloten);
b        de bebouwing georiënteerd  dient te worden op ‘Achter de Hoven’;
c        de bebouwingsregeling aansluit op de bebouwingsregeling in dit artikel (bestemming ‘Wonen’), met dien verstande dat de afstand van de achterste grens van het bouwvlak voor hoofdgebouwen ten opzichte van de achterperceelsgrens als gevolg van de wijziging van de perceelsgrenzen niet minder mag bedragen dan 5 m;
d        de woningbouw past binnen het beleid zoals dat geldt op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan;
e        door middel van een bodemonderzoek aangetoond wordt dat geen sprake is van bodemverontreiniging, dan wel dat na bodemsanering de grond voldoet aan de toekomstige functie;
f          door middel van archeologisch onderzoek aangetoond wordt dat geen sprake is van aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden.