3.1
Bestemmingomschrijving
De
voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 als
vermeld in de staat van bedrijfsactiviteiten;
b
verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg, uitsluitend
ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg’;
c
bestaande (inpandige)bedrijfswoningen, behorende
bij het ter plaatse gevestigde bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de
aanduiding ‘bedrijfswoning’;
d
woningen op de verdieping(en) ter plaatse van de
aanduiding ‘wonen’;
alsmede
voor:
e
erven;
f
nutsvoorzieningen;
g
parkeervoorzieningen;
h
water en voorzieningen ten behoeve van de
waterhuishouding;
i
overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
j
gebouwen;
k
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De gronden binnen deze
bestemming zijn tevens bestemd voor de doeleinden en bouwmogelijkheden die in
artikel 18 en 19 voor de betrokken bestemming zijn aangegeven, inclusief de
daarin opgenomen afwijkingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningvereisten.
3.2
Bouwregels
Bouwen is uitsluitend
toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met
inachtneming van de volgende bepalingen:
a
gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken
worden gebouwd;
b
de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen alsmede
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen binnen een bouwvlak mag niet meer
bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot-, bouwhoogte (m) en
maximum bebouwingspercentage (%)’ is aangegeven.
c
nutsvoorzieningen mogen binnen en buiten de
bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat:
1 de
oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
2 de
bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3
m.
d
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde,
mag ten hoogste bedragen:
-
van
erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens 1 m;
-
van
erfafscheidingen in of
achter de voorste bouwgrens 2 m;
-
van
overige bouwwerken,
geen gebouwen zijnde 3 m.
e bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden
gebouwd binnen het bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
f per bouwperceel is één bedrijfswoning
vrijstaand dan wel opgenomen in de bedrijfsbebouwing toegestaan, onder de
volgende voorwaarden:
1
Bij
een vrijstaande woning zijn de volgende bepalingen van toepassing:
-
De inhoud
van de woning mag niet meer bedragen dan 650 m³.
-
De
goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
-
De
bouwhoogte niet meer dan bedragen 10
m.
2
Bij
een in de bedrijfsbebouwing opgenomen bedrijfswoning zijn de volgende
bepalingen van toepassing:
-
De
inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 650 m3.
-
De
goot- en bouwhoogte zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen, mag niet worden
overschreden.
3.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan
een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2
onder d voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met
een hoogte van maximaal 2 m.
3.4
Specifieke gebruiksregels
3.4.1
Ten aanzien van de in lid 3.1 genoemde functies
gelden de volgende beperkingen:
a
seks- en/of pornobedrijven en/of
prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan;
b
detailhandel en zelfstandige kantoren zijn niet
toegestaan, met uitzonderingen van detailhandel als genoemd in de staat van
bedrijfsactiviteiten;
c
verkooppunten voor motorbrandstoffen met
lpg-verkoop zijn niet toegestaan;
d
inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van
het Besluit omgevingsrecht zijn niet toegestaan;
e
het aantal bedrijven per bestemmingsvlak mag niet
meer bedragen dan het op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van
het plan bestaande aantal.
3.4.2
Onder verboden gebruik wordt tevens verstaan het
gebruik van (gedeelten) van de gebouwen voor een aan huis gebonden beroep of
een aan huis gebonden bedrijf.
3.5
Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning
verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor de vestiging van
een bedrijf uit milieucategorie 3.1 als vermeld in de staat van
bedrijfsactiviteiten, dan wel voor de vestiging van een bedrijf dat naar aard
en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijkgesteld kan worden aan
een bedrijf behorende tot milieucategorie 1 of 2, mits:
a
de aard en de activiteiten van het bedrijf geen
afbreuk veroorzaken op het woon- en leefklimaat in de omgeving;
b
het geen risicovolle inrichting betreft.
3.5.2
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning
verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1, voor de uitoefening van
een aan huis gebonden beroep, mits:
a
de uitoefening van het aan huis gebonden beroep
plaatsvindt:
-
in een
eengezinswoning of een tot deze woning behorend bijgebouw;
-
op de
begane grondverdieping van een meergezinswoning;
-
op de
begane grondverdieping behorende tot een bovenwoning;
b
het ten behoeve van het aan huis gebonden beroep
in gebruik te nemen vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 30 m2, met dien verstande dat de woonfunctie
primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft;
c
het gebruik geen onevenredige afbreuk veroorzaakt
op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
d
geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt,
uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan
huis gebonden beroep;
e
de aard en de activiteiten van het bedrijf niet
leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige
afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.