gemeente: Sittard-Geleen   status: Vastgesteld
plannaam: Carmelietenstraat   datum: 07-07-2010
 

3 ALGEMENE REGELS

 

Artikel 6 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene bouwregels

 

7.1 Bestaande afmetingen, afstanden

In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of de afstand in het bestemmingsplan aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

 

7.2 Ondergronds bouwen

Het bepaalde in dit bestemmingsplan omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval verstaan:

      1. een gebruik van gronden en bouwwerken als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      2. een gebruik van gronden en bouwwerken als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;

      4. een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens deze regels;

      5. een gebruik van gronden en bouwwerken voor straatprostitutie, een seks- of pornobedrijf dan wel een prostitutiebedrijf, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens deze regels.

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

 

9.1 geluidzone - industrie

 

9.1.1 aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ zijn mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

 

9.1.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, mogen op de in lid 9.1.1 bedoelde gronden uitsluitend nieuwe woningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder gevoelige gebouwen worden gebouwd indien is aangetoond dat, overeenkomstig artikel 44 van de Wet geluidhinder, de geluidsbelasting van de gevel vanwege het betrokken industrieterrein de waarde van 50dB(A) niet te boven gaat dan wel overeenkomstig artikel 45 van de Wet geluidhinder een hogere waarde is vastgesteld

Artikel 10 Algemene ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in het plan voor:

      1. het afwijken van de voorgeschreven goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en afstand van bouwwerken, eventueel met overschrijding van de bouwgrenzen, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in deze regels voorgeschreven afmetingen en afstanden;

      2. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende reden zijn die zich tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het bestemmingsplan is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt;

      3. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van in het bestemmingsplan is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt;

      4. het overschrijden van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen door:

        1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda’s, afdaken en andere daarmee gelijk te stellen ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits:

          1. de diepte van de in dit artikel onder d1 genoemde bouwwerken niet meer bedraagt dan 1,5 m;

          2. op de betreffende gevel geen van de dit artikel onder d1 genoemde bouwwerken aanwezig zijn;

          3. de hoogte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende gebouw + 0,25 m;

          4. de breedte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan 60% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw;

          5. de afstand tot de bestemmingsgrens minimaal 2,5 m bedraagt, daar waar het bestemmingsvlak grenst aan een bestemming "verkeersgebied";

        2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.

 

Artikel 11 Algemene procedureregels

Een besluit tot het verlenen van ontheffing wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar te maken aan burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Overige regels

De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 tweede lid van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

      1. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening;

      2. de invloed van de omgeving op een bouwwerk;

      3. de bereikbaarheid van gebouwen voor het wegverkeer;

      4. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

      5. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;

      6. de ruimte tussen bouwwerken;

      7. erf- en terreinafscheidingen.