regels
artikel 6 waarde – archeologie
artikel 7 anti-dubbeltelbepaling
artikel 9 algemene gebruiksregels
artikel 10 algemene
afwijkingsregels
bijlagen
Bijlage: Staat van
bedrijfsactiviteiten
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan “Woningen Vrangendael” van de gemeente Sittard-Geleen;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1883.BPVrangendael-ON01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt, een kapsalon hieronder begrepen;
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwperceel, dan
wel binnen
een bestemmingsvlak of bouwvlak, zoals nader bepaald in deze regels, in procenten
van de oppervlakte van dat bouwperceel, bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel staand hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de inpandige en overdekte ruimte die wordt benut in verband met de uitoefening van een bedrijf;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten;
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden;
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijke opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, waarop ingevolge de regels van het plan geen hoofdbebouwing is toegestaan en dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit kadastrale gegevens;
een uitbreiding van het hoofdgebouw op de begane grond, geen afzonderlijke ruimte zijnde, waarvan de bestemming overeenkomt met de bestemming van het hoofdgebouw;
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk is aan te merken;
de bewoning van een woning door:
- een persoon;
- meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel kunnen vormen, alsmede het bedrijfsmatig verstrekken van logies;
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer
waarvan de
bovenkant minder dan
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het hoofdgebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden en andere ondergeschikte dakopbouwen;
beneden het peil;
de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel;
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen
plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare
wijze, zoals
een bordeel of escortservice;
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
bebouwing in halfvrijstaande en/of geschakelde hoofdgebouwen, waarvan het hoofdgebouw aan maximaal één zijde grenst aan een ander hoofdgebouw en daardoor aan één zijde in de perceelsgrens is gebouwd;
de naar het verkeers- of verblijfsgebied gekeerde bouwgrens;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
In deze regels wordt mede verstaan onder:
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen het voorste en het achterste punt van het bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren dan wel scheidslijnen en op het peil;
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwen is uitsluitend toegestaan:
1 uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
2 de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten hoogste mag bedragen:
- van erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens
- van erfafscheidingen in of
achter de voorste bouwgrens
- van overige bouwwerken,
geen gebouwen zijnde
1 de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m;
2
de bouwhoogte van erkers, entreeportalen en
veranda’s niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende
gebouw +
3 de breedte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan 60% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw.
Het bevoegd gezag kan
een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2
onder a voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met
een bouwhoogte van maximaal
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 4.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen dat:
-
van verlichting
-
van voorzieningen voor de verkeersgeleiding
-
van kunstuitingen
-
van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 5.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
1 op de begane grond/eerste bouwlaag 15 m;
2 op de volgende bouwlagen 12,5 m,
met dien verstande dat de afstand van de achtergevel tot de
achterste grens van het bouwperceel minimaal
goothoogte bouwhoogte
- van aangebouwde bijgebouwen hoogte eerste goothoogte+afstand
bouwlaag tot perceelsgrens, tot
hoofdgebouw maximum van
+
- van vrijstaande bijgebouwen 3 m goothoogte+afstand
tot perceelsgrens, tot
maximum
van
- van erfafscheidingen in of
voor de
voorste bouwgrens -
- van erfafscheidingen in of
achter de voorste
bouwgrens -
- van overige bouwwerken,
geen gebouwen
zijnde -
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
1 vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;
2
een bouwwerk zonder graafwerkzaamheden dieper
dan
3
een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste
1 op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
2 op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat archeologische waarden op de betrokken locatie niet aanwezig zijn;
1 het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
2 het doen van opgravingen of;
3 het laten begeleiden van de bodemverstorende activiteit door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
1 op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
2
wel aanwezige archeologische waarden in
voldoende mate zijn veilig gesteld.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding
omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken,
alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op
ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse
bouwwerken niet meer dan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in het plan voor:
1 tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda’s, afdaken en andere daarmee gelijk te stellen ondergeschikte delen van gebouwen, mits:
a
de overschrijding niet meer bedraagt dan
b de bouwhoogte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende gebouw + 0,25 m;
c de breedte van erkers, entreeportalen en veranda’s niet meer bedraagt dan 60% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw;
d de afstand tot de bestemmingsgrens minimaal 2,5 m bedraagt, daar waar het bestemmingsvlak grenst aan een bestemming "Verkeer";
2
andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen,
mits de overschrijding niet meer bedraagt dan
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 tweede lid van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
1 gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2 na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels
van het bestemmingsplan “Woningen Vrangendael”.
Rosmalen, 24 augustus 2011