De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wegen en voet- en fietspaden ten behoeve van doorgaand en overig verkeer;
alsmede voor:
b parkeervoorzieningen en andere openbare ruimten;
c groenvoorzieningen;
d water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
e nutsvoorzieningen;
f overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
g kunstuitingen;
h overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De gronden binnen deze bestemming zijn tevens bestemd voor de doeleinden en bouwmogelijkheden die in artikel 7 voor de betrokken bestemming zijn geregeld, inclusief de daarin opgenomen afwijkingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningvereisten.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 5.1.1 omschreven bestemmingen en met inachtneming van de volgende bepalingen:
a Nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
1
de oppervlakte niet meer bedraagt dan
2
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan
b de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste bedragen:
1
van verlichting
2
van voorzieningen voor de verkeersgeleiding
3
van kunstuitingen
4
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde