15.1 Bestemmingsomschrijving
De
voor "wonen - woonwagenstandplaats" aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a wonen
in woonwagens en/of chalets met bijbehorende voorzieningen en
groenvoorzieningen;
alsmede voor:
b erven;
c water
en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
met
bijbehorende:
d gebouwen;
e bouwwerken,
geen gebouwen zijnde.
De
gronden binnen deze bestemming zijn tevens bestemd voor de doeleinden en bouwmogelijkheden
die in artikel 16, 17 en 18 voor de betrokken bestemming zijn aangegeven,
inclusief de daarin opgenomen afwijkingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningvereisten.
15.2 Bouwregels
Bouwen
is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 15.1 omschreven doeleinden
en met inachtneming van de volgende bepalingen:
a Gebouwen
mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd.
b Per
bouwvlak mag maximaal één standplaats aanwezig zijn, met dien verstande dat per
standplaats maximaal één woonwagen/chalet aanwezig mag zijn.
c Het
bebouwingspercentage per bouwvlak mag niet meer bedragen dan 90%.
d De
bouwhoogte van een woonwagen/chalet mag niet meer bedragen dan 4 m.
e De
afstand van een woonwagen/chalet en bijgebouwen tot de grens van het bouwvlak
mag niet minder bedragen dan 1,5
m.
f
Op iedere standplaats mogen bijgebouwen ten
behoeve van sanitaire doeleinden en bergingsdoeleinden (verzorgingsunits)
worden gebouwd, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte hiervan per
standplaats niet meer mag bedragen dan 25 m² en de bouwhoogte
niet meer dan 3,50 meter.
g De
bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m, behoudens erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 m mag bedragen.
15.3 Afwijken
van de bouwregels
15.3.1 Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het
bepaalde in lid 15.2 onder d van de maximale bouwhoogte tot een maximale
bouwhoogte van 7 meter
indien:
-
de landschappelijke en stedenbouwkundige waarden
niet onevenredig worden aangetast;
-
de afwijkende bouwhoogte past binnen de in de
omgeving van de locatie gehanteerde bouwhoogte.
15.4 Specifieke
gebruiksregels
15.4.1 Onder
verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening wordt tevens
verstaan het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning
en/of als afhankelijke woonruimte.
15.4.2 Onder
verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening wordt
niet verstaan het gebruik van gedeelten van de woonwagen en bijgebouwen voor
een aan huis gebonden beroep, mits hiervoor ontheffing is verleend.
15.5 Afwijken
van de gebruiksregels
15.5.1 Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het
bepaalde in lid 15.1, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep,
mits:
a
de uitoefening van het aan huis gebonden beroep
plaatsvindt:
-
in een
woonwagen/chalet of een tot deze woonwagen/chalet behorend bijgebouw;
b
het ten behoeve van het aan huis gebonden beroep
in gebruik te nemen vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 30 m2, met dien verstande
dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft;
c
het gebruik geen onevenredige afbreuk
veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
d
geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd
een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden
beroep;
e
de aard en de activiteiten van het bedrijf niet
leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige
afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.