De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wegen en voet- en fietspaden ten behoeve van doorgaand en overig verkeer;
alsmede voor:
b parkeervoorzieningen en andere openbare ruimten;
c groenvoorzieningen;
d kunstuitingen;
e water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
f nutsvoorzieningen;
g overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
h overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De gronden binnen deze bestemming zijn tevens bestemd voor in artikel 10 genoemde bestemmingen en bouwmogelijkheden, inclusief de daarin opgenomen ontheffingen en/of aanlegvergunningvereisten.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 9.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
a Gebouwen zijn niet toegestaan.
b Nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
1 de oppervlakte niet meer bedraagt dan
2 de bouwhoogte niet meer bedraagt dan
c De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste bedragen:
1 van verlichting
2 van voorzieningen voor de
verkeersgeleiding
3 van kunstuitingen
4 van overige bouwwerken,
geen gebouw zijnde