De voor ‘Detailhandel - Garagebedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a detailhandel in auto’s, boten en caravans;
b garagebedrijven;
c showrooms;
alsmede voor:
d erven;
e nutsvoorzieningen;
f parkeervoorzieningen;
g groenvoorzieningen;
h water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
i overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
j gebouwen;
k bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De gronden binnen deze bestemming zijn tevens bestemd voor in artikel 10 genoemde bestemmingen en bouwmogelijkheden, inclusief de daarin opgenomen ontheffingen en/of aanlegvergunningvereisten.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 5.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
a Gebouwen mogen uitsluitend binnen de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.
b De goothoogte en bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal de aangegeven goothoogte en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage’.
c het bebouwingspercentage van het bouwvlak, gemeten per bouwperceel, bedraagt maximaal het bebouwingspercentage ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage’.
d De afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde niet minder bedragen dan 3 m.
e De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste bedragen:
1 van erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens
2 van erfafscheidingen in of achter
de voorste bouwgrens
3 van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde
f Nutsvoorzieningen mogen binnen en buiten de bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat:
1 de oppervlakte niet meer bedraagt dan
2 de hoogte niet meer bedraagt dan
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen
van het bepaalde in lid 5.2 onder e voor de realisatie van erfafscheidingen
voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 5.1 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
a de uitoefening van het aan huis gebonden beroep plaatsvindt:
1 in een eengezinswoning of
een tot deze woning behorend bijgebouw;
2 op de begane
grondverdieping behorende tot een bovenwoning;
b het ten behoeve van het aan
huis gebonden beroep in gebruik te nemen vloer oppervlak niet meer
bedraagt dan
c het gebruik geen
onevenredige afbreuk veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
d geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep;
e de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.