12.1
Bestemmingsomschrijving
De
voor ‘Verkeer - Spoorverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a spoorwegen met de
daarbij behorende gronden en voorzieningen;
b spoorwegovergangen
ten behoeve van overig verkeer;
c ongelijkvloerse
kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;
alsmede voor:
d parkeervoorzieningen
en andere openbare ruimten;
e groenvoorzieningen;
f water en
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
g nutsvoorzieningen;
h overige
bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende:
i overige bouwwerken,
geen gebouwen zijnde.
De
gronden binnen deze bestemming zijn tevens bestemd voor de doeleinden en
bouwmogelijkheden die in artikel 14, 15 en 16 voor de betrokken bestemmingen
zijn geregeld, inclusief de daarin opgenomen afwijkingsbevoegdheden en/of
omgevingsvergunningvereisten.
12.2
Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid
12.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen dat:
a gebouwen zijn
niet toegestaan;
b nutsvoorzieningen
mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
1 de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
2 de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf.
c de bouwhoogte van bouwwerken,
geen gebouw zijnde, gemeten vanaf de bovenkant spoorstaaf, mag
ten hoogste bedragen:
-
van verlichting 7
m;
-
van voorzieningen voor de spoorgeleiding zoals
draagconstructies
voor bovenleidingen, seinpalen,
bakens
en andere spoorverkeersvoorzieningen 15 m;
-
voor het onderbrengen van voorzieningen van
de
elektrotechnische systemen 7
m;
-
van geluidsschermen 4
m;
-
van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2
m.