Artikel 4          Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor groen aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, bestemd voor:

1.       groenvoorzieningen;

2.       langzaam verkeersvoorzieningen;

3.       water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

4.       de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening, voor zover op de verbeelding aangeduid als “milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied”;

5.       ontsluitingen van de aangrenzende bedrijven voor gemotoriseerd verkeer.

 

4.2 Bouwregels

De volgende bouwregel is van toepassing:

op of in de voor groen bestemde gronden mogen uitsluitend die andere bouwwerken worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen tot een maximale hoogte van 2,00 meter, met dien verstande dat voor zover de andere bouwwerken gelegen zijn in de op de verbeelding aangeduide “milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied”, het belang van de grondwaterbescherming in voldoende mate gewaarborgd moet zijn.