Burgemeester en
wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het
straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de
verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en
bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:
c. ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone
– wijzigingsgebied
1. na
toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels
van artikel 15 van overeenkomstige toepassing zijn.