Regels

 

 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1     Inleidende regels. 3

Artikel 1       Begrippen. 4

Artikel 2       Wijze van meten. 8

 

Hoofdstuk 2     Bestemmingsregels. 9

Artikel 3       Wonen. 10

 

Hoofdstuk 3     Algemene regels. 14

Artikel 4       Anti-dubbeltelbepaling. 15

Artikel 5       Algemene afwijkingsregels. 16

Artikel 6       Overige regels. 17

 

Hoofdstuk 4     Overgangs- en slotregels. 18

Artikel 7       Overgangsrecht 19

Artikel 8       Slotregel 20

 

BIJLAGEN

 

-            Staat van bedrijven

-            Beeldkwaliteitsplan Plan ontwikkeling Nieuwe Es 6A & 8 te Wijster





Hoofdstuk 1     Inleidende regels

 

Artikel 1        Begrippen

 

In deze regels wordt verstaan onder:

 

a.       het plan:
het bestemmingsplan Nieuwe Es 6a en 8 Wijster met identificatienummer NL.IMRO.1731.NieuweEs6a8WYS-VST1 van de gemeente Midden-Drenthe;

 

b.      bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

 

c.       aan- of uitbouw:
een gebouw dat in bouwkundig opzicht qua massa en vorm ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar functioneel één geheel vormt met het hoofdgebouw;

 

d.      aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

 

e.       aanduidinggrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

 

f.        aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten:
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteiten in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kunnen worden uitgeoefend;

 

g.      aan huis verbonden beroep:
het beroep van: accountant, administratieconsulent, advocaat, apotheker, architect, assurantiebemiddelaar, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gastouder, gerechtsdeurwaarder, huisarts, interieurarchitect, logopedist, makelaar in onroerend goed, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatieadviseur, raadgevend ingenieur, registeraccountant, specialist, tandarts, tandartsspecialist, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige, dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen beroep, dat in combinatie met de woonfunctie, als hoofdfunctie kan worden uitgeoefend in een hoofdgebouw en/of bijgebouw(en) dat is (die zijn) bestemd voor het wonen;

 

h.       achtererf:
gedeelte van het erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen;

 

i.         archeologische waarden:
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;

 

j.         bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

k.       bed and breakfast(eenheid):
het tegen vergoeding verstrekken van logies waarbij de Bed & breakfasteenheden enkel zijn ingericht als nachtverblijf en er in totaal maximaal 6 personen mogen verblijven;

 

l.         bestaand gebruik:
het gebruik dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod, met uitzondering van gebruik dat in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan

 

m.     bestaand bouwwerk:
een bouwwerk, dat ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;

 

n.       bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;

 

o.      bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

 

p.      bijgebouw:
een gebouw dat in bouwkundig opzicht qua massa en vorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van het hoofdgebouw, vrijstaand dan wel aangebouwd;

 

q.      bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

 

r.        bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;

 

s.       bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

 

t.        bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;

 

u.       bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

 

v.       bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

 

w.      café:

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter

plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;

 

x.       detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

 

y.       erker:
uitbouw aan een gevel van het hoofdgebouw;

 

z.       gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

aa.   hoofdgebouw:
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

 

bb.  overkapping:
een bouwwerk voorzien van een plat dak, dan wel een kap en uitgevoerd met maximaal één wand;

 

cc.   overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

 

dd.  peil:

1.bij ligging aan een weg: de kruin van de weg;

2.      bij ligging aan een anderszins verhard terrein: de bovenkant van dat terrein;

3.bij ligging anders dan een weg of verhard terrein: het maaiveld;

4.      bij aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij of aan een bestaande woning: de bestaande peilmaat van de woning of het maaiveld;

 

ee.   seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

 

ff.     twee-aaneen bebouwing:
bebouwing in halfvrijstaande en/of geschakelde hoofdgebouwen, waarvan het hoofdgebouw aan maximaal één zijde grenst aan een ander hoofdgebouw en daardoor aan één zijde in de perceelsgrens is gebouwd.

 

gg.  voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, indien een woning met meer dan één zijde naar de weg is gekeerd, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(s);

 

hh.   voorgevelrooilijn:

1.                               langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing:

-          de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;

2.      langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als bedoeld onder 1  aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd:

-          bij een wegbreedte van tenminste 15 m, de lijn gelegen op 15 m uit de as van de weg;

-          bij een wegbreedte geringer dan 10 m, de lijn gelegen op 10 m uit de as van de weg;

-          bij een wegbreedte tussen de 10 m en de 15 m, de lijn gelegen op een afstand, die gelijk is aan de wegbreedte, uit de as van de weg;

 

ii.       vrijstaande (hoofd)bebouwing:
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden niet in de perceelsgrens zijn gebouwd.

jj.       vrijstaand bijgebouw
een niet met het (hoofd)gebouw verbonden gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;

kk.   woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;          





Artikel 2        Wijze van meten

 

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

      

a.      de afstand tot de grens van een bouwperceel:
de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de grens van een bouwperceel.

b.      de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

c.      de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

 

d.      de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

 

e.      de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

f.        de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

 

 

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als:

1.      plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten;

2.      erkers die voldoen aan de bouwregels;

3.      overstekende daken en/of luifels kleiner dan 0,75 m;

4.      balkons die minder dan 1,00 m buiten de gevel steken;

5.      een wolfseind met een maximale goothoogte van 4.50 meter, bij boerderij-achtige woningen;

buiten beschouwing gelaten.





Hoofdstuk 2     Bestemmingsregels

Terug naar inhoudsopgave

Artikel 3        Wonen

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.      wonen

 

met daaraan ondergeschikt:

b.      groenvoorzieningen;

c.      infrastructurele voorzieningen;

d.      openbare nutsvoorzieningen;

e.      waterhuishoudkundige voorzieningen;

 

met de daarbij behorende:

f.        tuinen, erven en terreinen;

 

3.2 Bouwregels

 

a.      Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen, gelden de volgende regels:

1.      de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

2.      het aantal woningen bedraagt per bouwvlak ten hoogste het aangeduide aantal ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”;

3.      ter plaatse van de aanduidingen “vrijstaand” en “twee-aaneen” mag een hoofdgebouw maximaal worden gebouwd in de aangegeven bebouwingstypen;

4.      de dakhelling bedraagt ten minste 30° en ten hoogste 60°;

5.      de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste wat is
aangegeven ter plaatse van de aanduiding “maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)”;

6.      in afwijking van het bepaalde onder lid 3.2 sub a, onder 6, en kan worden toegestaan dat de genoemde maximale goothoogte wordt verhoogd tot 5,5 m, mits deze verhoging betrekking heeft op niet meer dan 25% van de totale gootlengte per hoofdgebouw, en het straat- en bebouwingsbeeld hierdoor niet wordt verstoord;

7.      de oppervlakte per woning binnen het bouwvlak, ten behoeve van wonen mag maximaal 150 m² bedragen.

b.      Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd en moeten onderdeel uitmaken van het hoofdgebouw.

c.      Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

1.      op een bouwperceel mag maximaal één vlaggenmast van ten hoogste 6 m worden geplaatst;

2.      de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt tot 1 m achter de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m;

3.      de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 meter en daarachter ten hoogste 3 m.

 

3.3 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan:

a.      de plaats en de afmetingen van de bebouwing;

b.      de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten aanzien van het erf
grenzend aan de openbare weg of openbaar groen;

 

3.4    Afwijken van de bouwregels

 

Het bevoegd gezag kan, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de in lid 3.2, sub a, onder 6 gegeven goot- en bouwhoogten tot niet meer dan 10% van die hoogtes.

 

3.5 Specifieke gebruiksregels

 

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

a.      het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;

b.      het gebruik van een hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouw en aangebouwd bijgebouw voor meer dan één woning;

c.      het gebruik van gronden en bouwwerken in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een aan huis verbonden beroep;

d.      het gebruik van de gronden en bouwwerken in combinatie met een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat de uitoefening van een aan huis verbonden beroep wel is toegestaan voor zover de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd en er geen ernstige hinder of afbreuk aan het woonmilieu wordt gedaan en dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

1.      de woonfunctie moet in ruimtelijke en visuele zin primair blijven;

2.      aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het beroep mogen uitsluitend inpandig worden verricht;

3.      maximaal 30% van de oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het beroep met een maximum van 45 m²;

4.      degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis verbonden beroep uitoefent;

5.      de ruimtelijke uitstraling van de activiteiten moet qua aard, omvang en intensiteit verenigbaar zijn met het karakter van de omringende woonomgeving;

6.      behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis verbonden beroep, mag geen detailhandel plaatsvinden;

7.      het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient te worden geparkeerd op eigen terrein.

 

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

 

Het bevoegd gezag kan, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

 

a.      artikel 3.5, lid c en toestaan dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf uitsluitend is toegestaan voor zover de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd en er geen ernstige hinder of afbreuk aan het woonmilieu wordt gedaan en dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

1.     de woonfunctie moet in ruimtelijke en visuele zin primair blijven;

2.     de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het bedrijf mogen uitsluitend inpandig worden verricht;

3.     maximaal 30% van de oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het bedrijf met een maximum van 45 m²;

4.     degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis verbonden bedrijf uitoefent;

5.     de ruimtelijke uitstraling van de activiteiten moet qua aard, omvang en intensiteit verenigbaar zijn met het karakter van de omringende woonomgeving;

6.     het gebruik levert geen ernstige hinder op voor het woonmilieu, dan wel doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;

7.     van deze afwijkingsbevoegdheid wordt geen gebruik gemaakt ten behoeve van bedrijven die vergunningsplichtig of meldingsplichtig zijn krachtens de milieuwetgeving;

8.     bedrijfsactiviteiten zijn bovendien uitsluitend toegestaan voor zover deze voorkomen in, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen zijn met de bedrijven categorie 1 en 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijven;

9.     behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis verbonden bedrijf, mag geen detailhandel plaatsvinden;

10. het gebruik zal geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient te worden geparkeerd op eigen terrein.

b.      lid 3.1 en toestaan dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van bed and breakfast, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

1.     de bed and breakfast moet plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing en mag zowel in hoofdgebouw als bijgebouw worden gerealiseerd. Er wordt uitgegaan van een al bestaande entree;

2.     in een bijgebouw mogen voor de bed and breakfastfunctie uitsluitend slaapplaatsen met sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd. Hieraan gekoppeld, moet in het hoofdgebouw een ontbijtruimte en mag een eventuele woonkamer worden gerealiseerd;

3.     het bijgebouw moet in de directe nabijheid van het hoofdgebouw staan en een duidelijke relatie hebben met het hoofdgebouw;

4.     de uiterlijke kenmerken van het hoofdgebouw moeten behouden blijven. Er mogen geen uiterlijke kenmerken aan de woning worden toegevoegd;

5.     er mogen maximaal drie bed and breakfasteenheden worden gerealiseerd, voor in totaal maximaal 6 personen;

6.     er mag geen keukenblok in de bed and breakfasteenheden worden gemaakt;

7.     het parkeren voor de bed and breakfast moet op eigen erf plaatsvinden;

8.     er mag geen extra inrit worden aangelegd in verband met de vestiging van bed and breakfast;

9.     de vestiging van bed and breakfast is alleen toegestaan aan een verkeersontsluiting van voldoende omvang;

10. er is geen sprake van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

11. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

1.    het aanleggen van verharding voor de naar de weg gekeerde gevels van gebouwen, met uitzondering van een oprit voor motorvoertuigen met een breedte van ten hoogste 4 m.           

b   Het onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

1        reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleend omgevingsvergunning;

2        het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;

3        reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

 c   De onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.





Hoofdstuk 3     Algemene regels

 

Artikel 4        Anti-dubbeltelbepaling

 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.





Artikel 5        Algemene afwijkingsregels

 

5.1 Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning
afwijken van:

 

a.      het bepaalde in het plan en toestaan dat antenne- of alarmmasten tot een hoogte van 25 m mogen worden gebouwd;

b.      het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, voorzover de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;

c.      het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

d.      het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes mogen worden gebouwd, mits:

·      de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m³ bedraagt en de bouwhoogte niet meer dan 3 m.

e.      het bepaalde in het plan en toestaan dat de gronden mogen worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijbak, met dien verstande dat de volgende voorwaarden gelden:

1.    de paardrijbak mag uitsluitend binnen het bestemmingsvlak ten behoeve van het eigen hobbymatige gebruik worden aangelegd;

2.    de paardrijdbak dient zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd;

3.    de paardrijdbak mag achter de woning worden gesitueerd;

4.    er mag geen hinder (geur, geluid, licht en stof) worden veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand van 30 meter tussen de paardrijdbak en woningen van derden);

5.    er mogen geen onevenredige verstoring van het bodemarchief worden veroorzaakt;

6.    er mogen geen bouwwerken ten behoeve van verlichting bij een paardrijdbak worden aangebracht.

 

5.2 De onder 5.1 bedoelde omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

 

1.      de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;

2.      de verkeersveiligheid;

3.      het bebouwingsbeeld.





Artikel 6        Overige regels

 

6.1 Afstemming welstand

 

Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:

a.      de voorgeschreven goothoogte en bouwhoogte;

b.      de plaatsing op het bouwperceel:

 

ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden voor het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria.

 

Eisen met betrekking tot kapvormen, dakhellingen en de nokrichting worden voor zover nodig gesteld in het kader van artikel 12a van de Woningwet.

 

Alle omgevingsvergunningaanvragen die betrekking hebben op het perceel Nieuwe Es 6a en 8 te Wijster worden getoetst aan het in de bijlage opgenomen beeldkwaliteitsplan.

6.2 Uitsluiting seksinrichting

 

Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van de gronden en bouwwerken als seksinrichting.

 

6.3 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing gelegen in de nabijheid van een boom ter plaatse van de aanduiding “monumentale boom”.





Hoofdstuk 4     Overgangs- en slotregels

 

Artikel 7        Overgangsrecht

 

A         Overgangsrecht bouwwerken

 

1.      Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

a.      gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b.      na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.

 

2.      Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

 

3.      Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

B         Overgangsrecht gebruik

 

1.      Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

 

2.      Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

 

3.      Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

 

4.      Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.





Artikel 8        Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Nieuwe Es 6a en 8 Wijster'.





Staat van bedrijven

 


SBI-1993

SBI-2008

 

OMSCHRIJVING

AFSTANDEN IN METERS

CATEGORIE

-

-

nummer

 

GEUR

STOF

GELUID

 

 

GEVAAR

 

 

GROOTSTE AFSTAND

01

01

-

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

014

016

4

- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²

30

10

30

 

 

10

 

30

 

2

15

10, 11

-

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1581

1071

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1581

1071

1

- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens

30

10

30

C

 

10

 

30

 

2

1593 t/m 1595

1102 t/m 1104

 

Vervaardiging van wijn, cider e.d.

10

0

30

C

 

0

 

30

 

2

18

14

-

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

182

141

 

Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

10

10

30

 

 

10

 

30

 

2

20

16

-

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

205

162902

 

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

10

10

30

 

 

0

 

30

 

2

22

58

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

221

581

 

Uitgeverijen (kantoren)

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

2222.6

18129

 

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

10

0

30

 

 

0

 

30

 

2

2223

1814

A

Grafische afwerking

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

2223

1814

B

Binderijen

30

0

30

 

 

0

 

30

 

2

2224

1813

 

Grafische reproduktie en zetten

30

0

10

 

 

10

 

30

 

2

2225

1814

 

Overige grafische aktiviteiten

30

0

30

 

 

10

 

30

D

2

223

182

 

Reproduktiebedrijven opgenomen media

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

24

20

-

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2442

2120

0

Farmaceutische produktenfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2442

2120

2

- verbandmiddelenfabrieken

10

10

30

 

 

10

 

30

 

2

26

23

-

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

262, 263

232, 234

0

Aardewerkfabrieken:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

262, 263

232, 234

1

- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

10

10

30

 

 

10

 

30

 

2

30

26, 28, 33

-

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

30

26, 28, 33

A

Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie

30

10

30

 

 

10

 

30

 

2

31

26, 27, 33

-

VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

316

293

 

Elektrotechnische industrie n.e.g.

30

10

30

 

 

10

 

30

 

2

33

26, 32, 33

-

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

33

26, 32, 33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie

30

0

30

 

 

0

 

30

 

2

36

31

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

361

9524

2

Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2

0

10

10

 

 

0

 

10

 

1

362

321

 

Fabricage van munten, sieraden e.d.

30

10

10

 

 

10

 

30

 

2

363

322

 

Muziekinstrumentenfabrieken

30

10

30

 

 

10

 

30

 

2

45

41, 42, 43

-

BOUWNIJVERHEID

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

45

41, 42, 43

3

- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²

0

10

30

 

 

10

 

30

 

2

50

45, 47

-

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

501, 502, 504

451, 452, 454

 

Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven

10

0

30

 

 

10

 

30

 

2

5020.4

45204

B

Autobeklederijen

0

0

10

 

 

10

 

10

 

1

5020.5

45205

 

Autowasserijen

10

0

30

 

 

0

 

30

 

2

503, 504

453

 

Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires

0

0

30

 

 

10

 

30

 

2

505

473

0

Benzineservisestations:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

505

473

3

- zonder LPG

30

0

30

 

 

10

 

30

 

2

51

46

-

GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

511

461

 

Handelsbemiddeling (kantoren)

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

5122

4622

 

Grth in bloemen en planten

10

10

30

 

 

0

 

30

 

2

5134

4634

 

Grth in dranken

0

0

30

 

 

0

 

30

 

2

5135

4635

 

Grth in tabaksprodukten

10

0

30

 

 

0

 

30

 

2

5136

4636

 

Grth in suiker, chocolade en suikerwerk

10

10

30

 

 

0

 

30

 

2

5137

4637

 

Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

30

10

30

 

 

0

 

30

 

2

5138, 5139

4638, 4639

 

Grth in overige voedings- en genotmiddelen

10

10

30

 

 

10

 

30

 

2

514

464, 46733

 

Grth in overige consumentenartikelen

10

10

30

 

 

10

 

30

 

2

5156

4676

 

Grth in overige intermediaire goederen

10

10

30

 

 

10

 

30

 

2

519

466, 469

 

Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.

0

0

30

 

 

0

 

30

 

2

52

47

-

DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

527

952

 

Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)

0

0

10

 

 

10

 

10

 

1

64

53

-

POST EN TELECOMMUNICATIE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

641

531, 532

 

Post- en koeriersdiensten

0

0

30

C

 

0

 

30

 

2

642

61

A

Telecommunicatiebedrijven

0

0

10

C

 

0

 

10

 

1

70

41, 68

A

Verhuur van en handel in onroerend goed

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

71

77

-

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

711

7711

 

Personenautoverhuurbedrijven

10

0

30

 

 

10

 

30

 

2

714

772

 

Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

10

10

30

 

 

10

 

30

D

2

72

62

-

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

72

62

A

Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

73

72

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

731

721

 

Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

30

10

30

 

 

30

R

30

 

2

732

722

 

Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

A

Overige zakelijke dienstverlening: kantoren

0

0

10

 

 

0

 

10

D

1

7481.3

74203

 

Foto- en filmontwikkelcentrales

10

0

30

C

 

10

 

30

 

2

7484.4

82992

 

Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

0

0

10

 

 

0

 

10

 

1

90

37, 38, 39

-

MILIEUDIENSTVERLENING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9002.2

382

A0

Afvalverwerkingsbedrijven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9002.2

382

A7

- verwerking fotochemisch en galvano-afval

10

10

30

 

 

30

R

30

 

2

93

96

-

OVERIGE DIENSTVERLENING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9301.2

96012

 

Chemische wasserijen en ververijen

30

0

30

 

 

30

R

30

 

2

9301.3

96013

A

Wasverzendinrichtingen

0

0

30

 

 

0

 

30

 

2