Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
a. de in het plan gegeven afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlakte- en inhoudsmaten en goothoogten, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
b. de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van gebouwen en worden toegestaan dat ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein, gebouwtjes ten behoeve van sanitaire voorzieningen worden gebouwd, mits:
1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per kleinschalig kampeerterrein ten hoogste 50 m² zal bedragen;
2. de goothoogte van een gebouw ten hoogste 3 m zal bedragen;
3. de dakhelling van een gebouw ten minste 15º zal bedragen;
4. is aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
c. de bestemmingsregels voor de bouw van ten hoogste drie eenvoudige blokhutten (zonder eigen douche) als vast kampeermiddel bij een kleinschalig kampeerterrein, met dien verstande dat:
1. de blokhutten dienen te worden gebouwd op het erf van de woning c.q. het agrarisch bedrijf;
2. een verzoek om een omgevingsvergunning gepaard gaat met een voorstel tot landschappelijke inpassing van de bebouwing de omgevingsvergunning alleen wordt verleend als er overeenstemming is over een goede landschappelijke inpassing en de uitvoering van het plan voor landschappelijke inpassing is gegarandeerd.
