De voor
‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a water, watergangen, waterpartijen en
waterhuishoudkundige voorzieningen;
b groenvoorzieningen;
c dagrecreatief medegebruik;
met daaraan
ondergeschikt:
d infrastructurele voorzieningen,
bruggen en duikers;
e openbare nutsvoorzieningen.
a Op of in deze gronden mogen geen
gebouwen worden gebouwd.
b Voor het bouwen van bouwwerken, geen
gebouwen en overkappingen zijnde, geldt de volgende regel:
1 de bouwhoogte van overige
bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste
Burgemeester
en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie,
de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de
bebouwing.