3.6      Wijzigingsbevoegdheid

a    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en een aanduiding, zoals bedoeld in 3.1 lid a onder 4 en lid d tot en met j, van de verbeelding te verwijderen indien de betreffende functie ter plaatse langer dan 1 jaar niet meer wordt uitgeoefend, met dien verstande dat de financiële haalbaarheid van het plan niet in het geding komt.

b    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied’ bedrijfswoningen mogelijk te maken, met dien verstande dat:

1      een bedrijfswoning ter plaatse in het kader van de bedrijfsvoering noodzakelijk is;

2      niet meer dan één bedrijfswoning per bouwperceel is toegestaan;

3      de inhoud van de bedrijfswoning niet meer bedraagt 750 ;

4      de goothoogte van vrijstaande bedrijfswoningen niet meer bedraagt dan 7,5 m;

5      de bouwhoogte van vrijstaande bedrijfswoningen niet meer bedraagt dan 9 m;

6      met betrekking tot de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens voor een vrijstaande bedrijfswoning het gestelde onder 3.2.1 onder c in acht wordt genomen;

7      een bedrijfswoning wordt gebouwd in de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak, dan wel op maximaal 3 m daarachter;

8      een bedrijfswoning in zijn geheel wordt gebouwd binnen een zone van 20 m vanaf de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak;

9      het vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar wordt geacht;

10  het vanuit beeldkwaliteit aanvaardbaar wordt geacht;

11  de ruimtelijke en functionele structuur niet onevenredig wordt aangetast;

12  de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;

13  er geen bezwaren zijn uit oogpunt van milieuhygiëne (akoestiek, bodem, water, luchtkwaliteit, externe veiligheid) en archeologie.

14                               de financiële haalbaarheid van het plan niet in het geding komt.