De voor 'Wonen‘ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wonen;
b aan-huis-verbonden beroepen;
c tuinen, erven en verhardingen;
d wegen en paden;
e parkeervoorzieningen;
f groenvoorzieningen.
5.2.1 Hoofdgebouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Hoofdgebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het hiervoor aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
b Per bouwperceel mag uitsluitend één hoofdgebouw worden gebouwd.
c Hoofdgebouwen en bijgebouwen dienen te worden voorzien van een kap.
d De inhoud van het hoofdgebouw en bijgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' is aangegeven.
e De goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
f Bijgebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevellijn worden gebouwd.
g
De goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan
h
De bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer dan
i
De oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer
bedragen dan
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, mag niet meer bedragen dan
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
a De
omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke
vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van
b Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
c Detailhandel is niet toegestaan.
d De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.