Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied’ ten behoeve van de bouw van een vrijstaande woning, mits:
a de woningbouw geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
b er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
c de woningbouw past binnen het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
d de woningbouw inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt;
e
de goothoogte niet meer bedraagt dan
f er rekening wordt gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding (waterkwaliteit- en kwantiteit);
g bij de wijziging rekening wordt gehouden met de in het gebied aanwezige archeologische waarden.