De voor ‘Recreatie – Recreatiewoningen
a verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen;
b centrale voorzieningen ten behoeve van recreatiewoningen, waaronder een receptiegebouw en ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – centrale voorzieningen’;
c bos;
d tuinen, erven en verhardingen;
e voorzieningen voor verkeer en verblijf;
f groenvoorzieningen;
g water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
h het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden.
Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende bepalingen:
a Recreatiewoningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak of ter plaatse van de aanduiding ‘recreatiewoning’ worden gebouwd.
b Per bouwvlak is niet meer dan één recreatiewoning toegestaan.
c De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’.
d
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
e Ter plaatse van de aanduiding ‘recreatiewoning’ is maximaal 1 recreatiewoning toegestaan, met dien verstande dat:
1 een recreatiewoning uitsluitend is toegestaan op de bestaande locatie, zoals is aangegeven op de in de bijlagen opgenomen kaart ‘Bestaande recreatiewoningen De Koperteut’;
2
de goothoogte niet meer mag bedragen dan
3
de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan
4
de oppervlakte per recreatiewoning niet meer mag
bedragen dan
5 in geval van vervangende nieuwbouw de nieuwe recreatiewoning in afwijking van het bepaalde onder 1 voor maximaal 40% buiten de bestaande locatie mag worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
a Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – centrale voorzieningen’.
b De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’.
c De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b Voor overkappingen gelden de regels voor gebouwen zoals opgenomen in lid 18.2.1 en 18.2.2.
c
De bouwhoogte van pergola’s mag niet meer
bedragen dan
d
De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer
bedragen dan
e
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
a lid 18.2.1 onder e sub 1 en 5 voor het verplaatsen of herbouwen van een recreatiewoning op een andere locatie dan is aangegeven in de bijlage ‘bestaande recreatiewoningen De Koperteut’, met dien verstande dat:
1 de recreatiewoning binnen het zelfde aanduidingsvlak van de bestaande recreatiewoning blijft;
2 de nieuwe locatie ruimtelijk en stedenbouwkundig acceptabel is;
3 de nieuwe locatie geen onevenredige afbreuk doet aan het recreatief genot van omliggende recreatiewoningen;
4 voor het overige aan de bepalingen in lid 18.2.1 onder e moet worden voldaan.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas.
Het in lid 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
De in lid 18.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden.