Ruimte
voor water
In Noord-Brabant stromen de Aa en de Leijgraaf als blauwe linten
door het landschap. Tot het begin van de vorige eeuw waren
dit meanderende beken die veelvuldig buiten hun oevers
traden.
Sinds de aanleg van
de stuwen en kades vorige eeuw, het afsnijden van de meanders en het instellen
van de intensieve bemaling komen ongecontroleerde overstromingen niet meer voor.
Om op de toenemende neerslag te kunnen blijven
anticiperen zijn in het stroomgebied van de Aa maatregelen nodig die ervoor zorgen dat
het water langer wordt vastgehouden en meer ruimte krijgt. Buiten het stroomgebied van de Aa dient er
ook water gereserveerd te worden voor
waterberging. Dit moet mogelijk blijven
en daarom zijn kapitaalintensieve ontwikkelingen
in deze gebieden niet toegestaan. Bedrijfsuitbreidingen binnen normale proporties zijn mogelijk, mits er niet
te veel wordt
gebouwd.
In de toekomst moeten dit weer kronkelende
beken worden, met natuurlijke oevers en vistrappen. Belangrijkste doel van deze werkzaamheden
is om amfibieën en vissen meer mogelijkheden
te bieden om hun leefgebied
uit te breiden.