Centrumgebied
Heesch,
Nistelrode en Heeswijk-Dinther onderscheiden zich wat betreft omvang en
voorzieningenniveau van de kleinere kernen Vorstenbosch en Loosbroek. Heesch is
de grootste kern en is vooral op Oss georiënteerd. Nistelrode richt zich op
zowel Heesch/Oss, maar ook Uden. Ook Heeswijk-Dinther kent een tweeledige
oriëntatie, namelijk op Veghel en ’s-Hertogenbosch. Loosbroek en Vorstenbosch
zijn voor wat betreft voorzieningen voornamelijk aangewezen op andere kernen en
beschikken niet over een eigen centrumgebied. Vorstenbosch richt zich vooral op
het nabij gelegen Uden en Veghel. Loosbroek ligt wat verder van de stedelijke
regio’s en heeft een belangrijke relatie met Heeswijk-Dinther.
De strategie voor
het centrum is gericht op handhaving en waar mogelijk versterking van de
functiemenging. Het centrum moet herkenbaar zijn en blijven als plek waar
functies samenkomen en een grote mate van dynamiek ontstaat. Voor wat betreft
de maatschappelijke voorzieningen is het wenselijk zoveel mogelijk te
clusteren, zodat de voorzieningen elkaar kunnen versterken.
Gestreefd wordt
naar een zo compact mogelijk centrum met veel voorziening-en op korte afstand
van elkaar. Uitgangspunt is dat de commerciële voorzieningen in principe op de
begane grond gesitueerd worden.
Niet-woonfuncties
kunnen getransformeerd worden naar wonen, indien de te transformeren functie
overbodig is geworden en er geen sprake is van belemmeringen voor bestaande
functies. Voldoende parkeervoorzieningen op korte afstand is van belang. Er
dient ook aandacht besteed te worden aan de verblijfskwaliteit in het centrum.
Binnen het
centrumgebied is een hogere bebouwingsdichtheid mogelijk dan elders binnen de
kern. De bebouwing dient qua maat en schaal echter wel passend te zijn in de
omgeving.
Voor wat betreft
de ontwikkeling van de centra per kern worden de 5 kernen ieder op een eigen
wijze ‘ingekleurd’ (zowel in functies, als in beeldkwaliteit), waarmee de
eenheid in verscheidenheid binnen Bernheze verder wordt benadrukt:
- Het centrum van Heesch zal
opgeschaald worden, maar wel dorps genoeg blijven, omdat dat haar juist
onderscheidt van de stedelijke centra in de omgeving.
- Het centrum van Nistelrode zal
ontwikkeld worden als ‘natuurlijk en toeristisch-recreatief centrum’, als
springplank naar de Maashorst.
- Het centrum van Heeswijk-Dinther zal
ontwikkeld worden als ‘cultureel, cultuurhistorisch en toeristisch-recreatief
centrum’, als springplank naar de aanwezige cultuurhistorische kwaliteiten in
(de omgeving van) Heeswijk-Dinther en het Groene Woud.
- In Vorstenbosch en Loosbroek zal het
profiel van ‘dorpse, agrarische kern’ verder doorontwikkeld worden.