De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Carports bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen mogen worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
a
carports worden gesitueerd maximaal
b
de oppervlakte bedraagt maximaal
c
de bouwhoogte bedraagt maximaal
Ondergeschikte onderdelen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen (erkers) mogen worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
a
de horizontale diepte bedraagt maximaal
b de breedte bedraagt maximaal 60% van de breedte van de totale voorgevel (exclusief overkapping boven de voordeur);
c
de afstand tot de voorste perceelsgrens bedraagt
minimaal
d
de goothoogte bedraagt maximaal
met dien verstande dat het doortrekken van een erker aan de voorgevel tot voorbij en aan één zijgevel is toegestaan mits:
1
de
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal
2
de
breedte aan de zijgevel niet meer dan
3
de
diepte aan de zijgevel maximaal gelijk is aan de diepte van het hoofdgebouw.
Overkappingen boven de voordeur van de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen zijn toegestaan en voldoen aan de volgende kenmerken:
a de breedte bedraagt maximaal 120% van de breedte van de entreepartij, tenzij de overkapping één constructie vormt met een erker;
b
de horizontale diepte bedraagt maximaal
c de overkapping bestaat uit een open constructie zonder tot de constructie behorende wanden.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt
maximaal