INHOUDSOPGAVE
Artikel 3 Verkeer-
Verblijfsgebied
Artikel 7 Algemene
gebruiksregels
Artikel 8 Algemene
afwijkingsregels
Artikel 9 Algemene
wijzigingsregels
Artikel 10 Algemene procedure
regels
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS-
EN SLOTREGELS
In deze regels wordt verstaan onder:
plan:
het bestemmingsplan ‘Made Prinsenhof‘ met
identificatienummer NL.IMRO.1719.1bp13prinsenhof-vg01 van de gemeente Drimmelen;
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met
bijbehorende regels;
verbeelding:
de analoge en digitale voorstelling van de
in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
aanduiding
een
geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of
het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aan-huis-verbonden bedrijf
een
bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is
gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door
de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning-
of meldingplichtig is;
aan-huis-verbonden beroep
een
dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch,
ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend
door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie
behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de
woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel
is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte
nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
afhankelijke woonruimte
een bijbehorend
bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin
een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
bebouwing
één of meer
gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
een in dit plan
aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel aangeeft, dat
maximaal mag worden bebouwd;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De
voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
verblijfsgebied
met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de
aangrenzende bestemmingen;
Ten
aanzien van het bouwen gelden de volgende regels:
a.
op
deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden
gebouwd;
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
het wonen in grondgebonden woningen;
b
aan huis verbonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige
activi-
teiten;
c
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals
erven, tuinen,
water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen
en overige verhar-
dingen.
Voor het
bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
4.2.1 Hoofdgebouwen en bijbehorende
bouwwerken
a.
de
hoofdgebouwen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak, met dien
verstande dat erkers aan de voorzijde van de woning ook buiten het bouwvlak
mogen worden gebouwd met een hoogte van maximaal 1 bouwlaag en met een maximale
diepte van 1,5 m;
b.
bijbehorende
bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien
verstande dat bijbehorende bouwwerken niet worden gebouwd op een afstand van
minder dan 1m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw.
c.
per
bouwperceel mag het bebouwingspercentage niet meer dan 70% bedragen;
d.
ter
plaatse van de op de verbeelding aangegeven aanduiding ‘maximum aantal aaneen
te bouwen wooneenheden’ mag het door middel van die aanduiding aangegeven
aantal aaneen te bouwen woningen niet worden overschreden;
e.
de
diepte van hoofdgebouwen, gemeten vanaf de voorgevellijn, mag niet meer
bedragen dan:
- bij vrijstaande woningen: 12 m;
- bij twee-aaneen gebouwde woningen en aaneengebouwde woningen: 10 m;
f.
de
afstand van hoofdgebouwen - over de hele diepte zoals toegestaan in lid e - tot
de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan:
- bij vrijstaande woningen tot beide zijdelingse perceelsgrenzen: 3 m;
- bij twee-aaneen gebouwde woningen tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen:
3 m;
- indien de bestaande afstand van de hoofdgebouwen tot de zijdelingse
perceelsgrens minder bedraagt dan 3 m, dan mag deze afstand - over de hele
diepte van hoofdgebouwen zoals toegestaan in lid d – worden aangehouden;
g.
ter
plaatse van de gevellijn dient de voorgevel van de hoofdgebouwen op de
gevellijn te worden georiënteerd;
h.
de
maximale goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer dan 7 m
respectievelijk 11 m bedragen,
i.
de
maximale goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 3,3 m
respectievelijk 6 m bedragen,
4.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. de bouwhoogte van
erfafscheidingen grenzend aan openbaar
gebied
bedraagt ten hoogste 1 m;
b. de bouwhoogte van
erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
c. de bouwhoogte van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag
ten
hoogste 3 m bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Binnen de bestemming 'Wonen' is de
uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan in de woning, waarbij de
volgende bepalingen van toepassing zijn:
a. de woonfunctie blijft als
hoofdfunctie herkenbaar;
b. de activiteit wordt door
de bewoner uitgeoefend;
c. de omvang van de
activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van
de gezamenlijke vloeroppervlakte van de
(woon)bebouwing tot een
maximum
van 50m²;
d. het gebruik mag geen
nadelige invloed hebben op de normale
afwikkeling van het verkeer en mag geen
onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
e. detailhandel, anders dan
ondergeschikte detailhandel, is niet
toegestaan.
4.3.2 Binnen de bestemming 'Wonen' is de
uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten toegestaan in de woning, waarbij de
volgende bepalingen van toepassing zijn:
a. de
woonfunctie blijft als hoofdfunctie herkenbaar;
b. de
activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend;
c. de
omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van
de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een
maximum van 50m²;
d. in
afwijking van het bepaalde onder c mag indien het oppervlak
reeds groter is ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan
dat grotere oppervlak als maximum worden beschouwd;
e. het
gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het
verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
f. detailhandel,
anders dan ondergeschikte detailhandel, is niet toegestaan.
4.3.3 Binnen de bestemming 'Wonen' is de
uitoefening van een 'bed & breakfast' toegestaan in de woning en
bijbehorende bouwwerken, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
a. de
woonfunctie van de bedrijfswoning blijft als hoofdfunctie herkenbaar;
b. de
activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend;
c. parkeren
ten behoeve van de bed & breakfast dient op eigen terrein plaats te vinden;
4.3.4 Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het
gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of als
afhankelijke woonruimte niet is toegestaan.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Het bevoegd gezag kan met een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.3.4 voor het
toestaan van het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als
afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
a. een
dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
b. de
ontheffing vervalt zodra de onder a bedoelde noodzaak is komen te vervallen;
c. er
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen
waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
d. de
afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende
bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een
bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij
de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij
de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen de aanduiding
'bouwvlak' of de aanduiding 'bestemmingsvlak' worden ondergeschikte bouwdelen
als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen,
schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en reclame-uitingen,
buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer
dan 0,50 m wordt overschreden.
Onder
strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, 1e
lid sub c. van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:
a.
het gebruik van onbebouwde gronden of het gebruik
van bouwwerken ten behoeve van het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit
ter realiseren en / of handhaving van de bestemming dient;
b.
het gebruik van onbebouwde gronden of het gebruik
van bouwwerken ten behoeve van opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten,
kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit
ter realisering en / of handhaving van de bestemming dient;
c.
het gebruik van onbebouwde gronden of het gebruik
van bouwwerken ten behoeve van doeleinden van handel of bedrijf, een seksinrichting
daaronder mede begrepen;
d.
het gebruik van onbebouwde gronden of het gebruik
van bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatie;
e.
het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken
voor zelfstandige bewoning.
Het bevoegd gezag
kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
a.
de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe
mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
b.
de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes,
wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes
ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar aard
daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
1.
de inhoud per gebouw niet meer dan 50 m3 bedraagt;
2.
de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m bedraagt;
c.
de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, wordt vergroot:
1.
ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde,
tot maximaal 10 m;
2.
ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten
tot maximaal 50 m;
3.
ten behoeve van andere bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, tot maximaal 10 m;
d.
het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte
van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt verhoogd ten
behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers,
liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, mits:
1.
de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer
dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het
schuine dakvlak bedraagt;
2.
de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale
bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
Het
bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet
ruimtelijke ordening, het plan wijzigen ten behoeve van:
Bij
de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden als bedoeld in lid 9.1 kan het
bevoegd gezag schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid,
zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de uniforme openbare
voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing.
Bij
toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit
plan, is de in hoofdstuk 4 van de Awb en zijn de artikelen 3.1, 3.8 en 3.9 van
de Wabo geregelde procedure van toepassing.
11.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige
aard blijven, overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet
buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a
de
richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige regels;
b
de
bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
c
de
bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
d
de
parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, en
e
de
ruimte tussen bouwwerken.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt
geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de
terinzage-legging van het ontwerpbestemmingsplan.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS-
EN SLOTREGELS
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
a
Een bouwwerk dat op het
tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering
is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het
plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
1 gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2 na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden
vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan
binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b
Burgemeester en
wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor
het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder
a met maximaal 10%.
c
Het bepaalde onder a is
niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd
met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat
plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
a
Het gebruik van grond en
bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het
bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b
Het is verboden het met
het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te
veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik,
tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c
Indien het gebruik,
bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het
plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden
dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in
strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de
overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
‘Regels van de bestemmingsplan Made Prinsenhof van de gemeente Drimmelen’
Gorinchem, 3 oktober 2013
Welmers Burg Stedenbouw BV