Artikel 19    Algemene wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de toevoeging van een bouwvlak voor de bouw van woningen voor zover gelegen binnen het op de plankaart aangegeven gebied met ‘wijzigingsbevoegdheid’, met dien verstande dat daarbij moet worden voldaan aan de overige binnen deze bestemming genoemde voorschriften, mits:

1      er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;

2      de agrarische hindercirkel is opgeheven;

3      dit inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijke oogpunt;

4      het inpasbaar is in het gemeentelijke woningbouwprogramma;

5      er niet meer dan één woning wordt gebouwd;

6      de goothoogte van de woning niet meer dan 7 m bedraagt;

7      de (nok)hoogte van de woning niet meer dan 10 m bedraagt;

8      uit een rapport blijkt dat eventueel aanwezige archeologische waarden voldoende zijn veiliggesteld.