Artikel 21    Algemene wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen:

a      ten behoeve van wijziging van de bestemmingen ’Agrarische doeleinden’, ‘Woondoeleinden 1’, ‘Woondoeleinden 2’, ‘Tuin’ en ‘Detailhandelsdoeleinden’ in de bestemming ‘Woondoeleinden 1’ met het oog op de bouw van woningen voor zover gelegen binnen het op de plankaart aangegeven gebied met ‘wijzigingsbevoegdheid 1’, mits:

1      er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;

2      dit inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijke oogpunt;

3      het inpasbaar is in het gemeentelijke woningbouwprogramma;

4      er niet meer dan 30 woningen worden gebouwd;

5         de goothoogte van de woningen niet meer dan 7 m bedraagt;

6         de (nok)hoogte van de woningen niet meer dan 10 m bedraagt;’

7         uit een rapport blijkt dat eventueel aanwezige archeologische waarden voldoende zijn veiliggesteld.

b   ten behoeve van wijziging van de bestemmingen ‘Bedrijfsdoeleinden’ en ‘Verkeers- en Verblijfsdoeleinden’ in de bestemming ‘Woondoeleinden 1’ met het oog op de bouw van woningen voor zover gelegen binnen het op de plankaart aangegeven gebied met ‘wijzigingsbevoegdheid 2’, mits:

1         er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;

2         dit inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijke oogpunt;

3         het inpasbaar is in het gemeentelijke woningbouwprogramma;

4         er niet meer dan 6 woningen worden gebouwd;

5         de goothoogte van de woningen niet meer dan 7 m bedraagt;

6         de (nok)hoogte van de woningen niet meer dan 10 m bedraagt.