17.1 Doeleindenomschrijving
De
op de plankaart als ‘molenbeschermingszone (dubbelbestemming)’ aangewezen
gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen mede bestemd voor de
bescherming van de functie van de in dit gebied voorkomende molens als
werktuigen en van de waarde als landschapsbepalend element.
a
Op deze gronden, voor zover gelegen ten noorden
van de op de plankaart aangegeven molenbeschermingszones met een straal van
b Het in sub a vervatte verbod geldt niet voor bouwwerken waarvan de hoogte lager is dan het niveau van de stelling van de molen.
c Indien de bestaande hoogte van bouwwerken hoger is dan de onder sub a toegestane hoogte, dan dient de bestaande hoogte als maximale hoogte te worden aangenomen.
a
Het is
verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester
en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten
uitvoeren:
-
het aanbrengen van bovengrondse
constructies, installaties of apparatuur;
-
het ophogen van gronden;
-
het beplanten met bomen, heesters
en andere opgaande begroeiing.
b
Het
onder a vervatte verbod geldt niet voor:
-
werken of werkzaamheden, die het
normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze
gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale
gebruik overeenkomstig de bestemming;
-
werken en werkzaamheden, welke ten
tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
c
De
aanlegvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken of
werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te
verwachten gevolgen, het huidige en/of het toekomstige functioneren van de
molen als werktuig door windbelemmering en/of waarde van de molen als
landschapsbepalend element, niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden
gebracht.
17.4 Vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 17.2 voor bebouwing, welke mag worden gebouwd op grond van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat hierdoor de functie en de waarde van de molen niet onevenredig mag worden aangetast.