Artikel 20      Algemene aanduidingsregels

 

20.1      geluidzone-industrie-50 dB(A)

 

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone-industrie-50 dB(A)’, betreffende de gronden binnen de geluidszone industrielawaai 50 dB(A), mag ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.

 

 

20.2      geluidzone-industrie-55 dB(A)

 

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone-industrie-55 dB(A)’, betreffende de gronden binnen de geluidszone industrielawaai 55 dB(A), mag ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.

 

 

20.3      geluidzone-luchtvaartverkeer

 

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone-luchtvaartverkeer’, betreffende de gronden binnen de 47 bkl-lijn vanwege luchtverkeer, mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, met uitzondering van:

a   objecten die een open plek in de bestaande bebouwing opvullen;

b   objecten die ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid;

c   objecten die zullen dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, mits de vervanging niet leidt tot:

1   een ingrijpende wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur;

2   een wezenlijke toename van het aantal geluidgehinderde;

3   een wezenlijke toename van de aan de uitwendige scheidingsconstructie optredende geluidsbelasting.