Artikel 12 Sport

 

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de beoefening van sporten;

  2. horeca-activiteiten uit categorie VI, zoals opgenomen in bijlage 4 'Staat van Horeca-activiteiten' van de regels, onder voorwaarde dat:

    1. de oppervlakte maximaal 10% van het totaal bebouwde oppervlakte mag zijn, met een maximum van 50 m²;

 

en daaraan ondergeschikt het gebruik voor:

  1. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie;

 

en de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, werken en werkzaamheden.

 

12.2 Bouwregels

 

12.2.1 Algemeen

  1. Het bebouwingspercentage is maximaal 70% van een bouwperceel.

 

12.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van een bedrijfsgebouw geldt:

  1. het moet ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;

  2. de goothoogte mag maximaal 6,00 m zijn, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' een andere goothoogte is aangegeven;

  3. de bouwhoogte mag maximaal 10,00 m zijn.

 

12.2.3 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van een bouwwerk geen gebouw zijnde geldt:

  1. de bouwhoogte mag maximaal 3,00 m zijn, met uitzondering van:

    1. erf- en perceelsafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2,00 m mag zijn;

    2. vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen waarvan de bouwhoogte maximaal 6,00 m mag zijn;

    3. ballenvangers waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 m mag zijn;

  2. de oppervlakte mag maximaal 30,00 m² zijn.

 

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, met in achtneming van de bouwregels, nadere eisen te stellen aan:

  1. de bouw- en goothoogte van bouwwerken;

  2. de afmetingen van bouwwerken;

  3. de situering van bouwwerken;

  4. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

 

onder voorwaarde dat:

  1. de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan;

  2. de nadere eisen alleen worden gesteld in de specifieke situatie dat de regels leiden tot een onevenredige aantasting van één of meerdere van de onderstaande gronden:

    1. een goede woonsituatie;

    2. de sociale veiligheid;

    3. het stedenbouwkundige beeld;

    4. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

    5. de verkeersveiligheid;

    6. de milieusituatie;

    7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

 

12.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 12.2.3 onder a.2 en toestaan dat verlichtingsarmaturen hoger dan 6,00 m worden gebouwd, onder voorwaarde dat:

    1. de bouwhoogte maximaal 15,00 m is.

 

Een afwijking wordt alleen verleend als er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. een goede woonsituatie;

  2. de sociale veiligheid;

  3. het stedenbouwkundige beeld;

  4. het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  5. de verkeersveiligheid;

  6. de milieusituatie;

  7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

 

12.5 Specifieke gebruiksregels

 

12.5.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor:

  1. het beoefenen van sporten met motorvoertuigen;

  2. detailhandel of andere handels- en/of bedrijfsdoeleinden.

 

12.5.2 Parkeren

Het parkeren, laden en lossen van voertuigen in relatie met een bedrijf, dient volledig te worden gerealiseerd binnen het bouwperceel behorende bij dat bedrijf. Als dit niet mogelijk blijkt, dan mogen andere gronden gebruikt worden, onder voorwaarde dat:

  1. aan de parkeernormen wordt voldaan, zoals vastgelegd in het op dat moment geldende gemeentelijke parkeerbeleid;

 

 

12.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:

  1. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' geheel of gedeeltelijk gewijzigd kunnen worden naar de bestemming 'Groen' en/of 'Verkeer' en/of 'Wonen', onder voorwaarde dat:

    1. er maximaal 19 grondgebonden woningen mogen worden gebouwd;

    2. gestapelde woningen uitdrukkelijk niet zijn toegestaan;

    3. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is onderzocht en aangetoond;

    4. de regels van de artikel 9 'Groen' en/of 13 'Verkeer' en/of 15 'Wonen' onverkort van toepassing worden verklaard.

 

Aan een wijziging wordt alleen meegewerkt als er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. een goede woonsituatie;

  2. de sociale veiligheid;

  3. het stedenbouwkundige beeld;

  4. het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  5. de verkeersveiligheid;

  6. de milieusituatie;

  7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.