Artikel 1 Begrippen

 

plan

het bestemmingsplan 'Haps' van de gemeente Cuijk (svbp2008).

 

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1684.02BPhaps-VA01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) (svbp2008).

 

plankaart

de analoge verbeelding van het bestemmingsplan 'Haps', bestaande uit de kaart(en) met tekeningnummer NL.IMRO.1684.02BPhaps-VA01 met legenda;

 

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden (svbp2008).

 

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft (svbp2008).

 

aaneengebouwd

minimaal drie hoofdgebouwen die aan elkaar zijn gebouwd en geen interne verbindingen hebben (Cuijk).

 

aangebouwd

minimaal twee bouwwerken die aan elkaar zijn gebouwd en al dan niet een interne verbinding hebben (Cuijk).

 

achtererf

het erf dat achter de voorgevelrooilijn ligt (Cuijk).

 

afhankelijke woonruimte

een bijbehorend bouwwerk bij een woning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met deze woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is (Cuijk).

 

(be)bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats (svbp2008).

 

bouwen, ondergronds-

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een bouwwerk onder het ter plaatse vastgestelde peil (Cuijk).

 

bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde (svbp2008).

 

bedrijf / bedrijfsmatige activiteiten

een inrichting gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel bedrijfsmatige dienstverlening, aan-huis-verbonden-beroep/-bedrijf niet meegerekend (Cuijk).

 

bedrijf, ambachtelijk-

een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van ter plaatse vervaardigde goederen verband houdend met het ambacht (Cuijk).

 

bedrijf, escort-

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in een seksinrichting wordt uitgeoefend (Cuijk).

 

bedrijf, prostitutie-

een bedrijf waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding uitgeoefend wordt (Cuijk).

 

begane grond

de eerste bouwlaag volledig gelegen boven het peil (Cuijk).

 

beroep

het uitoefenenen van een bedrijfsmatige activiteit waarmee in het levensonderhoud wordt voorzien (Cuijk).

 

beroep-aan-huis

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner(s) wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat en een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals juridische, administratieve, (para-)medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische of daarmee vergelijkbare beroepen (Cuijk).

 

bedrijf-aan-huis

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kunen worden uitgeoefend (Cuijk).

 

bestaand

  1. de bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;

  2. het gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen (Cuijk).

 

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak (svbp2008).

 

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming (svbp2008).

 

bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning (Cuijk).

 

bingohal

een gebouw dat geheel of gedeeltelijk is ingericht of gebruikt voor het beoefenen van het bingospel of een daarmee vergelijkbaar spel (Cuijk).

 

bouwgrens

de grens van een bouwvlak (svbp2008).

 

bouwgrens, voorste-

de naar het openbaar toegankelijk gebied gerichte grens van een bouwvlak of, indien meerdere bouwgrenzen naar een openbaar toegankelijk gebied gericht zijn, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen bouwgrens (Cuijk).

 

bouwlaag of verdieping(slaag)

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op gelijk of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren en balklagen/plafonds, met inbegrip van de begane grond, en met uitsluiting van kruipruimte, zolder en vliering (Cuijk).

 

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan (svbp2008).

 

bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel (svbp2008).

 

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten (svbp2008).

 

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct steun vindt in of op de grond (svbp2008).

 

bouwwerk geen gebouw zijnde (ander bouwwerk)

elk bouwwerk, dat of ontoegankelijk is, of onoverdekt is, of geen wanden heeft, met uitzondering van een overkapping zonder wanden dat als gebouw moet worden getoetst (Cuijk).

 

bouwwerk, bijbehorend-

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of bouwwerk geen gebouw zijnde, met een dak (Bor/Cuijk).

 

dagrecreatie

recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang in de vorm van:

  1. extensieve dagrecreatie welke in hoofdzaak gericht is op natuurbeleving en landschapsbeleving zoals wandelen, skeeleren, fietsen of kanoën;

  2. intensieve dagrecreatie welke in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig aanbieden van recreatieve activiteiten op een vaste locatie, zoals dierentuinen of attractieparken (Cuijk).

 

dak

elke bovenbeëindiging van een gebouw (Cuijk).

 

daknok

hoogste punt van een schuin dakvlak (Bor).

 

dakvlak

een vlak van het dak (Cuijk).

 

dakvoet

laagste punt van een schuin dakvlak (Bor).

 

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor gebruik ter plaatse (Cuijk).

 

detailhandel, productiegebonden-

detailhandel van goederen vanuit het bedrijf dat die goederen vervaardigt, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandel een ondergeschikte nevenactiviteit is van dat bedrijf (Cuijk).

 

dienstverlening

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden (Cuijk).

 

dienstverlenend bedrijf/instelling

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij direct contact met de klant centraal staat, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.

 

discotheek/dancing

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen (Cuijk).

 

erf

al dan niet bebouwd bouwperceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw, voor zover de regels van dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbieden (Bor/Cuijk).

 

extensief recreatief medegebruik

extensieve vormen van dagrecreatie die ondergeschikt zijn aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, die een kortstondig karakter hebben en in de openlucht plaatsvinden, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, paramotorvliegen en kleinschalige recreatieve luchtvaart voor zover het starten en landen betreft (Cuijk).

 

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met

wanden omsloten ruimte vormt (svbp2008).

 

gebouw, bedrijfs-

een gebouw dat geschikt is voor bedrijfsmatige activiteiten, waaronder ook maatschappelijke- en sportgerelateerde activiteiten worden gerekend (Cuijk).

 

geluidhinder

gevaar, schade of hinder, als gevolg van geluid (Wg).

 

geluidsgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen (Wg/Cuijk).

 

geometrische plaatsbepaling

locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem (svbp2008).

 

gestapeld

minimaal twee hoofdgebouwen die op elkaar zijn gebouwd en geen interne verbindingen hebben, anders dan gemeenschappelijke voorzieningen en -ruimten (Cuijk).

 

gevel of gevelvlak

bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak (Wg).

 

groeiplaats

de bovengrondse en ondergrondse plaats die een boom, een bomenlaan of een bos nodig heeft om tot volle wasdom te groeien (Cuijk).

 

grond(en)

de onder- en bovengrond op verschillende niveaus, alsmede water, de territoriale zee en de exclusieve economische zone daaronder begrepen (Wro).

 

hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is (Bor/Cuijk).

 

hoofdgebouw, oorspronkelijk-

het hoofdgebouw zoals dat in eerste instantie is gerealiseerd in overeenstemming met de voor dat hoofdgebouw verleende omgevingsvergunning (Bor/Cuijk).

 

hoofdverblijf

de woning waar naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen overnacht wordt, en dat tevens als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van een huishouden aan te merken is (Wgbp/Cuijk).

 

horeca / horecabedrijf

een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccomodatie; hieronder worden begrepen de volgende catgeorieën:

 

hoofdkenmerken

per nacht

meer nacht

maaltijden

snacks

niet-alcoholisch

alcoholisch

overdag

avond

nacht

winstoogmerk

dansen

hotel

X

 

X

 

X

X

X

X

X

X

 

pension

 

X

X

 

X

X

X

X

X

X

 

zalencentrum/partycentrum

 

 

X

X

X

X

X

X

X

X

X

bedrijfsrestaurant/kantine

 

 

X

X

X

 

X

 

 

 

 

cafetaria/snackbar

 

 

 

X

X

 

X

X

 

X

 

dagzaak

 

 

 

X

X

 

X

 

 

X

 

café

 

 

 

X

X

X

 

X

 

X

 

(nacht)bar

 

 

 

X

X

X

 

X

X

X

 

discotheek/bar-dancing

 

 

 

X

X

X

 

X

X

X

X

 

huishouden, huisgenoten

personen (of persoon) die ieder het hoofdverblijf in een woning hebben en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van een bijdrage in de kosten te leveren van de huishouding dan wel anderszins, en waarbij geen sprake is van intensieve therapeutische of medische verzorging/behandeling anders dan voor mantelzorg (Wmo/Cuijk).

 

inrichting

elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht (Wm).

 

inrichting, Bevi-

een inrichting die valt onder het regime van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Cuijk).

 

inrichting, geluidszoneringsplichtige-

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van een vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld (Wgh).

 

inrichting, seks-

een bedrijf met een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar (Cuijk).

 

installatie

één of een aantal bij elkaar behorende technische en/of mechanische hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een hijsinstallatie, antenneinstallatie, waterzuiveringsinstallatie en dergelijke (Cuijk).

instelling

organisatie met niet-economische doelen (sociaal, politiek, ecologisch) met als juridische vorm de vereniging of de stichting, of met een bestuursrechtelijk karakter, zoals instellingen voor liefdadigheid, hoger onderwijs en wetenschap en kunst (Cuijk).

 

instelling, educatieve-

een instelling op het gebied van onderwijs of daarmee gelijk te stellen doeleinden, zoals een

school en een peuterspeelzaal (Cuijk).

 

kantoor

een bedrijf gericht op de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar aard daarmee gelijk te stellen instellingen en waarbij direct contact met de klant niet centraal staat (Cuijk).

 

kap

een dak met een helling (Cuijk).

 

luifel

een afdak met een diepte van meer dan 0,50 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond (Cuijk).

 

maaiveld

het grensvlak tussen de ondergrond en de lucht (WAM).

 

maatvoeringsgrens

de grens van een maatvoeringsvlak (Cuijk).

 

maatvoeringsvlak

een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt (Cuijk).

 

mantelzorg

langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt (Wmo).

 

milieusituatie

ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van milieuaspecten c.q. belasting van het milieu, zoals hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking, niet gewenst is, dient rekening te worden gehouden met:

 

monumentale boom

elke boom die is opgenomen in de gemeentelijke 'monumentale bomenlijst', behorende bij de gemeentelijke 'monumentale bomennota' (Cuijk).

 

nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening (Cuijk).

 

(gewoon) onderhoud, gebruik en beheer

het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt en de detaillering, profilering en vormgeving gelijk blijft (Bor/Cuijk).

 

omgevingsvergunning

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

 

onderbouw

een geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen deel van een gebouw (Cuijk).

 

ondergeschikt bouwdeel

bouwdeel van beperkte afmetingen, dat buiten de gevel of het dakvlak van een bouwwerk uitsteekt en niet gericht is op vergroting van het oppervlakte, zoals dakgoten, dakoverstekken, regenafvoerpijpen, rookgasafvoeren, schoorstenen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels en balkons (Cuijk).

 

ondergeschikte nevenactiviteit

activiteit, die gezien de relationele aard en geringe omvang, slechts een aanvulling is op de hoofdactiviteit (Cuijk).

 

onderkomen

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, kampeerauto's, als ook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken (Cuijk).

 

onevenredige aantasting

de situatie dat een ruimtelijke ontwikkeling leidt tot een afbreuk van bestaande ruimtelijke belangen en waarden, die redelijkerwijs niet in verhouding staat tot de ruimtelijke belangen en waarden van de ontwikkeling (Cuijk).

 

openbaar toegankelijk gebied

weg, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van bouwpercelen door langzaam verkeer (Bor/Cuijk);

 

overkapping

een gebouw voorzien van een dak en maximaal drie al dan niet tot de overkapping behorende wanden (Cuijk).

 

peil

een denkbeeldig horizontaal vlak dat gebruikt wordt om de verticale maatvoering mee te bepalen (Cuijk).

 

plangebied

alle gronden gelegen binnen de aanduiding 'plangebied' op de plankaart Cuijk).

 

prostituee

degene (v/m) die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling (Regeling Uitstapprogramma’s Prosituees).

 

prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling (Cuijk).

 

prostitutie, raam-

een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken (Cuijk).

 

prostitutie, straat-

het in openbaar toegankelijk gebied door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken (Cuijk).

 

recreatie / recreatieve activiteit

alle activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben (Cuijk).

 

recreatie, extensieve-

recreatie met weinig dynamiek die nauwelijks druk uitoefent op de omgeving, gezien het beperkte aantal recreanten per tijdseenheid en oppervlakte-eenheid. Het gaat om bijvoorbeeld wandelen, fietsen, vissen en skeeleren (Cuijk).

 

recreatie, verblijfs-

het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten het hoofdverblijf, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen, in de vorm van:

  1. extensieve verblijfsrecreatie welke in hoofdzaak gericht is op natuurbeleving en landschapsbeleving zoals een natuurkampeerterrein en dergelijke;

  2. intensieve verblijfsrecreatie welke in hoofdzaak gericht is op het bedrijfsmatig aanbieden van verblijf en recreatieve voorzieningen op een vaste locatie, zoals bungalowparken, campings en dergelijke (Cuijk).

 

sociale veiligheid

het instandhouden c.q. tot stand brengen van een ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is (Cuijk).

 

speelautomatenhal

een (gedeelte van een) gebouw dat gebruikt wordt voor of is ingericht om het publiek de gelegenheid te geven een spel te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de Wet op de kansspelen (Cuijk).

 

standplaats

een bouwperceel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten (Cuijk).

 

stedenbouwkundig beeld

ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aansluitende terreinen, de bouwmassa’s, de gevelindeling en de dakvormen (Cuijk).

 

straat- en bebouwingsbeeld

het instandhouden c.q. tot standbrengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, waarbij gelet wordt op de volgende aspecten:

  1. een goede verhouding tussen bouwmassa, gevelbeeld en openbare ruimte;

  2. een goede hoogte/breedte verhouding tussen de bebouwing onderling;

  3. een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

  4. de hoogtedifferentatie (Cuijk).

 

twee-aaneen

twee hoofdgebouwen die aan elkaar zijn gebouwd en geen interne verbindingen hebben (Cuijk).

 

verkeersveiligheid

het instandhouden c.q. tot stand brengen van een goede verkeersveilige situatie, in het bijzonder het benodigde uitzicht op hoeken van wegen (Cuijk).

 

vliering

het gedeelte van een gebouw gelegen onder het hellende dak en dat niet voor bewoning te gebruiken is (Cuijk).

 

volkstuin

perceel grond dat zich niet in de onmiddelijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik (Cuijk).

 

voorerf

het erf dat vóór de voorgevelrooilijn ligt (Cuijk).

 

voorgevel

de naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien meerdere gevels naar het openbaar toegankelijk gebied gericht zijn, de als zodanig door het bevoegd gezag aan te wijzen gevel (Cuijk).

 

voorgevellijn

de denkbeeldige lijn waarin de oorspronkelijke voorgevel van een bouwwerk is gelegen, alsmede het verlengde daarvan voor zover gelegen binnen het bouwperceel (Cuijk).

 

voorgevelrooilijn

de denkbeeldige lijn waarin de oorspronkelijke voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan voor zover gelegen binnen het bouwperceel (Cuijk).

 

voorkeursgrenswaarde

de bij het bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.

 

voorziening, groen-

voorziening voor de inrichting, het onderhoud en het beheer van flora en fauna, zoals boomgeleiders, wortelkratten, bloembakken, drainage- en sproeisystemen, faunatunnels, nestkastjes en dergelijke (Cuijk).

 

voorziening, maatschappelijke-

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke, religieuze voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

 

voorziening, nuts-

voorziening voor de distributie en ontsluiting van producten en diensten van openbaar nut, zoals bushokjes, kleine pompgemalen, verkeersregelinstallaties, verdeelstations voor stroom, water en gas, telefooncellen en dergelijke (Cuijk).

 

voorziening, speel-

voorziening ter stimulering van het klim-, klauter- en balanceergedrag van kinderen, al dan niet functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens, zoals hangnetten, schommels, glijbanen, speelforten en dergelijke (Cuijk).

 

voorziening, verkeers-

voorziening voor de geleiding, beveiliging en regeling van verkeersbewegingen, zoals bankjes, verkeersremmers, brughoofden, lichtmasten, bewegwijzering, plantenbakken, parkeerautomaten, parkeerplaatsen, fietsklemmen, fietsenstallingen en dergelijke (Cuijk).

 

voorzieningen, waterhuishoudkundige-

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen), dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen, gemalen, inlaten en dergelijke (WAM).

 

vrijstaand

bouwwerk dat geheel los staat van andere bouwwerken (Cuijk).

 

waarden, cultuurhistorische-

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur (Cuijk).

 

waarden, landschappelijke-

het geheel van waarden in verband met bijzonder landschappelijke kenmerken van een gebied of object, in de zin van karakteristieke verschijningsvorm, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit, dat bestaat uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang (Cuijk);

 

waarden, natuurwaarden/natuurwetenschappelijke-

waarden in verband met de aanwezigheid van bijzondere planten, dieren en leefgemeenschappen in onderlinge samenhang en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop) en welke verband houden met zaken als verscheidenheid/zeldzaamheid, natuurlijkheid/ongestoordheid en kenmerkend voor het gebied (Cuijk)

 

water

alle water dat zichtbaar (oppervlaktewater) aanwezig is in bijvoorbeeld waterlopen, poelen, vijvers, meren en zeeën, of onzichtbaar (grondwater) aanwezig is zoals freatisch grondwater direct beneden het maaiveld (WAM).

 

weg

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen (Wegenverkeerswet 1994/Bouwverordening Cuijk).

 

werk, geen bouwwerk zijnde

een constructie, zoals bestrating, drainage, kabels en leidingen en dergelijke (Cuijk).

 

werkzaamheden

het (laten) uitvoeren van een werk, zoals bestraten, beplanten, dempen van sloten, heien en dergelijke (Cuijk).

 

wonen, bewonen, bewoning

het verblijven van een huishouden in een hoofdverblijf (Cuijk).

 

woning

een voor bewoning bestemd (gedeelte van een) gebouw (Wg/Cuijk).

 

woning, bedrijfs-

een voor bewoning bestemd (gedeelte van een) bedrijfsgebouw, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens verblijf daar gelet op de bedrijfsactiviteiten noodzakelijk wordt geacht (Cuijk).

 

woonsituatie

het instandhouden c.q. garanderen van een goede woonomgeving, in het bijzonder met het oog op:

 

zolder

het gedeelte van een gebouw gelegen onder het hellende dak en dat (deels) voor bewoning te gebruiken is (Cuijk).