Hoofdstuk 7 Juridische verantwoording
7.1 Algemeen
In dit hoofdstuk worden de plankaart en de planregels van het bestemmingsplan van een nadere toelichting voorzien.
Op basis van de Wet ruimtelijke ordening, bepaalt een viertal zaken de opzet en inrichting van de planregels, te weten:
de digitale raadpleegbaarheid;
de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008);
de Woningwet;
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Bij het opstellen van de inhoud van de regels wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestemmingsplansystematiek van de gemeente Cuijk. De structuur van het plan is zodanig dat de verbeelding de primaire informatie geeft over waar en hoe gebouwd mag worden. Bij het raadplegen van het bestemmingsplan dient dan ook eerst naar de verbeelding gekeken te worden. Vervolgens
kan in de regels teruggelezen worden welk gebruik en welke bouwmogelijkheden zijn toegestaan.
7.2 Toelichting op de verbeelding
Bij dit plan hoort één plankaart die formeel wordt aangeduid als de plankaart. De plankaart is eenvoudig opgezet. Dit bevordert de inzichtelijkheid, de handhaafbaarheid en de rechtszekerheid bij de beoordeling van bouwplannen. De plankaart geeft de gronden van een perceel aan de Gildeweg in Beers weer. De bestemmingen van deze gronden zijn (deels met nadere aanduidingen) op de plankaart opgenomen. Bij de plankaart horen een legenda, een overzichtsvenster en een transfer.
Op de verbeelding zijn aangegeven:
de grens van het plangebied;
de bestemming van de in het plangebied gelegen grond;
de aanduidingen bij de bestemmingen;
de verklaringen.
Het plangebied is ingevuld met de bestemming ‘Wonen’ en de bestemming “Groen”. Binnen de woonbestemming is het oprichten van een woning binnen het bouwvlak toegestaan. Tevens geldt de dubbelbestemming Waarde-archeologie 4.
Legenda
In de legenda zijn de plankaart van het plangebied, de bestemmingen, de aanduidingen en de verklaringen opgenomen. Het plangebied omvat de gronden die onderwerp zijn van voorliggend bestemmingsplan. Met de bestemmingen wordt het gebruik van de gronden vastgelegd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enkel-, dubbel-, voorlopige en uit te werken bestemmingen. In het geval van bijzondere of afwijkende gebruiksituaties worden aanduidingen gebruikt. Het gaat om gebieds-, functie-, bouw- en maatvoeringsaanduidingen, aangevuld met bouwvlakken en figuren. In de verklaring staan tenslotte de onderdelen van de plankaart die geen juridische grondslag hebben. Ze worden gebruikt om de plankaart makkelijker leesbaar te maken, door bijvoorbeeld een topgrafische ondergrond toe te voegen.
Overzichtsvenster
Het overzichtsvenster plaatst het plangebied in de directe omgeving. Bij meerdere plankaarten is een overzichtsvenster verplicht.
Transfer
In de transfer staat algemene informatie over het bestemmingsplan, zoals de naam, de status en de schaal.
7.3 Toelichting op de regels
De planregels geven inhoud aan de op de plankaart aangegeven bestemmingen en aanduidingen. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet gebruikt mogen worden, en hoe en wat er gebouwd kan, of mag worden. Bij de opzet van de planregels is getracht het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen, wat werkelijk noodzakelijk is.
De planregels zijn altijd onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:
inleidende regels;
bestemmingsregels;
algemene regels;
overgangs- en slotregels.
7.3.1 Inleidende regels
De inleidende regels omvatten de gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2). Voor zover van toepassing zijn de regels uit de SVBP2008 overgenomen. Ter versterking van de uniformiteit wordt in de begripsomschrijvingen zoveel mogelijk aangesloten bij andere regelgeving, met name die van bestemmingsplan "Beers nb".
7.3.2 Bestemmingsregels
In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemming is, overeenkomstig de SVBP2008 in beginsel opgebouwd uit:
bestemmingsomschrijving;
bouwregels;
nadere eisen;
afwijking van de bouwregels;
specifieke gebruiksregels;
afwijking van de gebruiksregels;
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden;
omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
wijzigingsbevoegdheid.
Het komt vaak voor dat niet alle onderdelen zijn gebruikt in een bestemming. In onderstaand overzicht zijn de gebruikte (dubbel)bestemmingen in dit bestemmingsplan opgenomen. De juridische maatregelen die in de hoofdstukken 3 en 4 naar voren zijn gekomen, worden verder toegelicht.
Enkelbestemmingen
Verkeer
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor verhardingen, woonstraten, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen. Er zijn geen bouwvlakken opgenomen.
De bestemming “Verkeer” heeft een ontheffingsmogelijkheid voor het gebruik als tuin waarbij bebouwing niet is toegestaan.
Wonen
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen in een vrijstaande woning.
Op het bouwvlak is de oprichting van maximaal één woning toegestaan.
Dubbelbestemmingen
Waarde - Archeologie 4
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archologische waarden van de gronden. Onder andere dient voor het bouwen de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 0,50 m, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
7.3.3 Algemene regels
De algemene regels bevatten verplicht de anti-dubbeltelbepaling en kunnen algemene bouwregels, gebruiksregels, aanduidingsregels, afwijkingsregels, wijzigingsregels, procedureregels en overige regels bevatten. De algemene regels worden hier nader toegelicht.
Anti-dubbeltelbepaling
In het Bro is een standaard opgenomen voor de anti-dubbeltelregel. Met deze regel wordt voorkomen dat er in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd. In het verleden werd nog wel eens een extra (bouw)perceel of gedeelte daarvan verworven om meer bouwmogelijkheden te krijgen. Bijvoorbeeld bij een regel dat een groter bouwperceel recht geeft op een groter oppervlakte aan bijgebouwen. Na het verkrijgen van de omgevingsvergunning werd de grond weer afgestoten. Gevolg: meer bouwwerken op een perceel dan feitelijk bedoeld was.
De anti-dubbeltelregel voorkomt dit door te verbieden dat nieuw verworven (bouw)percelen in de berekening worden meegenomen als deze al eerder bij een omgevingsvergunning zijn betrokken.
Algemene bouwregels
De algemene bouwregels zijn een aanvulling op de specifieke bouwregels van de diverse bestemmingen. Het gaat bijvoorbeeld om de omgang met bestaande maten, het toestaan van ondergeschikte bouwdelen en ondergronds bouwen.
Algemene gebruiksregels
In de Wro is in artikel 7.10 lid 1 een algemeen gebruiksverbod opgenomen. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming bepalend. In de algemene gebruiksregels worden vaak algemene verboden opgenomen. Er zijn ook regels opgenomen die voor meerdere bestemmingen gelden, zoals mantelzorg en aan-huis-verbonden-beroepen of -bedrijven.
Algemene aanduidingsregels
In dit artikel kunnen regels worden opgenomen die algemeen van toepassing zijn op de gebruikte aanduidingen in het bestemmingsplan. Het gaat om gebieds-, functie-, bouwvlak-, bouw- en maatvoeringsaanduidingen en figuren zoals beschreven in de SVBP2008. Deze regels worden vooral gebruikt voor een aanduiding die in meerdere bestemmingen ligt. Het gaat bijvoorbeeld om de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' en de functieaanduiding 'monumentale boom'. In het laatste geval kan een deel van de aanduiding in de bestemming 'Verkeer" liggen en een deel in de bestemming 'Groen'. De algemene aanduidingsregel is dan aanvullend op beide bestemmingen.
Bouwvlak
Bij het intekenen van het bouwvlakken zijn stedenbouwkundige afwegingen leidend. Het bouwvlak geeft de locatie aan waarbinnen bebouwing (hoofdgebouw) mag worden opgericht. In de bestemming 'Wonen' is gekozen voor een kleiner bouwvlak waarbinnen het hoofdgebouw (de woning) moet worden opgericht. De bijbehorende bouwwerken mogen wel buiten het bouwvlak worden gebouwd.
Rekening houdend met de vigerende bouwvlakken krijgen vrijstaande, twee-aaneen woningen zoveel mogelijk een eigen bouwvlak met een diepte van 15,00 m, tenzij deze diepte om ruimtelijke redenen niet acceptabel wordt geacht. De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is minimaal 3,00 m.
Maatvoeringsaanduidingen
In de regels wordt zoveel mogelijk gewerkt met standaardmaatvoering. Waar dit niet wenselijk is, wordt in de regels en op de plankaart een uitzondering gemaakt door middel van een maatvoeringsaanduiding. In voorliggend bestemmingsplan wordt geen gebruik gemaakt van maatvoeringsaanduidingen.
Figuren
Op de plankaart kan een figuur worden gebruikt om een bepaalde regel te verduidelijken of een relatie te leggen. In voorliggend bestemmingsplan wordt geen gebruik gemaakt van figuren.
Algemene afwijkingsregels
Met algemene afwijkingsregels wordt aan het bestemmingsplan flexibiliteit meegegeven. De algemene afwijkingsregels kunnen, voor zover van toepassing, voor elke bestemming worden gebruikt. Het gaat meestal om kleine afwijkingen van de regels. Een veel voorkomende afwijking maakt het mogelijk maximaal 10% af te wijken van de voorgeschreven bouwregels.
De algemene afwijkingsregels mogen alleen gebruikt worden indien er geen afwijking in de bestemmingsregels is opgenomen. Dit betekent dat niet tweemaal mag worden afgeweken van dezelfde bestemmingsregel. De specifieke en algemene afwijkingen mogen niet cumulatief worden gebruikt voor hetzelfde onderdeel.
Algemene wijzigingsregels
Met algemene wijzigingsregels wordt aan het bestemmingsplan flexibiliteit meegegeven. Net als bij de algemene afwijkingsregels zijn de algemene wijzigingen in meerdere bestemmingen toepasbaar. Met een wijziging kan een deel van het bestemmingsplan worden vervangen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een kleine aanpassing van bestemmingsgrenzen of het vernieuwen van de lijst van bedrijfsactiviteiten.
Algemene procedureregels
In dit artikel is opgenomen, voor zover van toepassing, de procedure voor het opleggen van nadere eisen. De nadere eisen maken geen onderdeel uit van de omgevingsvergunning en kennen een eigen, vrij in te vullen, procedure op basis van de Wet ruimtelijke ordening. De opgenomen procedure biedt de mogelijkheid om binnen de termijn van een reguliere omgevingsvergunning een besluit over de nadere eisen te nemen.
Overige regels
In dit artikel worden regels geplaatst die niet onder een andere regel zijn te vatten. Het gaat bijvoorbeeld om de uitsluiting van de aanvullende werking van de bouwverordening en de voorrangsregels bij dubbelbestemmingen.
7.3.4 Overgangs- en slotregels
De opgenomen overgangsregels maken deel uit van de standaardregels uit het Besluit ruimtelijke ordening (2008) . Er is overgangsrecht voor bouwwerken en overgangsrecht voor gebruik.
In de slotregel is de citeertitel van het plan vastgelegd.